- vrijdag 01 februari 2019
Zondag 27 januari 2019. Terug van letterlijk een weekje of feitelijk een weekend weg geweest. Vorig weekeinde bevond ik mij namelijk in Taiwan en aangezien ik op zondagavond/nacht terug vloog naar Kuala Lumpur ontbrak mij maandag de puf om één en ander te tikken. Nachtelijk vliegen is namelijk alleen prettig als je van het comfort van de businessclass mag genieten.
Maar goed dit nam niet weg dat de trip naar Taiwan een bijzonder groot succes was. Het was meer en grootser dan verwacht. Het leek er een beetje op alsof ik mij in een film bevond. Soms waren de belevenissen echt zelfs een beetje onwerkelijk (maar toch waar).
Het begon allemaal op vrijdag. In de ochtenduren stapte ik in een A330 van Air Asia die adembenemend leeg was. Ideaal want de standaard beenruimte is niet afgestemd op Europeanen van bijna 1.90 meter. Eenmaal in de lucht werden immigratie formulieren uitgedeeld waarna de schrik mij even om het hart sloeg. Naast de gebruikelijke NAW gegevens werd namelijk ook gevraagd naar het nummer van het visum. Natuurlijk had ik mij niet goed voorbereid en nooit nagevraagd of voor een bezoek aan Taiwan een visum nodig was. Er was echter letterlijk geen weg terug dus in het ergste geval zou het bezoek van korte duur zijn. Dat wil zeggen in het geval dat er een visum nodig zou zijn en dit op het vliegveld niet te regelen zou zijn.
Na iets meer dan 4,5 uur vliegen landde het toestel met een soepele landing op Taiwan Taoyuan International Airport. Door het feit dat ik slechts handbagage had kon ik direct op zoek naar een informatiedesk voor visa. Kennelijk was ik niet de enige die hierover vragen had want het bevond zich op de looproute naar de immigratie (geheel logisch natuurlijk). Aldaar vertelde een alleraardigste mevrouw dat voor toeristen uit Europa of beter gezegd mensen met een Europees paspoort geen visum noodzakelijk was. Ik slaakte een denkbeeldige zucht van verlichting.
Eenmaal bij de immigratie controle aangeland bleek dat ik ook mijn verblijfplaats diende in te vullen. Helaas wist ik die niet en was ook de agent die ons bezoek geregeld had niet direct bereikbaar. Wederom even een schrikmomentje. Toen maakte de gedachte zich van mij meester dat het de beambte weinig zou interesseren wat er stond als er maar wat stond. Zo gezegd zo gedaan.
Even snel Google geraadpleegd op “hotels Taipei”. Een van de eerste resultaten was het Grand Sheraton en in combinatie met “het zijn” van een forse Westerse toerist leek dit een volstrekt logische keuze. Een aanname en een keuze die ook juist bleken want zonder verdere problemen mocht ik mijn weg vervolgen.
Eenmaal in de aankomsthal verbaasde ik mij over het geringe aantal internationale vluchten op het aankomst tableau. Ook het feit dat de vlucht vanuit Amsterdam niet op het bord stond deed mijn wenkbrauwen fronsen. Zat ik wel op dezelfde luchthaven als waarop de rest van het gezelschap zou arriveren? Toen de Taiwanese contact persoon (agent) Sam mij vervolgens vroeg waar ik mij bevond wist ik het zeker. Er moest nog een luchthaven of tenminste een terminal zijn. Dit laatste bleek na navraag het geval te zijn. Een zogenaamde skytrain bracht mij vlotjes van de ene Terminal naar de andere.
Hier was de aankomsthal stukken groter maar het vinden van de relatief grote Sam was eenvoudig. Dit kon bovendien helemaal niet misgaan want ik was zo ongeveer de enige Europeaan in de forse aankomsthal. Het grote scherm in deze hal toonde wel de vlucht vanuit Amsterdam en de wit blauwe vogel was ook al enige tijd geleden geland. Het duurde dan ook nauwelijks 10 minuten voordat de rest van het gezelschap naar buiten stapte.
Vlot werd het programma van de komende 2,5 dag door genomen. Het was zoals ik gehoopt had. Een aantal bezoeken aan hokken van diverse topspelers van het eiland plus een aantal gezamenlijke maaltijden, los van het evenement waarop ik hier verder niet zal ingaan. Als kers op de taart zou vanaf zaterdagmiddag zo ongeveer de beroemdste Taiwanese duivenmelker bij ons gezelschap aansluiten.
