- vrijdag 11 januari 2019
Weer terug
Zaterdag 5 Januari 2019. Het eerste weekstuk van 2019 heeft even op zich laten wachten. Of eigenlijk was het het laatste weekstuk van 2018 dat niet geschreven werd. Het kwam er namelijk niet van. Op de gebruikelijke “schrijfdag”, de zondag, vlogen Floor en ik van Bali terug naar KL en bleven er na thuiskomst weinig uurtjes over. De feitelijke vliegreis duurt 3 uur maar samen met het in- en uitchecken (immigratie plus bagage) plus de transfertijd naar vliegveld en huis duurt de netto trip toch een ruime 8 uur.
Het plan was dan ook om maandag 31 december wat laatste gedachten over het jaar 2018 aan het papier toe te vertrouwen. Echter hier was het persoonlijk ongemak die mij de laptop niet deden doen openen en mij de hele dag in bed deden blijven. Iets waar ik de laatste jaren wel vaker last van heb op Oudjaarsavond. Oudjaarsavond heet hier overigens New Years eve
.
Ik zag het vuurwerk dan ook uiteindelijk vanaf een afstandje. Gelegen op bed kon ik door de open geschoven gordijnen een minuut of tien meekijken (nippend aan een flut met citroenwater). Veel langer duurt het vuurwerk hier kennelijk niet want vorig jaar was het ook niet veel.
Formeel mogen particulieren hier niets afsteken en veel wordt het ook niet gedaan. Van vreugdevuren heeft men hier ook niet gehoord. Althans ik heb er niets van meegekregen, hetgeen ook geldt voor eventuele ongeregeldheden. Niets van dit alles. Best wel rustig.
Een heel andere verhaal dan ik las over Nederland. Het lijkt er op dat de puinhoop daar alleen maar groter wordt. Het ligt zeker aan het dalen van de persoonlijke moraal maar ook aan de overheid. Die is in Nederland veel te slap. Kijk naar het gevalletje Scheveningen. Wie denkt dat een stapel lawaaiboomhout ter hoogte van een flatgebouw van 16 tot 20 verdiepingen geen problemen gaat opleveren met een wind die richting het land waait heeft kennelijk nog nooit een vuurtje gestookt in zijn jonge jaren. Of de open haard aangestoken met goedkoop, vaak nat, hout. Dat spat alle kanten op!! Natuurlijk worden vervolgens de handen gewassen in onschuld.
Over puinhoop gesproken. Ook in duivenland zorgt het Nationaal vliegprogramma nog steeds voor veel beroering. In een aantal afdelingen dan. Als Facebook en andere internetsites de waarheid melden is er nog altijd gedoe in de afdelingen 8, 10 en 11. Waarbij afdeling 8 de kroon spant omdat het daar het bestuur is dat zich in mijn ogen tegen het programma blijft verzetten. Op de overigens wel mooi vormgegeven en actuele afdelingssite staan lange epistels over de nadelen en knelpunten van het Nationaal vliegprogramma die vooral met het vervoer te maken hebben. Ik vraag mij af waar dit toe gaat leiden. Gaat afdeling 8 echt het eigen programma uitvoeren of past men zich uiteindelijk toch aan? Ik kan het uit hetgeen er geschreven wordt niet direct opmaken.
Persoonlijk zou ik niet zoveel energie in de negativiteit steken. Het is beter om te kijken hoe één en ander wel opgelost kan worden. Het oplossen van een capaciteitsprobleem door extra oude duiven ten tijden van de jonge duiven vluchten zou niet de grootste issue moeten zijn. Er is overcapaciteit in andere delen van Nederland en van het vervoeren in zeilenwagens is nog nooit een duif dood gegaan. Sterker nog de ZLU doet nooit anders en dit wordt altijd geprezen.
De ervaring in andere afdelingen leert bovendien dat die deelname van de oude duiven niet bijzonder groot is. In de praktijk doen alleen de topspelers op de korte afstanden nog mee plus een enkeling die zijn duiven,vooral duivinnen, in het ritme wil houden. Van concoursvervalsing is daarnaast nauwelijks sprake. Eigen ervaring leert dat de meeste ouden al lang thuis zijn voordat de jongen arriveren.
Ook zal het probleem zich in de toekomst vanzelf oplossen doordat het aantal liefhebbers voorlopig nog wel even daalt en hiermee ook de deelname/het aantal ingekorfde duiven.
Kortom volgens mij kan het bestuur beter de strijdbijl met de NPO begraven en zich richten op oplossingen.
