- vrijdag 16 oktober 2020
Deze week wederom maar weer eens een weekstuk. Twee schrijfsels achter elkaar is in deze tijd voor mij eigenlijk best bijzonder. De laatste tijd ontbreekt het mij een beetje aan inspiratie/input maar deze week zijn er genoeg (kleine) onderwerpen om mijn licht eens over te doen schijnen.
Duivendiefstal – Het meest in het oogspringende nieuws deze week was echter niet positief. Nieuws dat zelfs NOS-teletekst haalde. Duivendiefstal. Het dievengilde bezocht deze week (en eigenlijk ook al de week daarvoor) de hokken van de internationale fondtoppers Cor de Heijde en Jelle Jellema. Op beide hokken werden diverse topduiven ontvreemd. Een trieste zaak voor de melkers in kwestie al lijken beiden het met enige lichtheid op te nemen. Ze lijken niet echt uit het veld geslagen en nemen de handschoen voor komend seizoen gewoon weer op. Ik ben echter nieuwsgierig hoe ze hier mentaal mee opgaan op lange termijn.
Een trieste zaak blijft het echter wel dat zodra een kampioen zijn neus echt tegen het venster drukt hij of zij zijn kolonie onmiddellijk dient te beveiligen omdat anders een stel dieven op bezoek komt. Een investering in een alarminstallaties is dan ook absoluut noodzakelijk. Bij alle grote kampioenen, die ik in de loop van de jaren als verslaggever/nieuwsgierige duivenmelker bezocht, zag ik zo’n installatie. De één wat professioneler dan de ander maar op ieder hok van landelijk allure was er sprake van beveiliging.
Niet goedkoop en helaas zelfs zonder echte garantie dat de onverlaten de entree echt ontzegd kan worden. Zowel bij Cor de Heijde als bij Jelle Jellema was er sprake van een alarminstallatie, al was de installatie juist in het geval van Jellema een dagje buiten werking (als ik de berichten goe begrepen heb).
De aanwezigheid van onverlaten die topduiven ontvreemden is helaas niet van vandaag of gisteren. Het is van alle tijden. Sinds ik mij bewust ben van de duivensport zijn er duiven ontvreemd. Op alle niveaus werden er duiven gestolen maar voor het huidige internet tijdperk haalden alleen die van de absolute kampioenen de publiciteit.
Zo herinner ik mij nog dat vele jaren terug bij Jos van Limpt de Klak zelfs na het aanbrengen van een alarminstallatie de duiven toch nog gestolen werden. De dieven zaagden gewoon een gat in de onbeveiligde achterwand van het hok. Het was voor de grootmeester uit Reusel één van de redenen om geen (relatief) onbekende bezoekers op de hokken toe te laten. Iets dat door veel tophokken werd overgenomen maar inmiddels door de publiciteit/video’s op Internet weer een beetje achterhaald is. Door het internet lijken de boeven nog beter dan ooit tevoren te weten waar de topduiven zitten. Letterlijk dan welteverstaan.
Overigens is duivendiefstal niet alleen een probleem voor de echte toppers. Het gebeurt bij melkers op alle niveaus. Zelfs als je qua resultaten niet wekelijks de landelijke duivenpers haalt worden er nog duiven gestolen. Zelf mocht ik het helaas drie keer meemaken toen ik nog duiven hield op de volkstuin aan de spoordijk in Diemen.
De eerste maal was in 1999. Een ren met hierin late jongen plus een enkel kweekkoppel werd leeggehaald. Toen ik wegging was het nog compleet maar er zaken de andere morgen nog slechts enkele duiven in het rennetje. Het verlies deed mij niet zo heel veel. Temeer omdat ik dacht dat de duiven waren ontvreemd door mijn buurman tuinder. Deze duiven aten nog wel eens aan zijn verse plantjes en aangezien hij nogal een kort lontje had vermoedde ik dat hij voor een drastische oplossing gekozen had.
Anders werd het in 2001. Enkele weken na een zeer sterke serie op de natour bleken bij een aankomst op zaterdag of zondagmorgen alle hokken opengebroken. Met veel geweld en gelukkig niet in alle hokken succescol. In het nieuwe hok, dat destijds een jaar stond, waren de rovers echter wel succesvol. Alle talentvolle jaarlingen die op de natour sterk gespeeld hadden waren ontvreemd. Het precieze aantal weet ik niet meer maar het waren er rond de dertig. Dit keer was het mij wel onmiddellijk duidelijk dat er duivendiefstal in het spel was. Berichten in de landelijke duivenpers en het inschakelen van de politie leverden helaas niets op. Het deed mij echter wel besluiten dat het tijd werd om de duiven niet meer op een verlaten, totaal onbeveiligde volkstuin te blijven houden. Nog geen maand later werd een huis gekocht in Aalsmeer.
Dit huis werd in maart 2002 betrokken en de eerste jonge duiven vlogen in de zomer van 2002 op hun nieuwe adres. De oude duiven maakten echter het seizoen af op de volkstuin. Na het seizoen zou een selectie verhuizen naar Aalsmeer om als kweekduif verder door het leven te gaan. Een dag na de laatste wedvlucht ging het echter alsnog mis. Wederom een diefstal.
De eerste drie aankomende duiven van de laatste vlucht, die de plaatsen een tot en met drie in de vereniging innamen, werden tezamen met hun partners gestolen. Het waren de beste drie duiven die ik op dat moment bezat. Gelukkig bleek het de dieven een beetje te heet onder de voeten te worden, want na wat hand en spandiensten van een sportvriend zaten de duiven binnen een week weer op het hok. De dieven waren ditmaal kennelijk ontvreemd door een aantal dieven “dicht in de buurt”.