Ik spreek dan over James Huang. Sinds november 2018 misschien wel de bekendste duivenmelker ter wereld (in ieder geval voor degenen die het internationale duivennieuws volgen). Niet alleen won een duif van hem de belangrijkste en meest prestigieuze titel van asduif in de Pioneer Club (waar James Huang werd vertegenwoordigd door de Taiwanese topmelker Chen Yong-Shan die er de door duiven James gekweekte speelt), ook won de jonge doffer daarnaast maar liefst 13 (of waren het er 14) verschillende auto’s plus ongeveer een prijzengeld van 6 miljoen Euro!
De doffer die inmiddels de naam “James’s Legend” draagt werd vervolgens op een veiling, deels ten bate van het goede doel, (terug)gekocht voor het lieve sommetje van 2,788 miljoen Euro …. door zijn kweker de hierboven al eerder gememoreerde James Huang.
Toevallig was ik deze James Huang al eerder tegen het lijf gelopen in Reeuwijk. Tijdens mijn meest recente bezoek aan Nederland en tevens de laatste vlucht van het seizoen 2018. Het bijzondere toeval wilde nu dat het juist deze man was die het enorme bedrag won en uittelde plus dat juist deze man ons 1,5 dag zou vergezellen op onze avonturen in (of is het op) Taiwan.
Echter op vrijdagmiddag stond ons eerst een autorit van bijna 1,5 uur te wachten richting het eerste hok. Het Noordoostelijk gelegen Yilan was de bestemming. Gelegen aan de andere kant van de bergen. Het werd een aangename rit met veel gesprekstof. Ook de aanblik van de vele hokken hoog in de lucht op daken van huizen of bedrijven maakte mij enthousiast. Het was identiek aan de beelden die ik zag in de films (videos) op Discovery en YouTube.
Het drukke verkeer, de vele tunnels en het vertrek uur (16:30 uur vanaf de luchthaven) zorgden ervoor dat we er lang na het vallen van de avond arriveerden.
Voor het gevoel in de middle of nowhere maar feitelijk op het platteland aan de rand van de stad Yilan bevonden zich de woning en hokken van onze gastheer van die avond. De allervriendelijkste familie stond ons al buiten op te wachten. Binnen, in wat naar mijn begrippen een traditioneel Chinese huiskamer was, stond het vers gesneden fruit (appel en guave) al op tafel. Snel aten we wat fruit en dronken we er wat lokale frisdrank terwijl kort wat wetenswaardigheden werden uitgewisseld.
De hele familie bestaande uit een gepensioneerde vader en zijn drie zoons bedreef hier gezamenlijk de duivensport. Ook de echtgenote en schoondochter maakten deel uit van de sportbeleving. Het gaf mij het gevoel van duivensport uit vervlogen tijden waarin ook in Nederland (en België) hele families samen onze mooie sport beoefenden.
Bijkomend voordeel bij het bezoek aan deze familie (als ik het goed verstaan heb, Shu Mingcai) was dat schoondochter Claire de Engelse taal goed sprak omdat ze als onderwijzeres in deze taal de kost verdiende.
Bijzonder was daarnaast het grote respect waarmee sportvriend Willem behandeld werd. De familie was duidelijk blij dat zo’n bekende liefhebber uit Nederland hen een bezoek bracht. Een liefhebber die hen goede duiven had bezorgd bovendien. Het voelde bijna als een soort god die afgedaald was naar de aarde of als een topvoetballer die wordt ontvangen door een groep fans. Net als in de film.
Natuurlijk moest het duivenhok ook bezocht worden. Inmiddels was het al tegen 19:00 uur en op het Taiwanese platteland dus aarde donker. Foto’s maken was er dus even niet bij. Het hok in de zo typisch Taiwanese stijl (zie foto die ik de andere dag onderweg nam van een ander hok) kon dus niet worden vastgelegd.
Om bij het hok te komen moesten we een aantal trappen op en ook nog even langs een gevaarlijk ogende hond. Gelukkig zat hij goed opgesloten. Ook de andere dag zou blijken dat de Taiwanese liefhebbers hun kostbare waar goed bewaken.
