- vrijdag 08 november 2019
Zondag 3 november 2019. Al enige tijd geleden vroeg een sterke speler om eens te schrijven over mijn duivinnenspel. Toevallig of niet, ik werd in de twee weken die hierop volgden benaderd door een drietal jonge liefhebbers die ook meer wilden weten over het spel met de duivinnen. Behulpzaam als ik altijd tracht te zijn heb ik toen de hoofdlijnen uitgelegd. Met de toevoeging dat ik de komende weken wel eens uitgebreid zou verhalen over de wijze waarop ik het voormalige zwakke geslacht speelde.
Onder andere door mijn bezoek aan Duitsland liet de beschrijving van mijn spelwijze even op zich wachten. Het uitstel gaf mij wel extra tijd om na te denken wat nu precies op te schrijven. Ook deed het uitstel mij realiseren dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn was geweest om te komen tot behoorlijk goed spel met de dames. Het deed mij beseffen dat ik ook de voorgeschiedenis van het redelijk succesvolle spel in Aalsmeer moest opschrijven.
Een laatste gedachte die opkwam was ook dat het belangrijk was de juiste randvoorwaarden te creëren. In ieder geval een en ander qua hokindeling, etc. zo optimaal mogelijk te organiseren en de duiven waarmee je het spel speelt zo optimaal mogelijk voor te bereiden qua opleiding.
Om met dit laatste te beginnen. Om succesvol met duivinnen te spel of om in ieder geval meer kans op succes te hebben is het van belang dat de duivinnen in hun geboortejaar goed worden opgeleid. Dit is natuurlijk een eerste klas open deur en geldt natuurlijk ook voor het spel met de doffers maar ik heb vooral de laatste jaren ondervonden wat de impact van niet goed opgeleide jaarling duivinnen is.
Zonder goede vooropleiding is het spel met de duivinnen eigenlijk gedoemd om te mislukken. Met terugwerkende kracht is het voor mij duidelijk geworden dat dit zo goed als zeker de reden was waarom het duivinnenspel op mijn oude locatie in Diemen nooit goed van de grond kwam waarover in een later stuk meer. In Aalsmeer speelde dit slecht opleiden van de jongen slechts in het eerste jaar in 2002 en in de jaren 2014 en 2015.
In de tussenliggende jaren werd in Aalsmeer altijd het gehele jongen duivenprogramma afgewerkt plus een aantal navluchten. Meestal alle navluchten indien er geen overlap was met de jonge duivenvluchten tellend voor het jonge duivenkampioenschap. Soms werd er een ploeg jonge duiven gespeeld op de Derby vlucht die toen nog meestal in Augustus plaatsvond. Vaak is dit niet geweest want ik had het nooit zo op de Derby vlucht.
Opgemerkt dient wel te worden dat in mijn meest succesvolle kweekjaar, 2012, wel alle jonge duiven gespeeld werden op de Derby. In dat jaar kregen ze zelfs nog een aantal maal extra twee nachten mand omdat ze ingekorfd konden worden bij PV De Telegraaf die ze dan liet vervoeren door de toen nog bestaande afdeling Kuststrook. In 2013 deed ik dit overigens ook maar met een veel kleinere ploeg jongen.
Na die jaren kreeg ik nooit meer de kans om dit te herhalen door de gezondheidsproblemen die vooral in 2014 en in mindere mate 2015 het kweekhok en de jonge duivenkolonie teisterden. Vooral 2014 was een dramatisch jaar terwijl in 2015 de drukte op mijn werk het jonge duivenspel in het water deed vallen. Pas in 2016 konden de jongen weer min of meer normaal gespeeld worden al vlogen ze niet het gehele programma. Echter door in te korven op vluchten van afdeling 5 was de opleiding nog min of meer ok, met een vlucht of 10 per duif (maar nooit meer dan een nacht mand). In mijn laatste jaar (2017) hield ik als een prof duiven en was het spel met de jongen een fluitje van een cent (en erg succesvol).
Ik kan nog altijd wel eens zitten mijmeren wat deze ploeg duiven van 2017 als jaarling gedaan zou hebben. De jonge duiven en vooral duivinnen die het in hun geboortejaar al goed deden waren bijna zonder uitzondering mijn latere topduiven. Hierbij kwamen dan de onverwachte ontdekkingen, duiven die later tot bloei kwamen en/of zomerjongen zoals bijvoorbeeld Gini.
Het gevolg van een slechte opleiding laat zich natuurlijk raden. Veel duiven die te laat komen, veel echte laatkomers (uren later) en afhankelijk van het weer en vooral de wind veel verliezen. Vooral bij Zuidoosten wind was het oppassen geblazen met de niet goed opgeleide jaarlingen.
