- donderdag 11 maart 2021
Zondag 7 maart 2021. Weer een week voorbij. Een week waarin ik genoot van prachtige wielerkoersen en iets minder tijd besteedde aan hetgeen er plaats vindt in de duivenwereld. Een week waarin mijn favoriete renner zich definitief de status van fenomeen liet aanmeten.
Na het schrijven van dit stuk zal ik de koers van gisterenavond nog eens rustig proberen terug te kijken (als ik deze nog ergens kan vinden). Gisterenavond zat ik zo ongeveer de hele avond een beetje gespannen op het puntje van mijn stoel en dan mis je toch belangrijke details. Ook wil ik nog eens rustig de ultieme inspanning(en) terugkijken van il fenomeno.
Overigens ben ik geen wat je noemt “succes-supporter”. Al vanaf mijn bezoek aan de cyclocross van Valkenburg in het najaar van 2013 heb ik deze ongelooflijke sportman op de radar. Destijds, in 2013, ging hij kopje onder, evenals later in de tijd op het WK in 2018. Hij werd die dag als U-23 rijder (maar nog slechts 19 jaar oud) slechts derde. Direct achter zijn toen al eeuwige rivaal. De winst ging destijds notabene naar Michael Vanthourenthout.
Hoe zaken kunnen veranderen. Al hoewel het verlies destijds ook “groot nieuws” was. Het seizoen daarvoor had hij als junior namelijk niet verloren. Hij won dertig wedstrijden op dertig deelnames.
Sinds die tijd ben ik de ontwikkelingen van ’s lands populairste wielrenner op de voet blijven volgen. Hij bleef de overwinningen maar aaneenrijgen. Vooral in het veld maar de laatste jaren ook op de weg. Wat hem echter zo bijzonder maakt is de manier waarop hij wint. De aanval is zijn beste verdediging, in tegenstelling tot vele andere veel-winnaars die vaak meer als wieltjesplakkers aan hun zeges komen/kwamen.
Ook wil ik de koers graag nog eens terugzien om op mijn gemak te genieten van het prachtige landschap. Misschien is het toeval maar Toscane is één van mijn favoriete vakantiebestemmingen. Het is slechts door het late tijdstip van de herfstvakantie dat ik mijn laatste bezoek aan deze fantastische regio bracht in 2007.
Voordat mijn dochter leerplichtig werd gingen we vrijwel ieder jaar direct na het duivenseizoen met de auto richting Italië. Om al dan niet te eindigen in het prachtige Toscane. Mocht de “Strade” toen al gereden zijn dan had ik zeker de beroemde gravelwegen zelf eens bekeken.
Nu herinner ik mij slechts een toevallige tocht over deze onverharde boerenlandwegen. We verdwaalden en in een tijd zonder navigatie bracht de ouderwetse kaart ons via een dergelijk weggetje weer terug in de bewoonde wereld.
Seizoenstart. Al met al had ik dus een geweldige week met veel kijkplezier en luisterplezier. Niet alleen door de wedstrijden zelf maar ook door de voorbeschouwingen die ik terugkeek via in internet of waarnaar ik luisterde d.m.v. enkele podcasts. De duivensport ging deze week dan ook een beetje aan mij voorbij.
Natuurlijk bezocht ik nog altijd met enige regelmaat Facebook, Duivenvaria plus de site van AS. En ook bekeek ik deze morgen natuurlijk weer even de gebruikelijke sites. Echter de intensiteit was een beetje minder.
Wellicht is het ook een beetje de stilte voor de storm. Volgende week is de NPO-ledenraad en ook is er nog altijd de vraag of en hoe het seizoen zou kunnen worden opgestart op de geplande data. Gelukkig lijkt het erop dat de avondklok, de voornaamste hindernis voor het opstarten, op 30 maart zal worden opgeheven. Met in achtneming van alle maatregelen lijkt een opstart op het normale tijdstip tot de mogelijkheden te behoren.
