Vincent Hoogerwerf
- donderdag 15 februari 2024
Het vorige logboek was binnen twee dagen al 17.000 x gelezen. De foto met Jelle Jellema op zijn kijkdag was daar natuurlijk debet aan. Dat bleek ook uit de vele reacties. Vragen om advies over de aangeboden duiven kwamen behalve uit Nederland ook uit Frankrijk, Duitsland, Marokko en zelfs uit Iran. Inmiddels is de veiling begonnen en zoals te verwachten gaan de bedragen die tot nu toe geboden zijn nu al ver uit boven de financiële draagkracht van de meeste liefhebbers die mij hierover benaderd hebben. En deze bedragen zullen op het eind van de veiling naar mijn verwachting nog flink stijgen.
Duiven TV / Allergie voor duivenstof
Een paar weken geleden ontving ik een mailtje over Duiven TV, een nieuw platform over postduiven en duivensport. Het is een initiatief van Leo Snel, de eigenaar van Duiven.net en Delta Film. Zij willen reportages, actuele onderwerpen uit de duivenwereld en lossingsberichten gaan aanbieden. Iedereen kan zich gratis inschrijven. Afgelopen week heb ik dat gedaan en was benieuwd naar wat er aangeboden werd. In de eerste aflevering werden twee onderwerpen besproken in een z.g. talkshow met als gasten dierenarts Stefan Göbel, marathonspeler Corné van Oeveren en de bekende Utrechtse liefhebber Gilbert van den Berg. De onderwerpen die Leo met hen besprak waren de vogelgriep en de invloed van duivenstof op de gezondheid van de duivenliefhebber. Het gesprek over duivenstof had vooral mijn interesse omdat ik zelf na de recente longontsteking heb bemerkt dat ik na in contact met duiven te zijn geweest een pijnlijk gevoel op de borst heb. Eerder heb ik daar nooit last van gehad. Het was een eyeopener om te horen dat de allergie voor duivenstof bij Gilbert is ontstaan nadat hij griep, gevolgd door een longontsteking kreeg en daarmee doorgewerkt had zolang het kon. Gilbert was destijds een duivenhok aan het bouwen, dus kwam hij veel in contact met duivenstof. Ik zie hierin een grote overeenkomst met mijn eigen situatie waarbij ik met een stevige verkoudheid toch op pad ging om duiven te keuren. De komende tijd zal duidelijk worden in hoeverre ik een allergie tegen duivenstof heb ontwikkeld.
Vererving
Ik krijg regelmatig vragen over genetische kwesties. Nu ben ik absoluut geen expert in deze materie en raadpleeg dan meestal de literatuur als “De kunst van het kweken” van Prof Anker en Steven van Breemen, “Genetica bij duiven” van Hein van Grouw en Jan de Jong, “Erfelijke kwaliteiten bij postduiven” van Victor Vansalen en de boeken van Antoon Malfait. Recent kreeg ik van Steven van Breemen zijn volledig vernieuwde digitale uitgave van “De kunst van het kweken”, wat het zoeken een stuk gemakkelijker maakt. Kom ik er desondanks niet uit kan ik bij Steven altijd terecht met specifieke vragen.
Zo stelde een kritische lezer van mijn logboeken de vraag hoe groot de kans is dat een jonge duif zich ontwikkeld tot een goede vlieger, wiens ouders en grootouders geen van allen bevlogen zijn, dus direct op de kweek zijn gezet, maar bij de overgrootouders 3 x dezelfde topduif in de afstamming zit, met nog 1 of 2 goede overgrootouders. Ik snap waarom deze man dit vraagt omdat dergelijke duiven heel veel op internet worden aangeboden en er niet zelden flinke bedragen voor worden betaald. Persoonlijk zou ik voor dergelijke duiven maar zeer weinig geld over hebben en moeten ze sowieso flink getest worden op de vluchten voordat er uit gekweekt zal worden. Op de vraag hoeveel invloed de genen van de overgrootouders nog hebben op deze duif is volgens mij geen duidelijk antwoord te geven, omdat dit van heel veel factoren afhangt. Maar duidelijk mag zijn dat des te meer bewezen topduiven in de afstamming zitten, de kans dat het een topper wordt vergroot. Kweken uit duiven die zelf nooit in de mand hebben gezeten kan uiteraard zeer goede duiven opleveren, maar uit deze duiven ook weer te kweken zonder ze testen, zal de kans op een topper verkleinen. Er zijn immers maar zeer weinig duiven die alleen maar goede jongen op de wereld zetten. Ik heb de vraag aan Steven voorgelegd en hij geeft aan dat de kans dat de duif met een dergelijke afstamming een topper wordt, minimaal is.
