- zaterdag 16 januari 2021
De eerste oplage van de bijproducten liep goed met afnemers in binnen- en buitenland.
Zijn bijproducten wel nodig? Ik denk dat ze bij één nacht mand vluchten niet noodzakelijk zijn, maar als je ook op de zware mid- en dagfond wilt schitteren, dan zijn ze beslist nodig om een snel herstel te realiseren.
De duiven krijgen hier tijdens de vluchten een zwaar programma voorgeschoteld, ze gaan elke week mee ongeacht de weersomstandigheden of afstand. In België is het zelfs nog zwaarder en dan zijn vetten en een natuurlijke basisgezondheid noodzakelijk om een seizoen lang top te draaien. Je kan nu eenmaal niet een heel seizoen met de medicijn pot aan de gang om ze fit te houden.
Eiwitten moeten niet of nauwelijks in het voer aanwezig zijn, die slaan op als de duiven ze niet gebruiken en dan wordt het eerder vergif voor de duif. Het is dus beter om die zelf toe te dienen wanneer nodig. Hier is dat twee dagen na de vlucht en in de rui- en kweekperiode tweemaal per week. Zeker niet elke dag, want ze moeten ze ook kunnen verwerken.
Onze mengelingen zijn vetrijk met relatief weinig eiwit, zodat ik alles naar eigen wens kan sturen. Duiven met blauw vlees duiden vaak op een teveel aan eiwitten. Die vind je hier dus niet, want zulke duiven presteren niet.
Als de kwaliteit aanwezig is hoeft presteren niet zo moeilijk te zijn als je die combineert met een goede verzorging, niet teveel duiven op het hok, een uitgebalanceerde mengeling en de juiste bijproducten. Daarbij let ik meer op vliegresultaten dan kampioenschappen, want in Nederland wil men maar zoveel mogelijk liefhebbers kampioen maken.
KAMPIOENSCHAPPEN
Je hebt de WHZB, nationale kampioenschappen, Grootmeesters, Fondspiegel, PIPA Rankings, Allerbeste, Olympiade… Allemaal met verschillende puntenregels en liefhebbers. Iedereen heeft tegenwoordig nationale Asduiven op het hok zoals ze al die competities noemen. Ook de charme van teletekstvluchten hebben ze door deze overdaad om zeep geholpen.
Ik haalde als eens eerder aan dat toen de nationale kampioenschappen in De Duif werden gepresenteerd, het erop leek dat je wel erg slecht gevlogen moet hebben om daar niet tussen te staan. Zolang er geen duidelijkheid is wie de echte kampioenen zijn, zegt het me allemaal weinig.
Hoe moeilijk kan het zijn als er 7x vitesse of 7x midfond of 5x dagfond of 10x jonge duiven op het nationaal vliegprogramma staan, en men werkt met een aftrekvlucht per categorie? Pas wanneer de punten dan uit de afdelingen in plaats van sommige zwakke samenspelen worden gehaald, zal de terechte kampioen van Nederland opstaan.
Toen op de laatste jonge duivenvlucht Châteaudun in Rayon 1 de eerste duif viel, had ik er 27 in Rayon 2 waar ik de eerste twaalf speelde. In de totale afdelingsuitslag zaten er twee voor mij uit de andere twee Rayons van Brabant 2000. Die waren die dag gewoon sneller, zo simpel is dat.
Daarom de punten uit de afdeling halen want de ene keer staat de wind zo en de andere keer weer zo. Het is aan de afdelingen om te switchen met een oostelijke of westelijke losplaats.
Eerlijkheid in de duivensport blijft een moeilijke zaak. Wij Nederlanders snappen het zelf niet eens, laat staan buitenstaanders in landen om ons heen.
Bij de Olympiade is het zelfs mogelijk om de beste jonge duif te hebben terwijl die niet eens op de jonge duivenvluchten heeft meegedaan. Als ik de top 5 bekijk, dan hebben alleen duif #1 en #5 hun punten op de jonge duivenvluchten behaald. Duif #2, #3 en #4 alleen op de nalijn.