- woensdag 03 februari 2021
Zondag 31 Januari 2021. Zoals de lezers van mijn schrijfsels weten kruip ik vrijwel iedere zondagmiddag (Maleisische tijd) achter mijn laptop om zo maar wat gedachten over de gang van zaken in de duivenwereld en daarbuiten aan het digitale papier toe te vertrouwen. Een routine die ik al heb sinds een eigen website gestart werd. Dit moet ergens in 2008 geweest zijn. Eerlijk gezegd weet ik het precieze moment niet meer.
Aanvankelijk verhaalde ik slechts kort over het wel en wee op mijn eigen hok en dan voornamelijk over de vluchten. Een ideaal onderwerp omdat het natuurlijk zelden of nooit honderd procent naar mijn zin ging.
Door een ontmoeting met Henri Wittens, die ik tegen het lijf liep in de voerzaak van de gebroeders Fanger, werden mijn stukjes iets breder qua onderwerpen. Hij vroeg of hij mijn stukjes mocht doorplaatsen op de voorganger van Duivenvaria en dan kun je, wat mij betreft, niet aankomen met slechts stukjes over “die mooie blauwband die altijd in het verkeerde broedhok vliegt”.
Na de geboorte van duivenvaria werden de stukjes allengs nog breder en zakelijker. Zo schreef ik niet alleen meer over de Noord-Hollandse duivensport maar vaak ook over de landelijke. Ook verplaatsten mijn hokbezoeken zich. Noord-Holland alleen was niet meer groot genoeg.
Natuurlijk bleef de gang van zaken op het eigen hok een inspiratiebron voor mijn weekstukken. Soms ter meerdere eigen eer en glorie maar vaak om anderen deelgenoot te maken van de problemen die zelfs een redelijk succesvolle liefhebber op zijn pad tegenkwam. Zo schreef ik heel openlijk over de paratyfus problemen die mijn hok in 2013 en 2014 teisterden.
Een en ander bleef zo tot mijn emigratie naar Maleisië vanwege het aanvaarden van een baan aldaar. Vanaf het najaar van 2017 was dit een feit en op zijn minst tijdelijk zijn/waren mijn weekstukken verstoken van een tot dan toch nog altijd belangrijke levensader voor een weekstuk, namelijk de gebeurtenissen in de eigen achtertuin.
Ik dacht dit onder andere op te vangen door te schrijven over de duivensport in de regio. Asia, en zeker China, vormt immers de nieuwe bakermat van de duivensport. Helaas is het er nog niet of nauwelijks van gekomen, op een mega-interessant bezoek aan Taiwan (samen met vriend Willem) in 2019 na.
Terwijl er nog best wel een aantal bezoeken op mijn lijstje staan. Zo intrigeert de duivensport in China mij mateloos (bijvoorbeeld de pioneersclub en de beurs in Langfang) en ben ik zeer nieuwsgierig naar de duivensport in Japan. Ook de duivensport rond de regio Melbourne en Sydney in Australië lijkt mij aantrekkelijk om te bezoeken gezien het ogenschijnlijk Europese karakter van de sport aldaar. Een buitengewone interesse heb ik ook nog altijd voor de eenhoksraces in Thailand. Waarom zijn die juist daar (ik heb wel zo’n vermoeden) en bestaat er daar duivensport terwijl ik in Maleisië alleen twee hokken op Sabah ontwaarde. Voor zover je dit al duivensport kon noemen.
Zoals gezegd het is er nog niet van gekomen, door wisselende privéomstandigheden en de Covid-19 pandemie. Vooral de Covid-19 laat zo zijn sporen na op de inhoud van mijn weekstukken. Niet alleen beïnvloedt dit het reizen naar andere landen in de regio en binnen Maleisië, ook zorgt dit ervoor dat het laatste bezoek aan een Nederlands of Belgisch duivenhok alweer bijna anderhalve jaar achter mij ligt. Hokbezoeken waren toch altijd de krenten in de pap van mijn weekstukken, ook al zeg ik dit zelf.
