- woensdag 04 augustus 2021
Transport van duiven
Het vervoer van de duiven naar de lossingsplaatsen is een heikel onderwerp. Vaak lopen gesprekken hierover uit in woordenwisselingen. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het transport doen doorgaans hun best alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Dan is een op- of aanmerking al gauw opgevat als kritiek.
Tijdens mijn studie heb ik ook een onderzoek gedaan naar het transport en de transportschade bij slachtkuikens. Daarbij werd in vier verschillende jaargetijden ook gekeken naar temperatuur, PCO2 gehalte en dat soort parameters.
In mijn optiek is, omdat de duivensport topsport geworden is, ieder facet in de duivensport belangrijk, dus ook het vervoer. Er zijn grote verschillen tussen de diverse landen wat betreft het transport, de grootte van de manden, de afstand tussen de manden. Allemaal factoren die invloed hebben op de zuurstofvoorziening van de duiven in de laadruimte.
Er zijn transporten waarbij er aparte drinkgoten zijn voor iedere duivenmand, maar ook systemen waar de watervoorziening centraal geregeld is. De temperatuur tijdens het transport heeft ook zijn invloed op de duiven. De plaats in de vrachtauto is van belang. De manier waarop de duiven op de losplaats gelucht worden. Waar komt de wind vandaan. Kortom er zijn diverse factoren van invloed op het wel een wee van de duiven in de manden.
Vaak komen liefhebbers naar de kliniek in de overtuiging dat hun duiven ziek moeten zijn omdat ze te laat komen. Meerdere keren is dan niet veel afwijkends vast te stellen. Maar uit het verhaal van de liefhebber is dan op te maken dat de watervoorziening in de manden niet optimaal verlopen is. Zeker op warme transporten dan dat heel verkeerd uitvallen. Hebben de duiven wel voldoende kunnen drinken. Al met al zijn er heel veel ins en outs die bij het transport van belang kunnen zijn. Factoren die best hier en daar wel eens onder de loep genomen mogen worden.
Besmettingen
Een van de zaken die mij als dierenarts, de laatste anderhalve maand, opviel waren de gigantische besmettingen met pestkop, trichomonen en de toename van de aanwezigheid van slijm, die duiven in korte tijd opliepen. Duiven die op maandag gecontroleerd werden na een vlucht en dan na drie dagen mand de week erop vol zaten met deze parasieten. Vaak in hoeveelheden die onmogelijk leken in zo een korte tijd te kunnen zijn ontstaan.
Toch was dit dan wel degelijk het geval. Dan heb ik het over besmettingen met het geel die toenamen van 0 tot 4 en bij de pestkop van 0 naar 6 plus. Dat dan naast een aanzienlijke toename van de aanwezigheid van slijm. In een aantal gevallen kwamen de duiven dan ook veel te laat of helemaal niet meer thuis. Bij zulke zware besmettingen is dit natuurlijk ook helemaal niet meer verwonderlijk.
Onder normale omstandigheden hebben dergelijke infecties EEN tot TWEE weken nodig om te ontstaan. Echter niet na drie dagen mand.
Ik kreeg vermoedens hoe dit zou kunnen komen.
Een paar jaar terug was dit namelijk ook het geval geweest bij een vlucht naar Bordeaux. De duiven hadden toen meen ik 5 dagen mand gehad door het slechte weer en net als dit jaar was er een matig voorjaar aan vooraf gegaan. Dit jaar hebben we in mei ook maar hele matige weersomstandigheden gehad. De temperaturen pasten vaak meer bij maart en april dan bij mei.
Nu kunt U zich afvragen wat dit met de infecties te maken heeft.
Welnu, algemeen wordt aangenomen dat bij hoge temperaturen de trichomonen en andere bacteriën het moeilijk hebben om te overleven. Warmte remt hun ontwikkeling omdat ze sneller uitdrogen. Koude en natte omstandigheden zijn is deze veel gunstiger om buiten het dier te kunnen overleven.
