Nico van Veen
- zondag 08 oktober 2023
Martin van Zon - Krimpen a/d Lek - Keurder en Adviseurs-2
Het is ruim 10 jaar geleden dat ik de vorige column schreef in deze serie over keurders en adviseurs in de duivensport. Deze column schreef ik destijds over Bennie van Dijk en die column is tot op heden veruit mijn best gelezen column zo lang als ik met de-duivencoach.nl actief ben. Dat zal niet alleen met het onderwerp keuren en adviseren te maken hebben , maar ook zeker met de persoon. Bennie heeft veel te vertellen en heeft velen die tobden met hun hok en de gezondheid van hun duiven het plezier in hun hobby weer terug gegeven met zijn adviezen. Dat laatste geldt ook voor de hoofdpersoon van deze column; Martin van Zon uit Krimpen aan de Lek. Net als Bennie geeft Martin adviezen over hokken (Zijn van Zonhokken staan inmiddels bij vele liefhebbers) maar ook op het gebied van selecteren en koppelen heeft Martin een grote faam. De video’s die de Koerier heeft gemaakt en waarin Martin uitleg geeft over de uiterlijke kenmerken van een goede postduif, zijn door duizenden postduivenliefhebbers bekeken.
Martin is 74 jaar en speelt zo’n kleine 60 jaar met duiven. Hij is met de duivensport opgegroeid, daar zijn vader, een oom en ook zijn grootvader, postduiven hadden. In zijn tienerjaren had Martin dezelfde interesses en liefhebberijen als de meeste tieners en kwamen de duiven zeker niet op de eerste plaats. Martin ging op zijn 19e zelfstandig wonen en vanaf dat moment pakte hij de duivensport op met duiven van zijn vader. Hij maakte direct een bliksemstart, want met een handjevol jaarlingen werd vrijwel alles gewonnen wat er te winnen viel. Zelfs op Nationaal Orleans jonge duiven werden dat jaar vroege duiven gedraaid. Iets wat vele clubgenoten voor onmogelijk hadden gehouden. Tot op de dag vandaag speelt Martin op kampioensniveau mee. Aansprekende overwinningen en kampioenschappen zijn er de afgelopen 50 jaar veel geweest waaronder het winnen van een auto op Nationaal Bergerac. Toch had er volgens Martin nog veel meer in gezeten wanneer hij een minder turbulent en bewogen leven zou hebben geleid. In zijn leven was niet altijd tijd en ruimte om zich voor de volle honderd procent voor de duivensport in te zetten.
Mooie herinneringen zijn er volop. Zo schreef Richard van Stel ooit in het NP Orgaan het volgende over Martin zijn prestaties; “Om in deze prestigieuze rubriek “Nadoen” vermeld te worden, zal je van goede huize moeten komen, behalve Martin van Zon, want die staat er bijna elke week in.” Wanneer er zo iets over je geschreven wordt, geeft dat uiteraard veel voldoening. Desgevraagd geeft Martin aan dat hij nog steeds veel voldoening uit de duivensport haalt, al zijn er ook ontwikkelingen in de duivensport waar hij zich aan stoort. Op zijn website en in zijn blogs valt daar genoeg over te lezen. Martin; “Ik zit in een sterke club waarvan diverse leden Teletekst kunnen pakken. Als je in zo’n club een paar keer per jaar de eerste vliegt, geeft dat op zich al veel voldoening. Maar ik ga de komende jaren erg hard mijn best doen om mijn prestaties op afdelingsniveau verder te verbeteren. Ik heb hiervoor al een aantal investeringen gedaan. Maar als ik ergens duiven weet te zitten die mij verder zullen brengen om dit doel te verwezenlijken, ga ik die ook halen. Ik heb er alles voor over om mijn stam op een hoog niveau te houden.”
Martin steekt zijn mening niet onder stoelen of banken. Maar daarnaast gaf hij in gesprek met mij ook meermaals aan dat hij beslist open staat voor de mening van iemand anders en graag van anderen leert. Ik vroeg Martin daarom of hij wel eens terug komt op een eerdere stelling of standpunt. Martin; “Ik noem dat niet terugkomen op een eerder standpunt maar je mening bijstellen. Want natuurlijk heb ik mijn mening over bepaalde zaken in de loop der jaren wel eens bijgesteld. En ik probeer ook regelmatig iets uit. Zo heb ik dit jaar voor het eerst mijn oude duiven verduisterd en heb ik jaar ook met een ploeg onverduisterde jongen gespeeld. Ik zie een groot verschil in gedrag tussen de niet verduisterde en de verduisterde jongen. Niet verduisterde jongen trekken veel eerder en langer weg en zijn levenslustiger. Ook houdt je niet verduisterde jongen gemakkelijker gezond. Verduisterde jongen worden geremd in hun ontwikkeling. Later leren kan zeer zeker (door schade en schande), maar dat gaat dan ten koste van in potentie goede duiven. Door een gebrekkige ontwikkeling worden te veel goede jonge duiven verspeeld. Dergelijke inzichten verkrijg je niet door koppig vast te houden aan een bepaald systeem of overtuiging, maar door je open te stellen en zaken uit te zoeken en uit te proberen. Een wijs man zei ooit; “Hij is waarlijk meester die nooit ophoudt leerling te zijn.” Dat is mijn lijfspreuk en Ik leer gelukkig nog iedere dag bij.”
