Als ik voor deze krant aan het schrijven ben, of mijn site aan het bijwerken, heb ik veelal muziek op staan. Als dan de kleinkinderen op bezoek zijn zou je moeten zien hoe die kijken bij het aanhoren van ‘mijn’ muziek. Harrie Belafonte, Elvis Presley, Fats Domino, Chuck Berry, de BeeGees, Adamo, en al die andere jeugdidolen van weleer? Hoe kan je nu naar zo iets luisteren, zie je ze denken. En wat voel ik dan de generatie kloof. Of zeg maar kloven. Op een enkele uitzondering na hebben mijn helden van weleer ons allemaal verlaten. BB (Brigitte Bardot) is zo’n uitzondering. Als ondeugende stoeipoes en frivole pin up was ze het Europese antwoord op Marilyn Monroe. Nu houdt de seksbom uit mijn jeugdjaren zich bezig met dieren, en hoe. Haar honden gaan beter gekleed dan veel mensen.
GESCHROKKEN
Zo pas zag ik een recente foto van haar. Ik schrok, streek met een hand over mijn bezorgde voorhoofd, zuchtte diep en liet een nauwelijks hoorbare scheet. Van de vlam die ooit zo´n verschroeiende indruk maakte op veel mannen dat die er krols van werden, was niets meer over. Het mens zat vol kreukels. Ik acht de kans niet groot dat Brigitte dit zal lezen, maar mocht dat zo zijn dan moet ze het zich niet aantrekken. Ik heb heel veel respect voor ouderen. Dienaangaande kon ik een Oosterling zijn.
- Iemand van bijna 80, zoals Antwerpse Frans van Roey, die nog met duiven begint en presteert ook? - Een tachtiger als Jos v d Veken uit Retie die de concurrentie tot wanhoop drijft als in zijn beste jaren?
- Jan Theelen, inmiddels in de 90, die nog altijd zijn mannetje staat? Mijn respect en bewondering hebben ze.
BB nu
JOS
Soms denk ik ook aan al die mij bekende sportgenoten die er niet meer zijn. Groot was destijds de schok toen streekgenoot Jos Leuris zo maar ineens en veel te jong uit het leven was gerukt. We waren opponenten maar wel op prettige wijze hoezeer anderen hun best ook deden tweespalt te zaaien. Jos kende geen greintje jaloezie, deed veel voor de club en speelde enorm. 'Te goed' volgens sommigen, zulke goede duiven kon hij toch niet hebben? Wel dus, wat ´de Serge´ uit Schilde zal kunnen beamen. Soms kwam Jos hier troost zoeken, nota bene bij zijn grootste concurrent. Hij kon de leugens en roddels die over hem de ronde deden moeilijk van zich afschudden. Jos was de eerste van een reeks kampioenen die ik tot mijn betere kennissen rekende die heen ging.
Maar ik wilde het dus over mijn jeugdjaren hebben. Soms hoor je dat het toen allemaal zo veel beter was. Of slechter. Wat mij betreft geen van beide. Het was anders.
BB toen
NORMAAL
Soms vragen mensen me hoe ik toch in duivensport verzeild ben geraakt. Daarvoor moet je mijn jeugd kennen. Ik woonde in Chaam, een slaperig dorp tegen de Belgische grens. ‘Heel de straat’ had duiven. Je gelooft het niet maar op vliegdagen kon je bij negen liefhebbers de duiven zien vallen.
Ik voetbalde met twee buurjongens. En weet je wat ik hen vaak vroeg? Waarom ze GEEN duiven hadden. Zonder duiven hoorde je er amper bij. Duiven en voetbal bepaalden mijn jeugd. Ik weet nog hoe afgeleid we waren toen we in Bavel, een naburig dorp, moesten voetballen. Tussen de toeschouwers stond een gekleurd iemand, een ‘neger’. En een ´neger´, toen mocht je dat nog zeggen, hadden we nog nooit gezien. Behalve Zwarte Piet dan. Of mag je dat in 2019 ook niet meer zeggen?