Een tweede zaak die in het oog sprong was het tijdig aanleveren van de ringen voor 2019. Ik kan het niet laten hierover een beetje sarcastisch te doen. De kleur was geel dit keer en een vast ritme in de kleuren zoals vroeger kan ik niet meer ontdekken maar dat kan aan mij liggen. Ook kan het aan mij liggen maar volgens mij is er op de laatste NPO vergaderingen met geen woord meer gesproken over het debacle van vorig jaar. In ieder geval ben ik wel nieuwsgierig naar de financiele afhandeling van het één en ander. Er zijn zonder twijvel extra kosten gemaakt die logischerwijs op de leverancier verhaald zouden moeten zijn. Wellicht dat de jaarstukken hierover meer duidelijkheid geven op de eerstkomende NPO ledenraad (ik kan nog steeds niet echt wennen aan deze naam).
Positief was de laatste dagen natuurlijk weer de stroom aan berichten over de nieuw geboren jonge duiven. Duivensport is en blijft de sport van de hoop. Deze hoop is deze dagen weer in grote hoeveelheden in de hoofden van vele liefhebbers binnengestroomd door de geboorte van vele potentiele kampioenen.
Zelf kan ik dit gevoel mij nog duidelijk voor de geest halen. Tijdens het koppelen al onstond het. Bij veel koppels had ik op voorhand het idee dat dit ultieme topkoppels waren en ik kon bijna niet wachten op de resultaten. Hoop die bijna altijd verwerd tot illusie. Behalve misschien in mijn laatste jaar, toen zette ik een aantal koppels bij elkaar die ook daadwerkelijk jongen bleken te geven die al in hun geboortejaar de op voorhand gedroomde resultaten waarmaakten.
Het waren overigens allemaal kruisingen en hiermee maakte ik mijzelf het leven in retrospectief niet makkelijker. Natuurlijk kruisingen hebben kans op groot succes maar ook veel kans op afval zoals ik de jaren daarvoor meemaakte. Ook de nakweekvan met kruisingsproducten is niet altijd gemakkelijk. Ik kweekte de laatste 10 jaar in Aalsmeer altijd wel een paar toppers maar wist op voorhand bijna nooit welke duif dit zou worden laat staan uit welk koppel ze zouden komen. Het leek/was vooral een kwestie van “een gelukkig hand”. Zoveel mogelijk goed maal goed (of kinderen van goede ouders maar kinderen van goede ouders).
Een en ander werd mij deze week weer eens, misschien wel pijnlijk, duidelijk bij het lezen van het nieuwe digitale boek van Steven van Breemen (Hints voor Koppelen, Spelen en Selecteren). Ik heb pas zo’n 10% van het uiterst vlot geschreven boek gelezen maar deze eerste bladzijden hebben mij er van overtuigd. Mocht het er in de toekomst nog van komen om duiven te houden dan zal ik het anders aanpakken. Met een plan hoe een en ander aan te pakken. Een soort kweekplan. Met bijvoorbeeld een aantal kweeklijnen van goed presterende hokken met (enige) stamvorming al dan niet gecombineerd met kinderen van absolute topduiven omdat ik bij een herstart toch wel snel resultaat zal willen hebben. Wordt vervolgd zullen we maar zeggen. Al kan dit nog wel een tijdje duren.
OP EIGEN HO(N)K
Is het nog steeds een beetje rommelig om het mild te verwoorden. Mijn schoonmoeder “ligt nog altijd slecht” en om die reden is mijn vrouw achtergebleven op Bali. Hierdoor kan zij de overige familie nog een beetje ontlasten. Het betekent wel dat we in KL weer een vader dochter huishouding hebben. Los van het feit dat verstandhouding prima is geeft dit wel zo zijn uitdagingen. Een kleine inspectieronde op de verdieping die ze tot haar beschikking heeft leerde dat er zo ongeveer nog vuile was van vele weken op haar twee kamers lag. Sindsdien draait de wasmachine dagelijks 2 tot 3 wassen ….
Ook het opruimen van haar spullen in de rest van het huis blijft nog wel een dingetje. Als een echt kind van deze tijd zijn Netflix, Instagram en wat er al niet meer aan sociale media en bronnen van vermaak beschikbaar is veel belangrijker dan het opruimen van je spullen. Ook het doen van klusjes voor de gemeenschap is een aandachtspuntje. Het gaat echter langzaam maar zeker iets beter want toen ik vrijdagavond thuiskwam van mijn werk was de stofzuiger door de beneden verdieping getrokken en ook de kattenbak wordt inmiddels gewoon dagelijks “gereinigd”.
Het is netals in de duivensport, de aanhouder wint al zal er hier en daar ook nog wel een kleine terugval zijn. Afwachten maar weer.
Tot het volgende weekstuk, vermoedelijk gewoon volgende week zondag.
Michel