Gert van den Bogaard
- zondag 24 mei 2020
Enschede
Vrijdag was het voor het eerst weer mogelijk om onze duiven in te korven voor een africhting. Daarvoor werden door de Werkgroep Covid-19 protocollen opgesteld om dat corona-proof te doen.
Toen bekend werd dat inkorven onder de daarin staande strenge voorwaarden kon, hebben alle verenigingen in onze Afdeling Oost-Nederland zich tot het uiterste ingespannen om hun lokalen en de wijze van inkorven zo te organiseren dat het aan de voorschriften voldeed. Afgelopen maandag meldden zich niet minder dan 85% van de verenigingen gereed voor inspectie. Woensdag werden de controles afgerond en donderdag lagen de lossingsvergunningen er.
Alles leek op rolletjes te gaan, maar even leek de gemeente Enschede nog roet in het eten te gooien. Een Boa (bijzondere opsporingsambtenaar) bezocht daar een clublokaal van een van onze zusterverenigingen. Daar was men chipringen aan het koppelen. Na een gesprek met de daar aanwezigen vertrok de Boa met de protocollen onder de arm.
Op basis van die protocollen en het “Veiligheidsbesluit voor buitensporten door jongeren tot 18 jaar” werd inkorven door de gemeente Enschede in eerste instantie niet toegestaan.
Er werd vrijdagmorgen een toelichting nagezonden van de Werkgroep Covid-19. In die toelichting werd aangegeven dat onze sport valt onder het “Veiligheidsbesluit voor buitensporten door volwassenen”. Daarnaast werd in de toelichting nog eens verduidelijkt hoe onze sport werkt, hoe ingekorfd zou gaan worden en waarom er dan (het toegestane) maximum van drie personen in het clublokaal aanwezig moet zijn.
Het werd een spannende vrijdag, maar rond 13:00 uur kwam er toch groen licht uit Enschede. Het protocol met toelichting heeft de toets weerstaan, dus petje af voor de Werkgroep Covid-19. Er zijn nu twee plekken in Nederland waar de overheden akkoord zijn: de Veiligheidsregio Groningen en de gemeente Enschede binnen de Veiligheidsregio Twente. Het kan niet anders of dit opent de deuren in de rest van Nederland voor de duivensport.
Het noorden van onze afdeling ging naar Kalkar en wij, als onderdeel van het zuiden, naar Venlo.
Het was goed duivenweer. De vroegste duiven kwamen in flinke groepen af, maar daarna ging het bij sommige hokken toch met horten en stoten. Niet zo gek als we zien dat we veel later beginnen en terugblikken op een seizoen 2019 dat vooral met de jonge duiven slecht verliep.
Al met al echter een training die nuttig en leerzaam was voor de duiven en nu kunnen we het wat verderop gaan zoeken.
Dat wordt voor onze afdeling richting Duitsland zolang de grens naar België dicht blijft. In Frankrijk mag al wel gelost worden, maar daar zijn we nog niet aan toe.
Zo is het eerste trainingsvluchtje een feit. Voorlopig blijven het ook trainingsvluchten, want wedstrijden houden is niet toegestaan volgens het Veiligheidsbesluit.
Beetje raar wel, want dat besluit gaat uit van mensen die onderling een wedstrijd spelen; of liever gezegd nu géén wedstrijden mogen spelen. Dan praat je over bijvoorbeeld voetbal-, hockey- of korfbalwedstrijden.
Dat het bij ons de duiven zijn die de wedstrijd vliegen is blijkbaar niet uit te leggen. We staan dus nog steeds niet op de kaart als duivensport. Op zich ook niet zo verwonderlijk met 15.000 leden in heel Nederland. Mogelijk kan er met terugwerkende kracht nog iets worden gedaan als wedstrijden wel weer worden toegestaan. En, alla, we kunnen de duiven weer laten vliegen. Dat is belangrijk om de oude duiven in hun ritme te houden en het plezier weer te gunnen van de vluchten. Voor de jonge duiven is het nog belangrijker. Zij moeten worden getraind om het naar huis komen onder de knie te krijgen. Zonder die opleiding zullen vele verloren gaan in een later stadium.
Dus laten we de handen dichtknijpen dat we weer mogen.
Eén ding werd wel duidelijk. Men baalt van het na de vlucht niet bij elkaar kunnen komen om ervaringen uit te wisselen onder het genot van een drankje. Maar ook dat zal op een goed moment wel weer kunnen, zij het ook onder strikte voorwaarden.