Ik vrees ook dat dit nog niet zo snel zal veranderen gezien de gang van zaken rond het vaccineren in Maleisie. In Nederland is er gezien het langzame tempo, de moeizame distributie, etc. veel over te doen, maar hier is het nog een graadje erger. Hier is men pas gestart met het testen van de vaccins op een groep van vrijwilligers.
Het betreft vaccins die elders in de wereld al gebruikt worden dus ik vraag mij oprecht af wat de toegevoegde waarde van deze testen is. De resultante is echter dat het er nog niet zo een twee drie naar uitziet dat het vaccineren van de bevolking snel een aanvang zal nemen.
Een beetje hoop heb ik nog gevestigd op het private deel van de Maleisische gezondheidszorg. Hier in Maleisië is namelijk sprake van een duidelijke tweedeling in de gezondheidszorg. De gezondheidszorg door de overheid en de private gezondheidszorg. De private gezondheidszorg wordt vooral gebruikt door degenen die het kunnen bepalen (of wiens verzekering dit dekt).
Hierbij geldt een beetje het adagium “wie betaalt bepaalt”. Alles gebeurt er in de regel vlot en zonder lange wachttijden. Wellicht betekent dit dat zodra de vaccins zijn vrijgegeven er tegen (forse) betaling iets mogelijk is. Dat wil zeggen tijdige vaccinatie voor een bezoek aan Europa.
Al bij al ontbreekt het mij door bovenstaande dus best wel aan persoonlijke duivensport ervaringen. De krenten in de pap voor menig weekstuk. Ik ben voor de inhoud van mijn weekstukken dus al lange tijd aangewezen op de algemene informatie over het wel en wee in Duivenland, mijn goede bronnen binnen Nederland en België plus de sociale media. Het is overigens hartverwarmend hoe goed diverse sportvrienden mij op de hoogte houden.
Dopingreglement – Deze week was er, zoals in menig andere week, weer veel input vanuit de duivenwereld. Het voorwoord van Op de Hoogte was dit keer ronduit saai maar in de stukken voor de komende ledenraad stonden de nieuwe voorstellen met betrekking tot het dopingreglement. Mijn interesse was gewekt en ik las direct het begeleidende document en het nieuwe reglement.
Nu ben ik geen groot dopingspecialist maar ik denk dat er in de het dopingbeleid/reglement toch nog wel enkele lacunes zitten. Zo wordt er nog steeds niets geschreven over de hoeveelheid verboden stof die eventueel wel wordt toegestaan. Een nulwaarde lijkt mij niet verstandig gezien meet onzekerheden, vervuilde supplementen, etc.
Tevens is hetgeen ik lees over het naar buiten brengen van de uitslagen van testen niet zonder risico. Het verleden heeft uitgewezen dat dit zeer gevoelig ligt om het mild te verwoorden. Vooral in het geval van een uiteindelijke onterechte positieve test. Met alle gevolgen vandien.
Ik zou in het geval van een positieve test de namen pas publiceren en delen met vereniging en afdeling na het verlopen van de termijn van contra-expertise of na uitkomst van de tweede test (de B-staal). Dus niet zoals in artikel 21 lid 1 – 3 beschreven wordt al na de uitkomst van de A-staal. Wel zou een passage kunnen worden opgenomen dat de uitslagen en gewonnen punten/prijzen in de periode tussen de eerste en de tweede test alsnog vervallen wanneer de tweede test ook positief is.
Ook zou ik graag iets meer lezen over de acties na een definitieve positieve test. Wat is de rol van de aanklager, wat is de mogelijke sanctie? Wie spreekt recht in geval van een geschil, etc.
Tenslotte lijkt het mij zeer verstandig een voorlichtingsvideo te maken. Wat kan een liefhebber verwachten als hij de dopingcontroleurs op bezoek krijgt. Daarnaast kan de liefhebber zien wat er van hem verwacht wordt.
Het hele proces zou in de video aan de orde moeten komen. Als voormalig groot verbruiker van voedingssupplementen (dus met een risico op vervuiling) ben ik bijvoorbeeld zeer nieuwsgierig naar de medische middelen die tijdens controles gebruikt worden. Hoe wordt een monster afgesloten en hoe ben ik er als liefhebber zeker van dat het monster van mijn duiven gesloten blijft en correct geopend plus verwerkt wordt?