Het tweede knelpunt dat dan nog moet worden opgelost is het verkrijgen van lossingsvergunningen. Aanvankelijk in België en later natuurlijk ook in Frankrijk. Gelukkig is voor dit laatste nog wel een beetje tijd al is er voor de Zuidelijke afdelingen wel haast geboden.
Goed nieuws was er deze week ook. De Landbouwcommissie van het Europees Parlement besprak de Verordening waarin een quarantaineplicht en een diergezondheidscertificaat voorafgaand aan grensoverschrijdend vervoer van postduiven verplicht leken te worden gesteld. Beide verplichtingen vormden een groot probleem voor de continuïteit van de duivensport. Gelukkig is men mede door lobbywerk vanuit de duivenwereld en steun van een Euro-parlementariër hierop teruggekomen. De verplichtingen zullen worden geschrapt uit de verordening.
ODH polls. Verbazingwekkend vond ik daarentegen de uitkomst van de poll uit de ODH van vorige week. Een zeer ruime meerderheid was namelijk voor een herindeling van de vlieggebieden in een vorm waarin de NPO en de afdelingen dit gaan bespreken, lees regelen. Kennelijk is het nog niet tot de meeste leden doorgedrongen dat dit een feitelijk bijna onoplosbaar probleem is.
Om maar wat probleempjes te noemen. Geografische barrières, afdelingsgrenzen, vervoer, liefhebber-dichtheid, landelijk versus stedelijk, diep versus breed, cultuur verschillen, fond- en programma regio’s, etc. etc.
Daarnaast levert een nieuwe indeling uiteindelijk ook gewoon niets op. Er is werkelijk geen eerlijke indeling te bedenken. Criteria die objectief lijken blijken dit in de praktijk niet te zijn omdat de duivenmelkers niet recht evenredig over een gebied, laat staan het hele land verspreid wonen en ook niet ieder gebied dezelfde sportcultuur kent. Een programma speler in een gebied vol overnachtfondspelers zal bijvoorbeeld altijd een groot voordeel houden ten opzichte van een speler die speelt in een gebied waarin vele programmaspelers elkaar de broek afdoen.
Het eindresultaat van welke indeling dan ook zal uiteindelijk meer van hetzelfde zijn. Wellicht verschuift de pole-position iets van het ene gebied naar het andere. Bij iedere indeling zitten er namelijk weer andere liefhebbers gunstig en ongunstig. Hoe je het ook wendt of keert.
Tenslotte staat en valt het ook met de trek van de duiven, al dan niet beïnvloed door de windrichting. Daar waar veel liefhebbers samen veel duiven van goede kwaliteit samen brengen zal altijd goed gespeeld worden. Welke indeling er ook gekozen wordt.
Ook de poll van deze week deed mijn wenkbrauwen wel een beetje fronzen. Aparte uitslagen voor jaarlingen op de Dagfond en de Marathon klinkt wel zo jaren zeventig.
Natuurlijk creëer je meer winnaars en dus tevreden gezichten. Ook commercieel is het wellicht interessant maar sportief is het vooral op de Dagfond naar mijn bescheiden mening de grootst mogelijke onzin. Een als jong goed opgeleide jaarling is zo mogelijk op een Dagfondvlucht kansrijker dan een oudere ervaren duif.
Op de Marathon is het dan weer de vraag of je de deelname van jaarlingen moet stimuleren door aparte uitslagen en dus meer eer en (commerciële) roem in het kader van dierenwelzijn. Ook hier geldt m.i. dan in de tweede helft van het seizoen een goed opgeleide jaarling weinig onderdoet voor een meerjarige duif. Zeker op vluchten die de duizend kilometer niet overschrijden (tenzij de omstandigheden loodzwaar worden). De vraag die bij mij echter opborrelt is of er niet meer kansloze jaarlingen (zonder adequate opleiding) naar het front gestuurd zullen worden ter meerdere eer en glorie van hun eigenaren op het moment dat er aparte uitslagen zullen zijn.
