- zondag 23 juni 2024
In de ‘gewone’ media stuit je nog weinig op onze sport, maar soms heb je toch beet. Iets ouds veelal en zo las ik dat duivensport de mooiste sport is voor 55 plussers. ‘Zowel mentaal, fysiek als voor sociale contacten’ zo stond er.
Vooral in de regio Luik en in het Roergebied was er tussen 1830 en 1840 gigantisch veel geld te verdienen in de wedstrijden en hoogtepunt was, naar verluidt, het jaar 1948. Sommigen deden na de oorlog gouden zaken. De Scheemaecker zou in 1952 wereldwijd liefst 300.000 Junior klokken verkocht hebben.
Van die ‘renpaarden van het luchtruim’ is weinig over. Om uw dag niet te verpesten ga ik maar beter geen cijfers geven om de teloorgang te illustreren.
KLEINE MAN
Je moet wel erg cynisch zijn om nu nog over ‘een hobby van de kleine man’ te durven spreken.
Goat Platteeuw zou een vergunning aangevraagd hebben voor het houden van duizenden duiven. Ex wielrenner Joost speelde verleden week 380 duiven. De KBDB staat er bij, kijkt er naar en zwijgt.
Liefhebbers die 100 duiven thuis krijgen terwijl een ander nog wacht op zijn eerste duif is iets wat de NPO en KBDB toch niet kan ontgaan?
Mogelijk horen ze de geluiden uit het veld niet die anderen wel horen en die doen concluderen dat ‘niets doen’ absoluut geen optie is.
Je kan de klok niet meer terug draaien. Liefhebbers hebben van hun hobby hun beroep gemaakt en dat is ieders goed recht.
Ongeveer een halve eeuw terug is het fout gegaan. Toen had men het moeten zien aan komen en in grijpen.
ONBEGRIP
Want geen buitenstaander die een competitie kan begrijpen waarin de een met 200 duiven aan treedt en de ander met 10 of minder.
Het is de plicht van de bonden proberen leden te werven en het zo veel mogelijk beoefenaars naar de zin te maken. Zowel de groten en de kleintjes en al daar tussen in. Mij lijkt dat, en dat schreef ik 20 jaar geleden al, er maar een mogelijkheid is:
Twee uitslagen: Een met een inkorfbeperking en een zonder, met alle deelnemende duiven. Die met de inkorfbeperking de officiële.
Fabels
‘Fabels’ is de naam van een soort wegrestaurant in de buurt. Ik ga er soms koffie drinken na een wandeling in de nabije bossen.
Vooral nadat vriend Jan me op een app wees, waar ik veel plezier aan beleef.
Die registreert de zang van vogels, meldt de naam met foto en al.
Een klik levert een schat aan info op over betreffende vogel. Zijn weide vogels hier vooral geschiedenis, in de bossen zit nog wel een en ander.
Dus zie je in de buurt van restaurant Fabels een niet meer zo jonge man met pet op een bankje zitten die aandachtig op zijn telefoon op zijn telefoon zit te kijken dan weet je het.
21 Verschillende vogels op een plaats is mijn record.
Merels, roodborstjes, tjitjafs, koolmeesjes en kraaien scoren het vaakst.
IN DUIVENSPORT
In duivensport bestaan nogal wat opvattingen en meningen die ik ‘voor mezelf’ rangschik onder het woord ‘fabels’.
‘Voor mezelf’ omdat U er natuurlijk anders over kunt denken en ik mogelijk ongelijk heb. Iets is immers niet waar alleen omdat ik het denk.
Hieronder wat voorbeelden die voor mij fabels zijn.
Soms val ik in herhaling, maar wie doet dat niet als hij wekelijks stukjes schrijft?
Weet je trouwens dat fabels een van de redenen was die me in duivensport deed belanden? In mijn jeugdjaren hoorde ik van duivenmelkers zo veel baarlijke onzin, fabels zeg maar, dat ik dacht: Uitblinken in zo’n sport met zo veel onnozelheid kan niet moeilijk zijn. Dat bleek ook zo: In mijn tienerjaren was ik al kampioen, rond de eeuwwisseling werd me verboden te poulen, in mei 2024 wachtten liefhebbers met 30, 31 en zelfs 91 duiven mee nog op hun eerste duif als wij alles (12 stuks) thuis hebben. Ook, of vooral, dankzij verzorger Roger natuurlijk.
VOLLE MAAN
Vroeger al begreep ik mensen niet die meenden dat je betere duiven kweekt als je koppelt met volle maan. Maar tot mijn verbazing kom je die opvatting nog tegen. Zelfs bij betere liefhebbers. Over ‘het waarom’ las ik nog nooit iets zinnigs. Ik kan ook geen enkele reden bedenken om het geen fabeltje te vinden. Zoals die speciale lampen die je volgens een andere Willem nodig zou hebben bij winterkweek. Met alle respect, maar geloof er geen bal van. Evenmin in dat ‘toestel’ van ongeveer 1.000 euro, waarover hij schrijft om water van betere kwaliteit te krijgen.