ANDERS
Achttien jaar oud gingen we dansen. En ook naar de kerk. De pastoor preekte vaak over een danszaal waar onze ouders hun kinderen weg moesten houden. Daar kwamen ‘heel slechte meisjes’. Dus men begrijpt waar we vanaf toen naar toe gingen. Dansen was nog echt dansen. Rock and Roll tot we er bij neer vielen. Televisie hadden we niet, homo’s bestonden niet, seks evenmin, in de sloten stond nog water en in het water zaten vissen. Nu hangen jongeren met veel te grote pupillen vanwege de drugs afwezig tegen de muren. Dansen is er niet meer bij. Wat we ook niet kenden was Adeno en verliezen van jonge duiven. Als je met 20 jongen wilde spelen bestelde je 20 ringen en na het seizoen had je er nog 18 over. Of meer. Toch was men niet flauw met lossen. Goed weer op de losplaats en goed weer hier was goed genoeg. Dan gingen ze er uit.
Schrijver dezes als 19 jarige. Voetbal en duiven.
RUZIES
In het dorp waren zo´n 15 cafés met biljart. Er is er niet een meer van over. Ik herinner me nog hoe we geregeld zo’n café baas op bezoek kregen. Die kwam stemmen ronselen, want er werd hevig gestreden om de duivenclub. Geen betere klanten dan duivenliefhebbers. Die bleven immers hangen, vooral bij het binnenbrengen van de grote houten constateurs. Je moest wel. Het duurde immers een eeuwigheid voor alle klokken ‘open’ waren en nog langer eer de uitslag klaar was. Ik zie bij Jan, de rekenaar, de tafel nog vol papieren liggen met daarop lange staart delingen. De snelheid van elke duif moest immers handmatig berekend worden. Rekenmachientjes waren er niet.
Voor het typen van de uitslag had men mij, het jongste lid van de club, maar wel met een type diploma. Dat typen gebeurde op een stencil. Wie van U weet nog wat een stencil machine is? Die ruzie om de duivenclub liep zo hoog op dat de pastoor tussenbeide moest komen. Vanaf toen zou de club jaarlijks naar een ander café verhuizen en zo kon het gebeuren dat ik als tiener in zes verschillende lokalen in was gaan manden.
Rock and roll tot we er bij neer vielen.
ZONDAGS
Geen mens die de zondagse mis over durfde slaan. Iedereen zou het weten. De duivenliefhebbers zaten op de achterste rijen en verzamelden zich na de mis voor de kerk voor een laatste voorbeschouwing op de vlucht van die dag. Van twee ken ik nog de namen. Het waren de enige die niet rookten. Het toffe van die ‘melkersmis’ was dat die kort duurde. De pastoor wist dat het duivenvolk naar huis wilde en hield daar rekening mee.
ANDERE NAMEN
De ‘groten’ van toen waren natuurlijk niet de groten van nu. De liefhebbers praatten over Louis van Loon, de Janssens, Delbar, Huijsken van Riel en Hofkens. En over Dr. Linssen, Klak, Dusarduyn, Gebr Oomens en Trommelen. Allemaal uit Zuid Nederland waar, vreemd genoeg, de sport het meest achteruit zou hollen.
Fondvluchten waren er twee, Dax en Sint Vincent. Na jaren kende je nog de namen van de winnaars. Als snotneus bezocht ik graag duivenliefhebbers en herinner me nog hoe gezond de duiven er toen overal bij zaten. Toch moesten die het stellen zonder supplementen en zonder dierenarts.
EN NU
Van BB is dus niets meer over. Maar de herinnering blijft. Ook van duivensport is nog weinig over, maar veel herinneringen zijn al even zoet. In mijn omgeving is het aantal liefhebbers gedecimeerd. Hoe heeft het toch zo ver kunnen komen, vraag je je af. En het eind is nog niet in zicht. Als ik de liefhebbers hoor over de plannen die de NPO heeft, of meer bepaald hun voorzitter, vrees ik het ergste. Want allemaal verplicht een nieuw elektronisch constateer systeem aanschaffen? Je gelooft het niet maar daar is in Nederland sprake van.
Een verkoop van de smaakmakers van toen iets voor mijn tijd. Arendonk, zo kan je lezen, telde 250 liefhebbers. Dat houd je toch niet voor mogelijk?