GPS-ringen. Zoals vrijwel iedereen weet was ik één van de eerste liefhebbers die experimenteerde met het gebruik van GPS-ringen. Ik wilde graag weten welke route mijn duiven volgden op hun weg naar huis. Niet live maar via het uitlezen van de ring na thuiskomst. In de tweede helft van het seizoen 2017 schreef er regelmatig over in mijn weekstukken. Helaas stokte mijn bevindingen door mijn afscheid van de actieve duivensport.
Sindsdien is het vrij stil op het gebied van het in kaart brengen van de routes welke onze gevleugelde vrienden afleggen. De NPO en/of de WOVD heeft ondanks de ambities van het vorige bestuur nooit iets klaargespeeld (al vond ik bij het zoeken naar een illustratie een interessant rapport met merkwaardige bevindingen van een student van de WU). Iets dat naar mijn mening wel had gekund of zelfs had gemoeten om een aantal problemen in onze sport te kunnen verklaren. Of uit te kunnen leggen aan de buitenwereld.
Behoudens enkele liefhebbers die, al dan niet kortstondig, de handschoen oppakten is er weinig gebeurd sinds mijn experimenten in 2017. Aan deze “droogte” lijkt nu een einde te komen nu een jonge Noord-Hollandse herintredende liefhebber zich heeft aangediend als de importeur van de chipringenfabrikant uit Taiwan (Sky-leader). Met de enthousiaste René Coevert heeft Nederland nu immers een Nederlandssprekende vraagbaak en is er geen ingewikkelde import meer nodig. Voor de geïnteresseerden vermeld ik daarom graag zijn website, www.refly.nl.
Hopelijk leiden de activiteiten van René tot meer inzichten in route welke de duiven afleggen richting huis. Vooral bij extreme omstandigheden zoals grote hitte of aflandige wind kan dit bijdragen tot een beter afstemming en een betere maatschappelijk inbedding van onze sport. Daarnaast is het voor de liefhebbers ook gewoon leuk om te weten welke route hun duiven vlogen. In 2017 gaf het mijn sportbeleving een echte opkikker na een dramatisch verlopen eendaagse fondvlucht.
OP EIGEN HONK
Is de Movement Control Order vervangen door een zogenaamde Controlled Movement Control Order. Mooie namen maar veel houdt het niet in. Het betekent dat er weer iets meer beperkingen zijn opgeheven. Binnen de staten (zeer grote provincies) is het reizen nu weer toegestaan.
Reizen naar een andere staat mag echter nog steeds niet, laat staan naar een ander land. Niet dat dit nu een dagelijkse bezigheid is maar het zou wel prettig zijn om weer eens een weekendtripje of een korte vakantie te kunnen houden. Nu mag dit weer in mijn eigen staat, Selangor. Hierin zijn de mogelijkheden echter een beetje beperkt (stedelijk met veel industrie en geen strand).
Vooralsnog vermaken we ons daarom maar een beetje met een goede maaltijd hier en daar plus het bekijken van een wielerwedstrijd via internet. Gelukkig barst het seizoen deze weken echt los, indien de Covid geen roet in het eten gooit.
Zoals vaak, afwachten maar weer,
Tot een volgend weekstuk,
Michel
P.S. – Vorige week reageerde een lezer die vroeg om eens iets te schrijven over het succes van “De Nishoek”. Hiertoe voel ik niet direct een behoefte. De Nishoek is immers niet meer of minder dan een grote fusievereniging (verpakt in een stichting) die op meerdere plaatsen in het land ook al aanwezig zijn/waren of zich aan het ontwikkelen zijn. Zoals bijvoorbeeld recentelijk in Gouda.
Ik geloof zeker in schaalvergroting, echter alleen op vrijwillige wijze. Al wordt dit in veel gevallen toch stiekum gewoon een beetje gedwongen door afnemende ledenaantallen en/of toenemende kosten.