Over duiven keuren en koppelen heeft Martin een duidelijke visie. Hierover heeft hij in een film van de Koerier (104) een begrijpelijke uitleg gegeven. In mijn optiek is dit een selectiemethode die zijn vruchten afwerpt. Deze methode komt vrijwel 100 % overeen met mijn eigen methodiek en ik ben er van overtuigd dat wanneer je dit gedurende enkele jaren toepast, de kwaliteit van je duiven in grote stappen vooruit zal gaan. Maar niet iedereen zal dit in dezelfde mate in de vingers krijgen. Het vergt namelijk een groot onderscheidingsvermogen en een zeer goed geheugen, maar daarnaast ook zeer veel inzet en tijd. In mijn optiek is slechts 1 % van alle duivenliefhebbers in ons land in staat om met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een duif op de juiste waarde te kunnen beoordelen. Onder de 99 % die deze vaardigheid niet bezitten zijn er verschillende liefhebbers die nogal eens kritiek uiten op duivenkeurders / selecteurs. Ik vroeg Martin hoe hij hier tegenaan kijkt en hoe hij met deze kritiek omgaat. Martin; “Ik maak me niet druk om dergelijke kritiek. Er zijn veel belangrijkere zaken om me druk over te maken en dat zijn geen zaken die met de duivensport te maken hebben. Deze kritiek komt overigens zelden van kampioenen. Deze hebben meestal wel respect. Het zijn vooral de mensen die niet mee kunnen komen die kritiek uiten en daarbij is dan meestal sprake van afgunst en jaloezie.”
Martin heeft zeker een punt dat jaloezie en afgunst beslist een rol zullen spelen bij een bepaalde groep liefhebbers die niets van keuren op uiterlijke kenmerken willen weten. Maar er is toch ook een andere groep die geen geloof hecht aan het keuren van duiven op vliegkwaliteiten. Zo schreef een bekende duivensportjournalist in zijn blog het volgende; “Liefhebbers die menen aan een duif te kunnen zien of het een goede is, zijn van alle tijden. Die er zich zelfs voor laten betalen ook. Sommigen menen oprecht dat ze die gave hebben, andere zijn charlatans. Merkwaardig genoeg zijn het vooral de grootste kampioenen die beweren weinig of niets van duiven te kennen.” Ik was benieuwd hoe Martin tegen een dergelijke uitspraak aankijkt. Martin; “Verstand van duiven hebben wil niet per definitie zeggen dat je hard kan spelen met je duiven. Dat kan je zelfs in de weg zitten. Want zonder die kennis zal je je alleen op het spelletje concentreren. Zelf ben ik altijd bezig met een stammetje te vormen en te verbeteren. Ik wil mijn goede vliegers en kwekers zelf kweken en alleen af en toe gericht enkele duiven bij kopen die de stam beter kunnen maken. Dat is mijn uitdaging naast het goed presteren op de zwaardere vluchten waarbij het echt op de duif zelf aankomt. De mannen die zo hard roepen dat niemand iets van een duif kent, zijn helemaal niet bezig met een eigen stam. Hun strategie is bij de kleine goed presterende liefhebbers de beste duiven te kopen. Dus veel kopen en ook veel verkopen. Over kweek strategieën hoef je het met die mannen niet te hebben, want die hebben ze niet.”
Als keurder en selecteur bezoek je veel liefhebbers, kom je op veel hokken en wordt er veel advies aan je gevraagd. Bennie en ik hebben daarbij de ervaring dat er veel fouten worden gemaakt uit gemakzucht, of dat de betreffende liefhebbers te druk zijn met andere zaken waardoor belangrijke zaken over het hoofd worden gezien. Adviezen worden door zulke liefhebbers dan meestal ook niet opgevolgd. Ik vroeg Martin of hij dat herkende. Martin; “Ik herken dat niet. Maar dat is misschien wel regio gebonden. De liefhebbers die de kantjes er van af lopen zie je steeds minder en hier in de regio zeker niet. Die zullen er elke week onderdoor gaan en dat houdt volgens mij niemand vol. De duivensport is daar veel te duur voor. Natuurlijk maak ik ook wel mee dat mijn adviezen soms niet worden opgevolgd. Ik wil iedereen helpen maar als ze het niet in zich hebben en fout na fout blijven make, is het een keer afgelopen. Ik ga geen water naar de zee dragen.“
Tot zover Martin van Zon over zijn visie en ervaringen als keurder en adviseur. Zie ook zijn website http://martinvanzon.com/