Gelukkig speelde ik in de periode dat de jongen slecht opgeleid werden reeds enkel de duivinnen. De doffer zat thuis dus diens motivatie werd niet beïnvloedt. Dit laatste is wel het geval met dubbel weduwschap. Dit gaat eigenlijk niet met slecht opgeleide duiven. De partners moeten dan veel te lang op elkaar wachten en dat is vooral voor de doffers funest.
Ooit had ik een hele knappe doffer de 541 van 2003 als ik mij het nummer goed herinner. Eén van de beste doffers die ik ooit gehad heb. Hij zat bij toeval zo ongeveer gekoppeld aan de slechtste duivin van het hok. Het jaar weet ik niet exact meer (vermoedelijk 2007 maar het kan ook 2006 of 2008 geweest zijn) maar hij vloog een viertal weken vroeg en zijn duivin kwam uren later thuis. Na de week voordien een eerste prijs gespeeld te hebben begon hij plotseling te missen, iets wat hij zelden deed. Het duurde enkele weken voordat ik mij realiseerde dat ik de duivin moest thuishouden. Zo gezegd zo gedaan en niet veel later vloog hij weer een eerste in groot verband (de afdeling als ik het mij goed herinner). Kortom wilt u dubbel weduwschap spelen zorg dan dat alle jongen, de latere jaarlingen goed opgeleid zijn.
Overigens loste ik het probleem van slecht opgeleide jaarlingen in de moeilijke jaren, maar ook in de jaren daarvoor, op door altijd wat extra duivinnen te hebben ten opzichte van het aantal doffers. Soms een tiental meer. Afhankelijk van het aantal doffers.
In de jaren dat er wel goed opgeleid werd waren dit zomerjongen. Uit deze groep kwamen dan vaak hele verrassende topduiven tevoorschijn. In de jaren dat er slecht werd opgeleid kon ik slechts hopen op één of meerdere hoeraroepers. Gek genoeg stonden die altijd wel op. Al vergde dit wel het nodige geduld want de slecht opgeleide jaarlingen hadden altijd wel vier tot zes weken nodig om opgang te komen.
Dit waren dan vaak duiven die pas in het seizoen koppelden aan een doffer. Enerzijds omdat ze niet eerder wilden koppelen (waarover in een later stuk meer) anderzijds omdat er geen doffer en/of broedhok beschikbaar was.
Ook heb ik wel eens doffers gekoppeld aan twee duivinnen. Bij mij is dit echter nooit goed van de grond gekomen maar ik ken grote hokken waar dit met veel succes wordt toegepast. Wellicht ontbrak het mijn aan voldoende tijd om dit in goede banen te leiden. Niet alleen na thuiskomst van de vluchten want als je dan niet oppast is het “bloed aan de paal”, maar al tijdens de kweek, bij het opleren en het tonen dat ik in die jaren nog deed.
Het enige jaar dat ik dit probeerde koppelde ik eerst de jaarling duivinnen aan oude doffers en liet ze een jong grootbrengen waarna ik de oude doffers nogmaals koppelde aan hun vertrouwde duivin. Die liet ik tien dagen broeden. Dit verliep allemaal naar wens maar de problemen ontstonden bij het africhten (een extra ploeg) en het tonen (idem dito). Na enkele weken liet ik het lopen omdat ik op de vluchten geen echt resultaat zag. Het gevolg was dat de oude koppels in het broedhok zaten en de jaarling duivinnen op de grond. Gelukkig had ik het maar in een afdeling geprobeerd. In de loop van het seizoen trok het overigens vanzelf weer recht. Door verliezen werden nieuwe koppels gevormd. Het was voor mij “eens maar nooit weer”. Ik zou beginnende liefhebbers, te grote liefhebbers en/of liefhebbers met weinig tijd dit systeem nooit aanraden.
Volgende week volgt de volgende aflevering met de volgende randvoorwaarde. Dan zal ik de hokindeling beschrijven. De niet succesvolle indeling(en) in Diemen en de succesvolle indelingen in Aalsmeer. Het maken van wat schematische tekeningen van de hokken vergt een beetje voorbereiding.
OP EIGEN HONK:
Valt niet zoveel te melden. Het normale werkritme is weer opgepakt. Opmerkelijk genoeg heb ik deze reis geen enkel probleem gehad met de jetlag. Dit verschilt nog wel eens van trip tot trip. Soms is het naar Europa toe een probleem en soms is dit andersom. Dit keer dus helemaal niet, vooral na de terugreis was het alsof er niets gebeurd was. Wel lekker.
Overigens heb ik deze week al eens een blik geworpen op de reisplanning voor de zomer/het najaar/de kerstperiode van 2020. Tot mijn grote verbazing waren alle trips richting Australia voor de Kerst van 2020 bij de budgetmaatschappij al reeds volgeboekt!!! Mochten we een bezoek aan mijn droombestemming gaan brengen dan moet het dus eerder of later. Optie 1 is nu de herfstvakantie. Komende weken maar eens besluiten.
Zoals gezegd valt er voor de rest weinig te melden dus tot volgende week,
Groet,
Michel