Zo weten we van de pestkop dat deze in de wintermaanden op het hok zich makkelijk kan handhaven. Deze bacterie is in staat een bio-film te maken waarmee hij zijn overlevingskansen vergroot. Een bio-film moet U vergelijken met water dat enige weken op een terras staat. Aan de binnenkant van de emmer waar het bijvoorbeeld in staat voelt men dan een gel laag ontstaan. Deze gel-laag is dan niet alleen een overlevingsplek voor de pestkop maar ook voor vele andere bacteriën.
Nu heb ik deze ontwikkeling al vaker aangekaart bij mensen die verantwoordelijk zijn voor het transport. Maar steevast krijg ik dan te horen dat dat allemaal goed geregeld is. Daar kan ik het dan mooi mee doen. Maar meten is weten en dat is nu precies wat een afdeling die me benaderde heeft gedaan.
Bio-Film
Ik werd deze week benaderd door een vertegenwoordiger van een afdeling waar men monsters van de drinkgoten zowel als het voorraadvat voor het water hadden laten controleren op de aanwezigheid van ongewenste kiemen.
Ik mocht de uitslag bekijken en kreeg een bevestiging van het vermoeden dat ik al lang koesterde. Dit erkende laboratorium had vastgesteld dat er ‘Bio-film vormende kiemen gevonden waren die potentieel ziekteverwekkend (pathogeen) voor duiven konden zijn.
In principe was dit een bevestiging van mijn vermoeden, dat er onder gunstige omstandigheden door een aantal bacteriën die een bio-film kunnen vormen een klimaat kan worden geschapen. Waardoor er niet alleen gunstige omstandigheden ontstaan voor henzelf maar ook voor andere potentieel ziekmakende kiemen en protozoën. Het is alsof ze dan een uitnodiging rondsturen waarin staat: kom maar bij mij wonen dan heb je meer kans om te overleven.
Hebben we nu een warm en droog voorjaar waarbij de meimaand heel droog en heet is dan droogt deze biofilm tussen de vluchten en de tussenvluchten nog wel op tijd uit. Worden de vaten en de goten allemaal goed en grondig ontsmet na iedere vlucht dan kan er ook niet veel gebeuren.
Maar ook het vervoer van duiven is mensen werk, en waar gewerkt wordt, worden ook fouten gemaakt.
Er zijn vaak veel vluchten.
Dan is het wel eens mogelijk dat de routine van de ontsmetting wordt overgeslagen. Of, en dat is erger, er geen protocol voor een structurele ontsmetting is en dan kan onder bepaalde weersomstandigheden het er toe leiden dat er een bio-film gevormd kan worden in het drinkvat of zelfs de goten, die dan een broedplaats worden voor deze bio-filmvormende bacteriën en andere infecties.
Het ene jaar is het andere niet.
Dit jaar hebben we dus relatief een koud en nat voorjaar gehad. Ik acht het dan ook niet uitgesloten dat er gunstige omstandigheden kunnen zijn her en der zoals in de afdeling die me benaderde, waardoor de verliezen onder de duiven mogelijk mede hierdoor sterk konden toenemen.
Wat te doen.
Naast een goede reiniging na iedere vlucht dient ook een goede ontsmetting plaats te vinden van de drinkgoten en het vat met de watervoorraad. Alleen uitspoelen is dan niet voldoende. Daarmee krijgt men niet de hele bio-film weg of misschien moet ik zeggen helemaal niet.
Zwembadchloor dat voldoende lang kan inwerken en goed nagespoeld kan worden kan hier mogelijk een oplossing bieden voor het probleem. Een andere optie is Virkon S®. Dit desinfectiemiddel heeft of staat op het punt een toelating te krijgen voor drinkwatertoepassing bij kippen. De roemruchte pestkop, waarvan het bestaan door een aantal dierenartsen nog steeds wordt ontkent, omdat ze hem zelf niet weten vast te stellen, is ook gevoelig voor dit middel.
Bij inwerking van slechts 10 minuten van een 10% oplossing van Virkons S® is de bio-film, na grondige reiniging, doorgaans verdwenen. Virkon S® pakt een heel scala aan virussen en bacteriën aan en kan zo de infectiedruk tijdens het transport drastisch helpen verlagen.
Ik wil een en ander slechts ter overweging meegeven nu de geluiden van de te grote verliezen in verenigingen, ook bij oude duiven, aan blijven houden.
Succes,
Peter Boskamp