Vererving 2 – een geeloger uit twee witogers
Een andere vraag m.b.t. een genetische kwestie is die ten aanzien van de mogelijkheid om uit twee witogers een geeloger te kweken. In het boek “De kunst van het kweken” wordt aangegeven dat dit niet mogelijk is omdat de oogkleur geel dominant is aan wit. Letterlijk staat hier; “Omdat de recessieve eigenschappen fok zuiver zijn, kunnen uit […..] twee duiven met witte ogen, nooit meer […. ]duiven met gele ogen worden geboren.” Toch blijkt dit heel zelden toch te gebeuren. Als men mij hier op attendeerde gaf ik altijd aan dat de duivin dan een slippertje moest hebben gemaakt. Totdat ik ineens voorbeelden te zien kreeg van een geeloger uit twee witogers waarbij uit DNA onderzoek bleek dat deze witogers wel degelijk de ouders waren. Het lijkt er op dat hier sprake is van voortschrijdend inzicht. Bij mensen is er ook lange tijd van uitgegaan dat twee mensen met blauwe ogen alleen kinderen konden krijgen met blauwe ogen. Inmiddels is via wetenschappelijk onderzoek gebleken dat dit niet juist is, omdat de oogkleur bepaald wordt door meerdere genen en niet, zoals men lange tijd dacht, alleen door de genen die een rol hebben bij het maken van de kleurstof melanine. Dit zal bij duiven dan waarschijnlijk niet anders zijn. Ook deze kwestie heb ik aan Steven voorgelegd die aangeeft dat één van beide ouders niet dominant zal zijn voor de oogkleur wit, dus dat het oog dan niet geheel zuiver wit is.
Toevoegingen aan badwater
Op mijn column in het Spoor over water kreeg ik diverse reacties waaronder van André van de Wiel die ten aanzien van toevoegingen aan het badwater aangeeft, dat hij zeer goede ervaringen heeft met het toevoegen van dunne bleek. Dit heeft een positief effect op de pluim volgens André die dit in de jaren zeventig geleerd heeft van een destijds grote nationale en internationale kampioen met tentoonstellingspostduiven. Diens duiven voelden altijd zijdezacht aan en ook bij André zijn bezoekers vaak verbaasd over de zachte pluimen van zijn duiven. André adviseert om 25 ml dunne bleek aan 10 liter water toe te voegen. Hij heeft nooit iets bemerkt van negatieve gevolgen als de duiven er iets van zouden drinken, wat waarschijnlijk ook niet gebeuren zal.
Borstspieren – statische elektriciteit?
De lengte van de borstspieren en het volume ervan speelt voor mij bij het beoordelen van de kwaliteit van postduiven een zeer belangrijke rol. De lengte en de elasticiteit van de borstspieren bepalen de afstandsgeschiktheid van een duif. In de rode spiervezels worden de vetzuren opgeslagen die als brandstof dienen. De borstspieren vergelijk ik daarom met een brandstoftank. Wil je deze spieren (dus de grootte van de tank) goed kunnen beoordelen zal je jezelf daarin moeten trainen. Door van duizenden duiven de lengte en de elasticiteit van de borstspieren met elkaar te vergelijken heb ik dat gevoel steeds verder ontwikkeld. Je moet dan wel in de gelegenheid zijn om absolute topduiven in handen te krijgen. In mijn jonge jaren greep ik daarvoor elke gelegenheid aan. Door tijdens het inkorven de duiven aan te geven bij de ringentang heb ik veel geleerd, daarnaast door veel zaalverkopingen te bezoeken en hokbezoeken af te leggen als verslaggever van de Vredesduif, waardoor ik veel vluchtoverwinnaars en duifkampioenen in handen kreeg. Het boekje “Word keurder op eigen hok” van Raymond van Steenberghe was daarbij mij leidraad.
Tijdens een tafelkeuring in de vereniging van Hoogeveen kwam ik een jonge doffer tegen waarbij de borstspieren een soort van elektriciteit afgaven aan mijn vingertoppen. Het gevoel is te vergelijken met het gevoel van statische elektriciteit wat je soms kan krijgen bij het aanraken van kleding e.d. Ik kom dat heel zelden tegen, maar tot nu toe waren al deze duiven uitzonderlijk goede vliegers. Mijn vingertoppen blijven dan vaak nog lange tijd nagloeien. Ik had dat bij een foto van de tafelkeuring op Facebook opgemerkt en kreeg daarop verschillende reacties. Als iemand een verklaring voor dit fenomeen heeft hoor ik dat graag.