Daarom zou ik ook tijdens de daadwerkelijke controle door het lab alles op beeld laten vastleggen zodat er geen lacunes of onduidelijkheden zijn die tot vrijspraak kunnen leiden wanneer het ooit tot een positieve test komt. Totale transparantie die heden ten dage niet zoveel extra zou moeten kosten. Hiervoor moet zeker kennis te halen zijn bij andere sporten of zusterbonden in het buitenland. Fouten in de procedure moeten namelijk te allen tijde vermeden worden.
In het algemeen lijkt mij dit reglement dus nog niet helemaal voldragen. Daarom zou ik het voor de zekerheid toch nog eens laten toetsen buiten de eigen gelederen (ondanks dat het bestuur, in tegenstelling tot voorheen, wel voldoende juridische kennis bezit).
Bricon Pas Zeeland – In het Zeeuwse debacle zijn ruim twee jaar na de start van dit megalomane project eindelijk de prijzen van het zogenaamde Bricon Pas systeem en de zaken als aankomst- en inkorfantennes op tafel gekomen.
Hierbij is op tafel misschien niet het juiste woord want op de officiële website van de afdeling Zeeland wordt hierover nog geen woord gerept, hetzelfde geldt voor de Bricon website.
Nu wordt het GPS2021-deel van de Zeeuwse afdelingswebsite überhaupt slecht bijgewerkt want het jongste document is van eind 2019 (of ik moet niet goed kunnen zoeken).
De prijsinformatie dook op via Facebook en vooralsnog ga ik er maar vanuit dat deze correct is. Het interessante is hierbij vooral de huur van de klok die de liefhebber thuis gebruikt. Als de informatie klopt bedraagt deze dertig euro (€30) per maand. Niet duidelijk is of dit alleen voor de maanden van het hele seizoen geldt of gedurende het hele jaar.
Als dit laatste het geval is zal Bricon weinig nieuwe klanten trekken. Twaalf maanden per jaar gedurende tien jaar betekent dan drieduizendzeshonderd euro voor een klok (€3.600). Ter vergelijking de aanschaf van een UNIKON-systeem of een Benzing M1 plus toebehoren kost ongeveer een kwart tot een derde van dit bedrag. En ieders ervaring is dat deze systemen zeker ook wel tien jaar meegaan. Zelfs als de variabele kosten voor batterijen, software en web-toegang gedurende deze periode duizend euro (€1.000) bedragen zijn deze systemen dus nog altijd veel goedkoper.
Kortom ik vraag mij oprecht af wat het voordeel is om een dergelijk Bricon Pas systeem aan te schaffen (hetgeen overigens voor de rest van Nederland pas in 2022 kan). Wellicht mis ik hier en daar wat informatie maar met de informatie die mij nu bekend is zou ik zelf wel even wachten om tot aanschaf over te gaan. Om het eufemistisch te verwoorden.
OP EIGEN HONK
Rijst het aantal positieve besmettingen nu echt wel de pan uit. De laatste dagen waren er landelijk bijna zesduizend besmettingen op ruim eenendertig miljoen inwoners. In de staat waar ik leef gaf de teller ruim drieduizend besmettingen aan. De lockdown die men half januari afkondigde lijkt dus in zijn geheel niet te werken.
Zelf houden we ons zoveel als mogelijk aan de beperkingen. We gaan naar de supermarkt voor onze dagelijkse levensbehoeften maar daar blijft het ook bij. Om het leven niet al te saai te laten worden trakteren we ons zelf af en toe eens op een luxe etentje op ons terras. Een mens moet immer wat ….-
Wellicht worden er binnenkort nieuwe maatregelen afgekondigd. Echter zonder het opstarten van de vaccinaties lijkt alles op dweilen met de kraan open. Het blijft dus nog altijd afwachten ….
Tot een volgend weekstuk,
Groet,
Michel