- zondag 12 februari 2017
Antibiotica
Toen ik ca. 30 jaar geleden aandacht begon te vragen voor een meer natuurlijke aanpak van de duivensport, was ik als een roepende in de woestijn en een roeier die tegen de gangbare stroom probeerde in te roeien. Niet vreemd als we dit plaatsen binnen het tijdsgewricht van toen. In die tijd was zelfs de overheid een groot voorstander van het gebruik van antibiotica. Er bestond regelgeving die het gebruik van antibiotica in veevoeder zelfs moest bevorderen. Oren naar de risico’s van resistentie inductie door het bovenmatige antibioticum gebruik waren er niet of nauwelijks. De tijd was er gewoon niet naar. Dus ook in de duivensport was er een cultuur van antibioticum gebruik als panacee voor alle kwalen. Nu denkt U misschien dat ik een tegenstander ben van antibiotica. Welnu, dan heeft U het echter mis. Ik ben maar wat blij dat deze stoffen bestaan. Sterker nog, ik heb er mijn leven aan te danken. Als klein kind werd ik getroffen door een ernstige glomerulonefritis (bloedvergiftiging) die me bijna een half jaar in het ziekenhuis deed belanden. Zonder het bestaan van penicillines destijds, had ik dit artikel nu niet kunnen schrijven. Mogelijk dat dit laatste er voor gezorgd heeft dat ik streef naar een verstandig gebruik van deze middelen. Ik las onlangs dat er een vrouw overleden was aan een blaasontsteking, omdat de bacterie die deze blaasontsteking veroorzaakte niet meer gevoelig was voor welk middel dan ook. Het zal je vrouw, moeder, dochter of kleinkind maar zijn.
Dat alles neemt niet weg dat ik als dierenarts, waar nodig, antibiotica zal inzetten om zieke duiven die aan een infectieziekte lijden, te helpen genezen. Als antibiotica nodig zijn, dan zijn ze nodig. Helder.
De tijd is echter drastisch aan het veranderen. Waar vroeger dus zelfs de overheid het gebruik van antibiotica stimuleerde, heeft dezelfde overheid nu een draai gemaakt van 180 graden. Men streeft van overheidswege nu een beleid na, waarbij antibiotica niet alleen zo min mogelijk worden ingezet, maar waarbij ook gekeken wordt ernaar welke antibiotica wanneer nodig zijn of gebruikt kunnen worden. Dit is als een volledige trendbreuk met het oude beleid te beschouwen. De duivensport en de liefhebbers dienen zich dit dan ook te realiseren.
Nederlandse regelgeving gaat hierin verder dan regelgeving in de ons omringende landen. Zo kunnen liefhebbers uit de grensstreken vaak niet begrijpen dat het voorschrijven van bepaalde middelen in Nederland aan banden is gelegd, aangezien deze middelen zonder veel problemen in onze buurlanden nog verkrijgbaar zijn.
Dierenartsen in Nederland hebben echter te maken met de Nederlandse regelgeving.
Gezondheidszorg versus ziektezorg
Zoals ik eerder al schreef, was ik al een voorstander van een meer natuurlijke aanpak, lang voordat de regelgeving de dagelijkse praktijk had ingehaald. Deze beperking in het gebruik van antibiotica kwam voort uit een visie dat we binnen de duivensport niet alleen te maken hebben met ziektezorg, maar dat er tevens sprake zou moeten zijn van gezondheidszorg naast de prestatiezorg.
Wat bedoel ik hiermee? In mijn boek Duiven gezond houden probeer ik inzichtelijk te maken dat we binnen de duivensport min of meer te maken hebben met Ziektezorg, Gezondheidszorg en Prestatiezorg. Natuurlijk zijn dit in de dagelijkse praktijk in elkaar overlopende gebieden. Maar jarenlange observatie maakte duidelijk dat menige liefhebber alleen aan ziektezorg en aan prestatiezorg wil doen. De zorg voor de gezondheid wordt daarbij gezien als een geschenk van de natuur. Iets dat als vanzelf bestaat als je de duiven water en voer geeft. Zodra er sprake is van weinig stress, zal dit vaak ook kloppen. Maar zodra stress in het spel komt, kan dit verhaal totaal veranderen. Ziektes liggen dan overal op de loer om te kunnen toeslaan. De mate van Gezondheid is dan mede bepalend of dit al dan wel of niet makkelijk lukt.
Dierenartsen zijn opgeleid om ziekten te genezen. Bezoekt u een doorsnee dierenarts, dan zal deze uw duiven op de aanwezigheid van ziekten onderzoeken en, waar nodig, een behandeling voorstellen. Niets mis mee. Ik onderzoek de duiven ook op de aanwezigheid van ziekten en ook ik stel, waar nodig, een behandeling voor. Ik beschouw het echter als een gemiste kans als aan de liefhebbers dan niet wordt uitgelegd dat na deze behandeling de ziekte mogelijk wel weg is, maar dat daarmee de gezondheid van de duiven niet onmiddellijk is hersteld. Iedere liefhebber begrijpt dat we na een griep zelf niet gelijk een marathon kunnen lopen (als we dit al kunnen). Iedereen snapt dat de gezondheid daarvoor eerst geoptimaliseerd dient te worden. Toch heeft menige liefhebber nog steeds het idee dat als de ziekte overwonnen is, de duiven gelijk weer de mand in kunnen om een (top)prestatie neer te kunnen zetten. Nu zijn de wonderen natuurlijk niet de wereld uit, maar doorgaans heeft het lichaam na een ziekte toch enige tijd nodig om te herstellen hiervan.
De zorg om dit proces te ondersteunen duid ik aan met Gezondheidszorg. Gezondheidszorg is dan ook te zien als dat handelen dat de duiven minder gevoelig maakt voor ziekten. Het zorgen voor voldoende weerstand. En juist deze Gezondheidszorg is binnen de diergeneeskunde en de duivensport vaak een ondergeschoven kindje. De liefhebbers die wel doorhebben dat het belangrijk is om de weerstand te optimaliseren en te ondersteunen, die worden vaak met argusogen bekeken door andere liefhebbers die zich dan afvragen welke ‘geneesmiddelen’ deze, goed spelende, liefhebbers weten te gebruiken.
Maar het is zoals Cruyff al stelde: je gaat het pas zien zodra je het door hebt.
Door de jaren heen is mijn stelling geweest en is deze nog steeds: Stimuleer de Gezondheid – werk dus aan de Gezondheidszorg- waardoor er minder kans bestaat op ziekte. De wegen om dit te bereiken wil ik de komende tijd, naast de behandeling van onderwerpen die thuis horen in de Ziektezorg, in een aantal columns verder ter overweging meegeven. Uiteindelijk bepaalt iedere liefhebber zelf welke weg hij wil bewandelen en dat is goed ook. Ik wil gewoon een aantal mogelijkheden hier aanreiken de komende tijd. De liefhebber kan daar dan al dan niet zelf zijn voordeel mee doen.
Succes,
Peter Boskamp