- donderdag 07 januari 2021
Ik las bij Theo Pander over de kleur van de voetringen. Hier zijn die voor de speelduiven al 30 jaar goud voor de Gouden Ringen competitie van de FZN. Die ringen zijn bijna 3x duurder dan gewone, maar er zitten ook geldprijzen en een kampioenschap aan vast. Ik heb daar nooit geld op toegegeven, dus het is voor mij een goede investering.
Het nieuwe seizoen is op veel hokken begonnen, iedereen is aan het koppelen of heeft dit al gedaan. Een ieder stelt zijn eigen plan op in de hoop dat we half april kunnen starten. Hier gaat dat bij de oude duiven al jaren hetzelfde; ik koppel ze tussen half januari en februari, daarna brengen ze jongen groot, broeden ze nog een dikke week na en gaan ze op weduwschap.
De voeding is altijd hetzelfde en ik leer ze voor de eerste prijsvlucht hoogstens twee keer op. Ik zoek niet naar motivatie en toon dus niet, omdat ik elke week wil presteren en niet enkele vluchten. Vorig jaar heb ik de oude duiven de laatste vlucht de gehele dag bijeen gelaten met een topresultaat, maar in het verleden ook vaak genoeg met een slecht resultaat. De goede duiven zaten vroeg en de mindere duiven met dezelfde motivatie niet. Kortom, goede duiven maken het verschil voor je, getoond of niet.
Olympic Millennium kon alleen per honderdtal winnen, ze kwam altijd recht uit de lijn, hoe de wind ook stond. Wat dat betreft heb ik geluk dat zij ook goede kinderen en kleinkinderen geeft. Bij Willem de Bruijn en mijzelf won een kleinkind teletekst en een kind van haar werd 13e nationaal Asduif.
Olympic Millennium stamt uit een winnaarslijn, maar het is beslist geen zekerheid dat alle topduiven ook goed kweken. Ik heb er genoeg gehad die geen enkele bruikbare duif gaven, zowel in de directe kweek als de nakweek.
In een ver verleden kocht Mike Ganus zowat alle duiven op die WHZB of NPO-vluchten wonnen. Enkele brachten goede jongen voort, maar de meeste waren waardeloze graaneters. Vandaar dat mijn keuze altijd naar een stam duiven gaat die aan elkaar verwant is met in alle generaties topduiven. Een mengelmoes is niet aan mij besteed.
Na de verkoop in 2006 hield ik de vijf Asduiven die dat jaar bij de jonge duiven in de top 13 van Brabant 2000 stonden, inclusief de oude Witbuik. Omdat ik goed wilde starten kocht ik nog tien koppels eitjes uit afdelingswinnaars, die ik gelijk op het kweekhok zette.
Twee jaar later was er daar niet één meer van aanwezig. De nazaten van de vijf Asduiven en het laatste jong uit de oude Witbuik zetten mij weer op het spoor richting het podium. Die duiven waren allen wel aan elkaar verwant.