- vrijdag 06 maart 2020
1 Maart 2020. Over 4 weken begint het vliegseizoen. Door het gedoe met het NPO-bestuur en de voorzitter in het bijzonder dreigt dit bijna een beetje op de achtergrond te raken. Vermoedelijk niet voor het merendeel van de ruim 15.000 liefhebbers die er volgens het kiesregister nog over zijn. De meeste van deze liefhebbers zullen zich minder druk maken om het gedoe op Papendal. Voor deze groep zijn het vooral de weergoden die het naderende seizoen nog ver weg doen lijken. Door de stormen en regen van de laatste weken moet het namelijk geen pretje geweest zijn om de duiven te verzorgen.
Persoonlijk had ik er altijd een pesthekel aan om de duiven bij dit soort hondenweer te moeten verzorgen. Met drinkbakken en mestblikken lopen door de gietende regen was nu niet bepaald mijn hobby. Gelukkig was het duiven houden op mijn erf de laatste jaren stukken makkelijker doordat ik voor alle hokken volières had. Hierdoor kon ik de duiven in de volières laten/op sluiten terwijl ik de hokken schrapte. Ook kon ik in het grote hok binnendoor naar iedere afdeling en had het kleine hok door de volière een droge instap. Kortom het slechte weer deerde mij de laatste jaren van mijn actieve loopbaan minder.
Met terugwerkende kracht kan ik het mij dan ook nog nauwelijks voorstellen dat ik in mijn jaren in Diemen dag in dag uit door weer en wind dagelijks naar de volkstuin moest om mijn duiven te verzorgen. Zonder enige vorm van comfort (water en licht). Vermoedelijk speelden mijn leeftijd (tussen 18 en 35 jaar) en mijn ongekende ambitie een rol. Ik heb dan ook zeer veel bewondering voor degenen die nu nog steeds op deze Spartaanse wijze duiven houden.
Ook veel bewondering heb ik voor het groepje afdelingsbestuurders dat met veel elan een uitweg probeert te vinden uit de bestuurlijke impasse waarin de duivensport in Nederland verkeert. Critici zullen zeggen dat ze hier deels ook verantwoordelijk voor zijn maar persoonlijk ben ik een andere mening toegedaan.
Ik vind het moedig dat de afdelingen de voorzitter een halt hebben toegeroepen omdat deze voorzitter vrijwel geheel de feeling met de achterban verloren was (op een enkele trouwe volger na). Ook zou de voorzitter die nu ogenschijnlijk nog steeds tegenspartelt zich moeten realiseren dat het diezelfde afdelingen waren die hem een aantal jaar geleden in het zadel hielpen. Het toenmalige bestuur stapte toen echter zelf op toen bleek dat ze het draagvlak verloren hadden.
Een groot verschil met het gedrag van de huidige voorzitter. Zelfs in de zeer magere voorlopige agenda staat geen woord over een mogelijk weerwoord op de motie van wantrouwen. Slechts het wel geagendeerde voorstel tot ontslag van de voorzitter toont aan dat er iets gaande is, want ook onder het kopje “bestuursverkiezing” is de inhoud uiterst summier. “Er hebben zich geen kandidaten gemeld bij het bestuur”, is de enige zin die hier vermeld staat.
Deze simpele zin doet echter weer vraagtekens rijzen? Er was toch een sollicitatiecommissie aangesteld die moest zorgen voor nieuwe kandidaten? Deze commissie onder leiding van Harry Meijners (ex-lid van het bestuur onder leiding van MvdK en nog niet zo lang geleden opgestapt) had toch als taak tot aanvulling van het NPO-bestuur te komen? Het feit dat het deze commissie ogenschijnlijk niet gelukt is om te komen met kandidaten is op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Het leidt bovendien tot speculatie. Houd de voorzitter zijn kaart soms nog tegen de borst? Zou de voorzitter op het laatst komen met een trits nieuwe bestuurders of is het zover gekomen dat geen enkel verstandig mens zich nog voor de kar van de huidige voorzitter wil laten spannen? De tijd zal het leren.