Ook het vastleggen in het hok ging helaas niet. De ruimte in het kweekhok was klein en vooral te donker. Dit nam echter niet weg dat we diverse topduiven in handen kregen. De definitie van een topduif is in Taiwan iets anders dan die in West Europa. In Taiwan gaat het ook wel om asduiven maar vooral om duiven die kunnen overleven om uiteindelijk in de laatste race van het seizoen zoveel mogelijk prijzengeld binnen te brengen.
Vliegen met uitsluitend jonge duiven (in diverse seizoenen) is een soort “survival of the fittest”. Uitgestelde prijsvluchten kent men in Taiwan niet (alleen de eerste trainingsvlucht wordt wel eens een keer een dag uitgesteld). De jonge duiven gaan daarna altijd los. Boven land of boven zee. Dit zorgt er voor dat aan het eind van een jonge duivenseizoen (na een aantal trainings/kwalificatievluchten meestal een 5-tal prijsvluchten) er zich (op clubniveau) nog maar enkele tientallen duiven in de uitslag klasseren. Onze gastheer toonde ons vol trots dan ook zijn 2 duiven die zich op de laatste prijsvlucht klasseerden bij de enige 20 die binnen de toegestane tijd arriveerden en zodoende de prijzenpot verdeelden.
Gezien de hoge kosten per ring (tot wel 1000 Euro per ring) die er uiteindelijk voor zorgen dat de prijzenpot aanzienlijk gevuld is, is het natuurlijk bijzonder lucratief om een duif te hebben die zich uiteindelijk klasseert bij de eersten. Stel namelijk dat een (kleine) club bestaat uit 100 liefhebbers en dat deze elk gemiddeld 500 Euro per ring betalen en er elk per jonge duiven seizoen zo’n 20 kopen, dan bestaat de pot uit 1 Miljoen Euro. Los van poules en andere weddenschappen.
Tevens toonde men ons de overige kweekduiven, veelal van Belgische of Nederlandse origine. De conditie en ook wel de kwaliteit van de duiven verschilde aanzienlijk. Oordelen in het donker en naar Europese maatstaven is echter lastig. Het is daarbij toch een heel ander soort spelletje wat men speelt.
Na het relatief korte hokbezoek togen we naar Yilan down town om te gaan eten. Nu ken ik inmiddels Chinese restaurants in alle soorten en maten dus was ik bijzonder nieuwsgierig naar wat voor soort restaurant we zouden afreizen. Het werd een uiterst positieve verrassing. Onze gastheer wilde zijn leverancier van topduiven duidelijk fêteren. Het restaurant was luxueus en het eten van hoge kwaliteit (krab, kreeft, schelpdieren, etc.).
Door de aanwezigheid van de Engels sprekende schoondochter ontspon zich daarnaast ook een alleraardigste conversatie. Niet alleen over de duivenwereld maar over het leven in het algemeen. De tijd vloog dan ook en kort na 21:00 uur namen we afscheid van deze zeer vriendelijke mensen. Terug naar Taoyuan, weer een pittige rit maar duivenmelkers hebben gelukkig altijd stof tot praten.
Op naar dag 2, hierover in een volgend weekstuk meer.
OP EIGEN HO(N)K
Is het normale familieleven weer enigszins hersteld. De vraag is voor hoelang want hoe en vooral wanneer het afloopt met mijn schoonmoeder is nog altijd onzeker.
Voor het overige is het business als usual. Weinig bijzonders of het moet het feit zijn dat ik mij steeds meer begin te verbazen, zelfs ergeren over de Nederlandse, of misschien zelfs West-Europese, duivensport. Mijn afstand hiertoe was al letterlijk groot maar wordt nu ook figuurlijk steeds groter.
Ik begrijp er namelijk steeds minder van. De positieve puntjes worden uitvergroot zoals het “succes” op de Olympiade in Poznan of het verkrijgen van de organisatie van dit evenement in 2023, terwijl de negatieve zaken onder het tapijt worden geveegd.
Negatief en ronduit kortzichtig vind ik namelijk vrijwel alle concept voorstellen van de werkgroep “Eerlijk spel”. Het begint er op te lijken dat de hardste schreeuwers het meeste gehoord worden en dat is mijns inziens het begin van het einde.
Hierover in volgende weekstukken misschien meer, maar eerst zal ik u volgende week nog verder laten meedelen in mijn belevenissen in Taiwan.
Tot volgende week,
Michel