- zaterdag 13 januari 2018
Ringen kosten geen 7 cent (9 jan)
In mijn post van 31 december vergeleek ik de prijs van ringen in Nederland en België, er van uitgaande dat in beide landen jaarlijks 1.000.000 (een miljoen) ringen werden verkocht.
Nederlanders betalen 0,50 cent per ring. Belgen voor ringen van dezelfde fabrikant een euro. Daarmee kom je aan een verschil in opbrengst van 500.000 euro voor eenzelfde aantal ringen. En doe daar voor de Belgen gerust wat euro’s bij omdat vanaf de 151e ring 2 euro moet worden betaald.
Wat nu zo wonderbaarlijk is? De Belgen zeggen dat ze aan die ring niet alleen niets verdienen maar er zelfs op toegeven, blijkens een publicatie in 2016 hier onder.
Iedere ring kost 1,07 euro aan de KBDB. Zelfs met de verkoop aan 1 euro is er dus nog verlies. Om dat te compenseren wordt de meerkostprijs van 2 euro vanaf 151 ringen aangehouden, alhoewel dit jaar is gebleken dat er op die manier bijlange niet genoeg inkomsten werden geboekt. De 3 procent regel valt weg, er komt een evaluatie eind oktober 2017. De reglementen zijn nu zodanig aangepast dat bij een eventuele herinvoering van de 3 procent regel de liefhebbers die in overtreding zijn, beboet kunnen worden. Nationaal penningmeester De Winter beklemtoonde tijdens de vergadering dat er geen enkele euro in de berekening voor de Olympiade zit. Een van de mensen die op mijn blog reageerde, was Zuid Hollander C. E, een liefhebber die ’s nachts slaapt en een kei in cijfers en getallen. Met de info die ik van hem kreeg aangereikt werd de werkelijkheid nog fantastischer dan de verbeelding.
MELK KOE
Met de nieuwe informatie kan ik wat meer in detail treden. Twee jaar terug had de KBDB eind februari reeds 1.200.000 ringen verkocht en daar zullen er zeker heel wat bijgekomen zijn.
In 2016 werden door de NPO 960.000 ringen ingekocht voor 56.444 euro. Voor eigendomsbewijzen moest 9.201 euro worden betaald. Dat komt er dus bij. Een rekensom leert dat de kostprijs van een ring niet meer dan 0,068 cent was. Dus nog geen 7 cent. .
Voor 960.000 ringen betaalden de liefhebber dus 480.000 euro (0,50 per ring). Verschil tussen betaalde prijs voor de ring en ontvangen inkomsten is dus 371.569 euro. Ofwel ‘een winst’ van 0,43 cent per ring. En … als Nederlanders ringen in kunnen kopen voor 0,068 cent mag men gevoeglijk aannemen dat Belgen dat ook kunnen. Of voor minder vanwege iets meer ringen.
SCHRIJNEND
Maar goed, laten we uitgaan van 1.200.000 ringen en een inkoopprijs van 0,068 cent per ring. Tel daarbij op 10,000 euro voor de eigendomsbewijzen en men komt aan een totaal bedrag van 91.600 euro dat de Belgen betaalden voor 1.200.000 ringen.
In Nederland komt men aan een verschil van ruim 371.000 euro tussen inkoop en verkoop, in Belgie is dat meer dan 1.100.000 euro. In werkelijkheid meer vanwege een dubbele prijs vanaf de 151e ring.
Natuurlijk is die 1.100.000 euro geen winst. Er zullen heus wel kosten zijn, maar met 20.000 euro kan je heel wat kosten maken. Wat men in Nederland doet, 50 cent vragen voor een ring die geen 7 cent kost is gepruts vergeleken bij de Belgen. Onbegrijpelijk dat nog niemand vragen stelde.
Die meer dan 1 miljoen euro verschil tussen inkoop en verkoop zullen mensen echt niet in eigen zak steken, daar zal wel zinvol gebruik van gemaakt worden, maar die KBDB man die beweerde dat de liefhebber ringen krijgt onder de kostprijs raad ik aan gauw te gaan biechten als hij wat ouder is en nu het nog kan. Hij is een jokkebrok. Of houdt de fabrikant zo van Oranje dat ze in Nederland de ringen voor de halve prijs krijgen.
EN NOG DIT
Van Belgen die in Nederland zijn gaan spelen hoor ik hoeveel minder duivensport hun nu kost. Want het is niet alleen de ringen, ook het vervoer, verplichte uitslagen, betalen voor klok regelen, ringen chippen enzovoorts. Bij de KBDB weten ze dat verdomde goed. Geen Belg mag nog in Nederland gaan spelen om aldus een leegloop te voorkomen.