Eind goed al goed zou je denken maar dat is niet helemaal het geval. In ieder geval in mijn geval. Ik bleef altijd last houden van een soort angst voor herhaling. Ik had dit al na de tweede inbraak en dit ging nooit helemaal over. Altijd was er die angst. Als de deur bij toeval een keer openstond of ik vergeten was die af te sluiten dacht ik steeds direct aan het ergste. Ook had ik steeds last van een paniek gevoel als ik een goede duif niet zo een twee drie in het hok zag. Nooit meer had ik last van inbraken maar nooit meer ging ik honderd procent onbevangen naar de hokken.
Deze onzekerheid is mij altijd blijven achtervolgen. Mede om deze reden was ik opgelucht toen Gini (asduif WHZB 2015) in Reeuwijk werd ondergebracht. Niet alleen voor de succesvolle samenkweek met vriend Willem maar ook gewoon voor de veiligheid. Niemand zou ooit op het idee komen dat ze zich in het kweekhok van WdB zou bevinden.
Een hele geruststelling, die duurde tot aan de laatste weken voor de finale verkoop in het najaar van 2017. Toen moest ze terug naar Aalsmeer en was ik onzeker in het kwadraat. Alle duiven in de verkoop waren in de verkooplijst gepubliceerd en dus zeer makkelijk te ontvreemden. Extra sloten op alle deuren en volières bleken voldoende en het ging gelukkig niet mis.
Najaarsklassiekers – Gisteren werd alweer de vierde van de vijf najaarsklassiekers gevlogen. Ondanks het bijzondere verloop op de derde vlucht (zeer traag tot superslecht in Oost en supersnel in West) was de deelname nog altijd best aanzienlijk. In ieder geval was de afname van de deelname in beide lossingsgebieden ongeveer identiek. Met het verstrijken van de weken wordt het voor de deelnemers wel iedere week moeilijker om een ploegje aan de start te brengen. De rui en de korter wordende dagen zullen hierin zonder twijfel een rol spelen.
Zoom ik een beetje verder in op de deelname dan verbaas ik mij over een tweetal zaken. Ten eerste is er de deelname van enkele absolute tophokken en ik zou graag weten wat de achterliggende gedachte is. Is dit simpelweg het constateren van vroege duiven en het binnenhalen van interessante prijzen of is er meer? Heeft men een bepaald doel voor ogen om de duiven te blijven spelen.
Dit houdt namelijk gelijk verband met de tweede zaak die mij opviel. Het zijn niet alleen jonge duiven die gespeeld worden. Een Noord-Hollands tophok speelde vorige week een groep jaarlingen en zij zijn zeker niet de enigen. De gedachte is wederom “waarom”?
Secties – De ontwikkelingen met betrekking tot de secties blijven elkaar spoedig opvolgen. Ik schreef er vorige week al over. Deze week gaf de sectie Jonge duiven de pijp aan Maarten. Erg sterk vond ik de verklaring die men hiervoor gaf niet maar iedereen heeft natuurlijk recht om zich terug te trekken als (sectie)bestuurder.
Door deze ontwikkeling kan wel worden gesteld dat het fenomeen secties in de postduivensport compleet mislukt lijkt te zijn want van alle vier de sectiebesturen zijn in het totaal nog slechts drie bestuurders actief. In het oog springt dat zelfs de zeer specialistische sector Marathon niet voldoende bestuurders op de been kan brengen. Niemand lijkt de kar op sectieniveau te willen trekken. Wellicht is de basis gewoon te smal voor een extra bestuurslaag en had het twintig jaar geleden wel gelukt.
Ik ben benieuwd of er nog vrijwilligers opduiken maar ik heb zo’n sterk vermoeden dat de secties een stille dood zullen sterven. Back to the future met de afdelingen in een centrale rol. Wellicht aangestuurd door een beter functionerend NPO-bestuur en ondersteund door een beter functionerend NPO-bureau.
Mooie initiatieven – Soms is er ook gewoonweg sprake van mooie initiatieven via de veel bekritiseerde Sociale Media. Afgelopen weken las ik via Facebook over een verloting van jonge duiven ten behoeve van de stichting Make a Wish. De organisator hiervan, de voor mij onbekende Chris Beckers uit Lelystad, wist voor deze stichting maar liefst 5.000 euro op te halen door jonge duiven uit zijn topmateriaal te verloten door lootjes te verkopen. Klasse.
Een ander mooi initiatief dat de laatste jaren in deze tijd van het jaar wordt georganiseerd is de verkoping ten bate van de stichting Bergh in het zadel. Initiatiefnemer Hans Bruns van de firma Habru organiseert hiervoor al enkele jaren de zogenaamde duivendag, bestaande uit een forum en een verkoping van bonnen en/of jonge duiven. Helaas kan dit jaar de duivendag door de Coronacrisis geen doorgang vinden maar de verkoop staat nog steeds op de agenda. Veel tophokken hebben al hun medewerking toegezegd. Zie hiervoor de promotievideo: https://www.youtube.com/watch?v=g0mVdPNYWJ0
Op eigen honk – Is het deze week een bijzonder rustige week. Eigenlijk valt er niets te melden en aangezien het weekstuk al lang genoeg geworden is laat ik het hier dan ook maar bij.
Tot een volgende keer,
Michel