VOEREN
Voeren is nog zo iets. In mijn jonge jaren was ik, ambitieus als ik was, nieuwsgierig hoe de kampioenen van toen voerden.
Om tot de conclusie te komen dat ze zowat allemaal verschillend dachten.
Het maakte me nog sceptischer dan ik van nature al ben.
Tot ik Klak ging helpen duiven klokken voordat elektronisch klokken in zwang kwam. Hij gaf zowat de goedkoopste mengeling die er is een heel jaar lang aan al zijn duiven. En waar zag je gezondere vogels dan bij deze vedette tegen wil en dank?
Sindsdien geloof ik niet meer in opvoeren, niet meer in een betere rui door ruimengeling, niet meer in gerst om duiven kalm en op gewicht te houden, niet meer in hennep om ze driftig te maken, kortom in nog heel weinig. Behalve goede duiven.
Toppers met Koopman voorop die het zich makkelijk maken neemt jaarlijks in aantal toe. Kampioenen dus die doen als Klak.
Het maakt dat ik me minder eenzaam voel.
Zelfs lijkt, hoe sommigen jongen voeren, wekelijks van ‘licht naar zwaar’ (energierijk), eerder schadelijk. Nu bij veIen Adeno/Coli op de loer ligt moet je de darmen en spijsvertering zo veel mogelijk ontzien.
APPELAZIJN EN BAYTRIL
Adeno/Coli? Weinigen die er nooit mee te maken krijgen. Jaren terug meende men een antwoord te hebben: Appelazijn!
Nadat de Nederlandse stuntman Peter v d Merwe bij een kop koffie uit de school had geklapt wist ik het zeker: Ook dat appelazijn was (het zoveelste) fabeltje. Peter had jaarlijks een beetje last van ‘de jonge duivenziekte, dus appelazijn geprobeerd en nog nooit zulke problemen gehad.
En over problemen na een behandeling gesproken. Twee winters terug verloren we heel goede duiven na een kuur met Baytril. Is dus ook niet het wondermiddel zoals verhoopt.
TONEN EN ZO
In tonen voor de vlucht heb ik nooit geloofd.
Conditioneren is een zeer belangrijk aspect in duivensport maar valt daar niet onder. Dieren die je wilt leren beloon je NA de prestatie. Denk aan honden, dolfijnen, paarden en… duiven.
De voornaamste leermeester in onze sport ‘heet’ empirie.
Voor de disbelievers daarom het volgende:
Als je meerdere hokken hebt, zoals de meeste tegenwoordig, toon ‘een afdeling’ de partner voor het inmanden en de andere niet.
Zeker weten dat je nooit meer toont.
Of je ‘dubbel weduwschap’ speelt of niet maakt niet uit.
Wat me nog meer sterkte in de overtuiging dat tonen nutteloos is, was wat Etienne Devos meemaakte. Die had op een hok twee doffers die elkaar niet konden luchten of zien, maar die wel fabelachtig vlogen.
Een ervan kwam van een Nationale vlucht terug (hij won geloof ik de 2e) om in het hok niet naar zijn duivin te vliegen maar naar zijn hokgenoot. Hij greep die bij zijn nekvel, sleurde hem als een hond doet met een konijn en liet hem alle hoeken van het hok zien. Zei Etienne en hij had echt niet gedronken.
WEL
Ik schreef ooit over systemen en wat mij het beste leek: Spelen met duivinnen met partner thuis. Slechts een systeem leek nog beter.
Ik paste dat toe in een jaar met experimenteren: Een doffer gepaard met twee duivinnen. Ongelooflijke resultaten maar toch heeft het maar een jaar geduurd. Na de vlucht was het om gek te worden. Je moest er bij zijn om telkens een van de twee apart te zetten of er vielen doden.
Zwoegen en zweten en van duiven aan zien komen na de eerste kon geen sprake zijn. Ik was destijds de enige die met duivinnen speelde, hield mijn mond, maar kon dat niet vol blijven houden.
Clubgenoot Rik nam het systeem over, maar… een verbeterde versie.
Hij speelde met de ene duivin en hield de andere thuis.
Het resultaat was spectaculair. Wat hem niet eerder lukte deed hij nu: Eerste prijzen winnen tegen duizenden duiven. Het doet denken aan de spektakeluitslagen van wijlen Cor Leytens. Die volgden als zijn duivinnen zo nijdig op elkaar werden dat hij ze uit elkaar moest houden om, beetje overdreven, een slachting te voor komen. Twee duivinnen gepaard met een doffer had bij mij overigens twee Nationale zeges Orleans (zone) tot gevolg. En (toen!) meer dan een weekgeld.