- maandag 12 november 2018
Volgens mij heeft iedereen weleens zo'n moment. Hopelijk wat vaker zelfs. Zo'n moment dat je beseft dat je nu lang genoeg over iets na hebt lopen denken, dat je nu echt wel helder hebt wat er moet gebeuren en dat je dat ook gaat doen.
De vaste lezers weten het maar al te goed. Ik ben ook zo'n dubber, zo'n eentje die tot in de treure in een onderwerp kan blijven hangen. Het stadium "uitgekauwd" is dan al gepasseerd. Het lijkt erop dat dat ook zo moet zijn, want het is het moment dat je er zat van bent en dat je dan gewoon gaat doen wat je allang al wist dat je moest doen. Meestal gaat het dan snel. Het plan in je hoofd is gemaakt, de stappen uitgedacht, de consequenties overzien.
Het lijkt dat dit een teken van zwakte is, tenminste de indruk bestaat dat de buitenwereld er zo naar kijkt. Het lijkt ook zo natuurlijk. Die topsporter zet zijn ultieme prestatie neer, het acteert op het toppen van zijn kunnen op het juiste moment. Het zelfde geldt voor die ondernemer die een bedrijf uit de ellende haalt en omtovert tot een modelbedrijf voor de rest van zijn branche.
Onderbelicht in dit soort geschiedenissen is dat er vaak een heel proces aan denken, afwegen, meten, rekenen en reflecteren aan vooraf is gegaan. Dat proces wat je niet ziet, dat proces wat zich in het klein in je hoofd afspeelt.
Ik word getriggerd door het verhaal dat ik vanochtend las van gewaardeerd stukjesschrijver Michel Beekman. Het ging over een NPO ledenraad, het ging over dat die ledenraad heel lang duurde en dat er niet zo besluitvaardig werd opgetreden. Ik heb er zelf niets van meegekregen, bekend is dat Michel goed is ingevoerd in beleid en het volgen van de diverse vergaderingen. Mijn interesse ligt hier niet echt, ook al is het bepalend voor wat er uiteindelijk met mijn geliefde hobby gebeurd. Vooral de remmende werking vanuit de afdelingen scheen irritatie en vertraging op te leveren. Daarnaast worden vanuit de secties zienswijzes naar voren gebracht die door de liefhebbers zelf worden ingegeven.
Als ik het hele verhaal lees en probeer te begrijpen lijkt het dat er in de bestuurslagen ook zoiets gaande is. Het proces van denken, afwegen, meten, rekenen en reflecteren. Er is echter één onderdeel van de organisatie in het proces achter gebleven bij de rest. De afdelingen gaan nu pas beseffen dat het niet meer wordt zoals het ooit was. De duivensport is van de liefhebbers en niet van de mensen die op een stoel klimmen en dan denken dat hun mening ook de mening is van diegenen die worden "vertegenwoordigd". Niets nieuws, van alle tijden, kijkt naar wat er bijvoorbeeld in de politiek gebeurd. De tijdgeest bepaald uiteindelijk hoe er wordt gedacht. Gedacht wordt er, gedachten kunnen niet in hokjes worden gevangen, gedachten gaan over grenzen heen.
Ik denk dat NPO en secties onderhand wel toe zijn aan doen, dat het denkproces wel zo'n beetje klaar is.
Vraag die je nu kunt stellen: zijn de afdelingen ondertussen een achterhaald instituut, of hebben ze een functie binnen de organisatie die NPO heet? Ik kan me voorstellen dat de secties horizontaal over de bond heen liggen, de afdelingen vertikaal als peiler dienen. Vertikaal betekend altijd beleid uitvoeren dat helpt om het uiteindelijk doel te bereiken. Afdelingen zullen de organisaties dus moeten dienen. Zorgen voor vervoer voor een redelijke prijs, inkorffaciliteiten, competities die relevant zijn voor hun leden. Ook daar is werk genoeg. Laat de secties hun werk doen en de stem van de liefhebbers vertalen in beleid dat past bij wat er speelt. De tijdgeest vertaald.
Ik was in 2007 en 2011 in Californie om sierduiven te keuren. Ook daar zijn issues onder liefhebbers. Er was binnen een speciaalclub een meningsverschil over hoe het sierduivenras waar de leden in gespecialiseerd zijn er over een x aantal jaren uit zou moeten zien. De jongere liefhebbers wilden een aanpassing in de fokrichting die meer aansluit bij de tijdgeest. De oudere fokkers, de bestuurders vaak, dachten daar anders over. Op mijn vraag hoe het nu verder zou gaan was het antwoord: "we will wait for the old men to die".
Ik zag de laatste tijd via Facebook wat foto's voorbij komen van dezelfde mensen. Die "old men" waar aan werd gerefereerd stonden bijna allemaal nog op de foto, de jongeren heb ik er nog eentje van gezien, de anderen werden niet eens meer genoemd. Ook niet terug gezien in de catalogus van de keuring waar de mensen op dat moment aanwezig waren.
Ik hoop niet dat het zo afloopt met de Nederlandse postduivensport. Geef de secties de ruimte en afdelingen beperk je tot wat je moet doen: de leden bedienen!
Tot de volgende!
De duivensport moet geweldig zijn voor mensen die zich interesseren voor het gedrag van individuen en groepen. Aan de ene kant de roep om het allemaal anders te doen, want zo als het nu gaat, gaat het niet.
www.postduivenblog.nl
|