De afdelingen hebben echter de koe wel bij de horens gevat en drie uiterst capabele bestuurders gevonden om de kar te gaan trekken. Naast de recent opgestapte penningmeester Ton Geitenbeek die zijn portefeuille weer wil oppakken, zijn de twee andere kandidaat bestuurders (van de Aast en de Rijke) wel van een voor de duivensport ongekend kaliber. Zowel van de Aast als de Rijke kunnen terugzien op een uiterst succesvolle maatschappelijke/beroepsmatige carrière en hun expertise kan de duivensport meer dan goed gebruiken.
Beide heren zijn daarnaast herintreder in de sport als ik goed ben voorgelicht. Dit maakt het plaatje nog mooier. Niet alleen binnen de duivenwereld maar ook voor de positieve PR naar buiten toe. Zodra alles in kannen en kruiken is lijkt het mij interessant meer van beide heren te weten te komen. Wat drijft hen, wat deed hen besluiten de duivensport weer op te pakken en nu dus om hun nek uit te steken door in het NPO-bestuur zitting te willen nemen?
Zoals gezegd niet alleen voor de innercircle maar ook voor daarbuiten moet het lezenswaardig materiaal zijn en een positieve PR voor onze mooie sport. Ik zie de kop van het artikel in het AD of de Telegraaf zelfs al voor mij. “Landelijke Topbestuurder en succesvol ondernemer gaan duivensport in Nederland redden” gevolgd door een feel good story over de mooie aspecten van de sport en het waarom van de steun. Voor beide heren moet het niet moeilijk zijn een linkje te leggen naar de landelijke media.
Voor het overige is er weinig nieuws in duivenland. Al hoorde ik goede berichten over de voorjaarsbeurs en de huldiging van de competitie “de Allerbeste”.
Na de voorjaarsbeurs begint voor de meeste liefhebbers het vliegseizoen pas echt. Voor de echte fanaten en de meeste grote kampioenen was dat natuurlijk al eventjes eerder. Voor degene die nog niet gestart zijn met de intensievere verzorging is het nu dus de hoogste tijd om de duiven in een dagelijks trainingsritme te brengen. Als de werktijden dit tenminste toelaten. Zelfs had ik de mogelijkheid ze ’s morgens los te laten. Het binnen lopen moesten ze dan zelf maar doen. Zeker de eerste dagen. Gelukkig hadden mijn hokken hoge ingangen en was er niet of nauwelijks sprake van katten. Lukt dit niet dan is het weekeinde de enige optie of het inschakelen van hulptroepen. Vrouw, vader, sportvriend, buurman, etc. Lukt dit niet dan is het niet reëel om op de eerste vluchten te willen vlammen. Hierover misschien een volgende keer meer.
OP EIGEN HONK
Is er ten aanzien van het COVID-19 virus niet veel te melden. Gek genoeg hoor je hier in Maleisië nauwelijks nieuwe gevallen. Dit in tegenstelling tot Europa waar het nu juist bijna nieuwe gevallen regent. Nederland is sinds kort ook aan de lijst toegevoegd en toevallig ook nog in Diemen en Delft, juist de plaatsen waar Floor en ik familie en vrienden hebben wonen.
De recente meldingen in Maleisië hebben daarnaast ook nog een link met Europa doordat het een Italiaan betreft die hier woonachtig is (het andere nieuwe geval heeft een link met Japan). Dus niet met China terwijl de contacten tussen Maleisië en China best wel intensief zijn. Ik kan het dus bijna niet geloven dat het aantal gevallen zich op dit moment beperkt tot 24. Hiervan zijn de meesten bovendien inmiddels genezen.
Dit lijkt mij dus erg onwaarschijnlijk want waarom zou Maleisië beter in staat zijn de ziekte onder controle te houden dan bijvoorbeeld Italië of Zuid-Korea? Wie het weet mag het zeggen.
Op mijn werk worden er overigens zeer strikte regels gehanteerd om contact met het virus te vermijden. Iedereen die zelfs gevlogen heeft of in contact is geweest met mensen die op de luchthaven van Kuala Lumpur geweest zijn wordt 14 dagen in quarantaine geplaatst. Veelal betekent dit werken van huis. Een en ander heeft dus ook invloed op het bezoek dat ik de komende tijd ontvang of beter niet kan ontvangen.
Ook betekent het dat de tripjes naar Vietnam en Japan die voor april gepland staan vermoedelijk uitgesteld of afgesteld moeten worden. De tijd zal het leren maar gezondheid en werk gaan boven alles.
Tot zover, tot een volgende keer.