Nico van Veen
- vrijdag 06 januari 2023
De Kleine Liefhebber.5 / Gerard van Wijk – Beuningen
Het is inmiddels al weer 6 jaar geleden dat ik de vorige column schreef over een kleine liefhebber. Dit was over Jaak Nouwen de bekende Belgische schrijver van duivenboeken en columns in Duifke Lacht. Het contrast met de hoofdpersoon van deze column is groot. Waar Jaak zich afzette tegen de grote commerciële hokken en zijn mening niet onder stoelen of banken stak, is de hoofdpersoon van deze column een gemoedelijke man die het credo van “leven en laten leven hanteert” en zeker niet de barricaden op zal gaan om voor een eerlijker duivensport te strijden.
Het betreft de 71 jarige Gerard van Wijk uit Beuningen. Gerard heeft zo’n 35 jaar postduiven en voor hem staat de ontspanning voorop. Om het met een klein hokje duiven op te nemen tegen de grotere spelers en hen regelmatig verslaan is voor hem de ultieme sportbeleving. In vereniging en kring goede uitslagen behalen op de dagfond en met regelmaat bij de kampioenen eindigen op deze discipline is zijn doel. En dat doel heeft hij feitelijk al bereikt. Vanaf 2015 is hij bij de kampioenen dagfond in de vereniging en in 2015 behaalde hij de 2e plaats bij het kampioenschap dagfond van de kring. Ook afgelopen jaar werden er weer mooie uitslagen neergezet waaronder een 2e van Nevers in Vlieggebied ZO van afd. 8. Dit is vooral erg knap als je bedenkt dat hij maar met 5 doffers en de laatste 2 vluchten zelfs met maar 3 doffers speelde. Aankomend jaar start hij met 7 doffers. Met de duivinnen wordt alleen op de navlucht gespeeld. De jongen worden niet verduisterd, maar toch komen die ook beslist niet slecht naar huis.
Gerard is dus zoals gezegd een kleine liefhebber. Hij moet woekeren met de ruimte. Op een klein binnenplaatsje staat zijn vlieghok van 4 x 1,6 meter. Dit hokje heeft hij in twee afdelingen verdeeld van elk 1,6 x 1,6 meter. In de ene afdeling zitten de weduwnaars en in de andere de jonge duiven. En daar tussen in zitten de weduwduivinnen in een ruimte van 0,8 x 1,6 meter. Daarnaast heeft hij in zijn schuurtje nog een hokje met 6 kweekkoppels. Gerard speelt alleen met zijn doffers en dat zijn er dus nooit meer dan 8 maar meestal minder. Voor veel jongen heeft hij geen ruimte, dus meer als 20 jongen kweekt hij meestal niet. Gerard legt de lat hoog en duiven moeten echt een plaatsje verdienen. Er is weinig ruimte om te experimenteren. Alleen uit zijn beste duiven wordt gekweekt en nieuwe kweekduiven blijven maar kort zitten als het rendement laag is. Gerard; “Ik hou alleen de beste vliegers aan. Toch vind ik selectie best moeilijk en daarom heb ik de duivencoach.nl laten komen om meer inzicht te krijgen in waarop ik moet letten voor wat betreft de lichaamsbouw en andere uiterlijke kenmerken. Door de adviezen van de-duivencoach.nl heb ik ook wat meer inzicht gekregen in hoe te koppelen.”
Om met beperkte middelen de strijd aan te gaan op de discipline dagfond tegen de grote namen getuigt van optimisme en moed. Gerard beschikt over beide karaktereigenschappen en kan ook heel goed relativeren. Zo had hij afgelopen jaar op de dagfond na 4 mooie uitslagen zicht op een podiumplaats in het rayon, maar helaas misten alle drie zijn duiven op Issoudun. Gerard; “Je moet reëel zijn als je met zo weinig duiven speelt. Het kan alles zijn, maar ook niets. Met enkele duiven mee, moet je heel tevreden zijn als je er een aantal malen in slaagt om de grotere en betere spelers in je directe omgeving te verslaan. Voor mij zijn dat de gebroeders Hoogeveen en Berry Awater. Als ik die een paar keer voorzit ben ik zeer tevreden. Ik heb het dan alleen over de dagfond want de andere vluchten zijn voor mij allen bedoeld om de duiven in te spelen.”
Uit de laatste opmerking blijkt wel dat Gerard realistisch is. Zijn keuze voor de dagfond is ook een bewuste keuze geweest. Op de kortere afstanden hebben ligging en windrichting te veel invloed en overnacht/marathon ligt hem niet zo. “Ik vind de dagfond een prachtig spelletje wat goed bij mij past. Dat geldt ook voor het soort duiven dat op deze afstanden in zijn element is. Dat zijn doorgaans de sterkere duiven die met weinig medicatie gezond kunnen blijven. Toen ik de keuze voor de dagfond maakte had ik het geluk dat ik van Hennie Theunissen een aantal duiven kon aanschaffen. Dit was een liefhebber uit mijn vereniging, die op de dagfond zeer hard speelde en ook bij de betere spelers van de afdeling hoorde. Deze duiven zitten nog in de afstamming van verschillende duiven op mijn hok. Verder heb ik nog enkele duiven van Marcel Sangers en Edwin Hoogland kunnen bemachtigen. Daarnaast koop ik regelmatig een bonnetje van liefhebbers die op de dagfond goed mee kunnen komen. Mijn laatste aanwinsten zijn duiven van Albert Klaasen en Dijkstra/Beerda duiven van Nico van Veen.”
Voor liefhebbers als Gerard die het moet doen met beperkte middelen is het meedoen voor een kampioenschap op een hoger niveau als het rayon vrijwel niet mogelijk. Maar Gerard ligt daar niet wakker van. Door de beroepsspelers en semiprofs die met grote aantallen duiven spelen blijft het voor de amateur nog betaalbaar zegt Gerard. “Zoals gezegd ben ik een tevreden mens wanneer ik er regelmatig in slaag om de grotere en betere spelers in mijn directe omgeving te verslaan. Verder gaan mijn ambities niet. Ook al zou ik meer duiven willen houden, ik heb niet meer plaats dus het is roeien met de riemen die je hebt. Bovendien wordt de duivensport ook steeds duurder. En wat ook belangrijk is, is dat je met weinig duiven gemakkelijker het overzicht houdt en sneller ziet als er wat aan mankeert.”
Op zijn laatste opmerking ingaande vroeg ik Gerard wat hij er aan doet om zijn duiven gezond te houden. Gerard; “Helemaal zonder medicatie lukt me helaas niet. Maar als je de reportages en websites leest van sommige kampioenen, krijg je de indruk dat succes alleen maar te bereiken is door de duiven vol te proppen met medicatie en supplementen en regelmatige bezoeken aan de dierenarts. Dat gebeurt hier absoluut niet. Ik hanteer de stelregel dat het veel doeltreffender is om duiven te verwijderen die zonder te kuren niet gezond kunnen blijven. Maar zoals gezegd het lukt me niet altijd om ze zonder kuur/ontsmetting in conditie te houden. In het vliegseizoen krijgen ze daarom om de veertien dagen anderhalve dag BS en daarnaast rook ik regelmatig het hok uit met droogontsmetter. Buiten het vliegseizoen worden er geen medicijnen gebruikt en wordt een zieke duif onherroepelijk opgeruimd.”
www.de-duivencoach.nl