Jos Nijman
- donderdag 10 december 2020
Het was afgelopen zondag, droog, koud maar heerlijk weer voor een stevige wandeling. Na thuiskomst nog eens het nieuwe landelijk vliegprogramma bekeken, ik vind het prima. Voor de Dagfond mannen zou het fijn zijn wanneer de 6e DF vlucht, die als reserve vlucht genoteerd staat, daadwerkelijk omgezet wordt tot 'n wedvlucht (die mogelijkheid wordt geboden) De Midfond is met 7 vluchten goed bedeeld, wanneer er een paar vluchten samen met afdeling 5 worden georganiseerd zal de afstand alleen maar toenemen. De Midfond kan weleens eens een ‘zware’ competitie worden. Het jonge duivenprogramma ziet er prima uit, mogelijkheden genoeg om de jeugd goed in te spelen, alvorens de 4 MF vluchten starten. Wil je niet meedoen op de MF jonge duiven, kan je ze zo doorschuiven op de Natour. Bij het zien krijg ik al zin in het nieuwe seizoen.
Nu is het alleen te hopen dat de vogelgriep tegen de tijd van aanvang van het seizoen uit Nederland en België is verdwenen. Het vervoer van onze duiven zonder de extra regelgeving van de Europese commissie, kan plaats vinden https://www.pipa.be/nl/articles/persbericht-ivpa-30-11-2020-30025 en natuurlijk het belangrijkste dat de pandemie van het Covid 19 virus voldoende een halt is toegeroepen.
Inmiddels worden de kweekduiven al ’n week bijgelicht en hebben we de koppelingen in het hoofd zitten en opgeschreven. Bij mij zitten de duiven in de openlucht dus probeer ik ze door de juiste voeding en extra licht wat te prikkelen of te wel de hormoon huisvesting aan het werk te zetten. Kampioenschap “snel eieren leggen” zal door mij nooit gewonnen worden maar is ook volstrekt onbelangrijk. Woensdagmorgen de kweekdoffers vastgezet en ze allemaal hun ‘beoogde’ duivin gegeven, dat noemen ze ‘voorkoppelen’, ik vind het meer proef zetten. Je ziet gelijk of het ‘pakt’. In de loop van de middag de duivinnen weer weggenomen en wie weet mogen ze nog wel een keertje voor een paar uurtjes bij elkaar.
Ik las op PIPA ‘n open brief (https://www.pipa.be/nl/articles/open-brief-belgische-dierenartsen-en-zware-fondliefhebbers-omtrent-barcelona-30022) Interessant om te lezen dat ze o.a. het vervoer, tijdsduurvervoer, het overpakken, de manden en het verschuiving van de lossingsplek onder de loep hebben genomen. De Hollanders hebben het in hun ogen op meerdere punter beter voor elkaar en domineren op Barcelona. Ik begrijp de brief maar zullen die Hollanders niet veel ‘harder’ geselecteerd hebben, de afgelopen 10 jaar! Wanneer mensen op de langste afstand, onder zware omstandigheden de dienst uitmaken, wat moet je dan doen? Ze geven het ook wel ’n beetje toe maar hun duiven zijn toch ook genetisch……”De Belgische zware Fondduif is er één die genetisch absolute top is naar onze mening. De vele successen van Belgische duiven in Nederland toont dit volgens ons ook aan. Het is geen goede zaak voor de naam van de Belgische Fondduif als het verloop nadelig is voor ons land.”
Ik heb begrepen dat de afdelingen in Nederland moeten gaan nadenken over nieuwe sector indelingen, lijkt mij een “hell of a job” want je doet het natuurlijk nooit goed.
Persoonlijk zie ik de ‘noodzaak’ wel in, maar maak er dan ook echte Nationale vluchten van en dan niet één maar gelijk drie vluchten. Voordeel van Nationale lossingen is; de Afdeling uitslagen kunnen blijven bestaan, vervoer is goed binnen de afdeling of samen te regelen en je kan kijken wat de sectorvluchten of zone vluchten gaan brengen en hoe het e.e.a. zich gaat verhouden. Niet meer dan 4 tot 5 sectoren/zones want je moet er ook weer geen postzegelverzameling van maken. Op de Dagfond 3 nationale vluchten (3x Issoudun of Chateauroux) en ook bij de jonge duiven 1 nationale vlucht b.v. Fontenaye.
In de notulen van de NPO vergadering las ik dat afdeling 6 een vraag had ingediend betreffende ‘invliegduiven’. Het antwoord vond ik zelf verrassend maar of dit nu weer wenselijk is?