- donderdag 09 maart 2017
Pak is een paar van je beste duiven beet en voel: ze zijn warm.
Ik loop samen met een oude duivenvriend naar zijn Barcelona hok, waarna ik een rode driejarige doffer in me handen krijg gedrukt. Goh Joh, die duif is steenkoud. Dus ik strijk een paar keer langs zijn vleugels en hup weer warm. Oké, zei mijn enigszins verbaasde, jij mag dan wel een alchemist zijn, maar kan ik dat ook soms..! Ja, was mijn korte en vooral onbeleefde antwoord, want soms moet je een ander niet altijd wijzer maken dan ze zijn. :-)
Punt is alleen al warm je een duif op tot zijn eigen kookpunt is bereikt, meer eremetaal zal het je niet brengen…mits…..: het vanuit zijn instinct zoiets heeft als “Weet je wat baas, dat voelt heul errug goet..!”
Oké, mijn advies was toentertijd, houd hem maar thuis, want zijn elektromagnetisme is zogezegd iets te lui geworden als driejarige doffer en voordien 1x top 100 prijsvlieger.
Het elektromagnetisme kent in een duif minimaal 2 wegen om zichzelf op te winden tot een duif die in de hand lekker warm behaaglijk aanvoelt.
De 1ste en meest natuurlijke weg is het paren van een duif, waardoor zijn geslachtshormonen de rest doen. Of niet, maar dan is het een laagje dieper zoeken, waar het 2de elektromagnetische ontstekingsmechanisme zit. Namelijk, die van het zogeheten instinct.
Zodra, een duif zijn instinct niet wordt aangemoedigd, zichzelf te ontsteken, dan blijft het koud en zal sowieso geen of niet voldoende geslachtshormonen aanmaken.
Afijn, een goed presterende wedstrijdduif, kan dus minimaal over 2 soorten van warmte of elektromagnetisme beschikken. Alleen, wat kun je doen om dit als melker te stimuleren?
Oké, twee dingen: een je hebt hele goede wedstrijdduiven, die heus wel zelf weten hoe ze onderweg hun eigen beschermende elektromagnetisch geladen warmte kunnen opladen. Goh, wat ben ik is door een hele grote en supermelker op het verkeerde been gezet. Immers, zijn beste duiven voelden aan als ware ze net uit een vrieskist gehaald. Alleen, zijn glimlach vertrok alweer snel, nadat ik zei: weet je, normaal gesproken had ik zoiets gezegd als: laat maar thuis, maar nu wist het zeker, dat deze van zuurstof doortrokken snelheidsduiven, zichzelf tijdens de vlucht verbinden met stikstof.
Het geheim van deze verschrikkelijk hard spelende zuurstofprediker, was in mijn beleving, dat hij zijn stamduiven al meer dan ongeveer 30 jaar geen enkele kans had geboden. Om ook maar een jong te kweken, die niet aan zijn vrij uitzonderlijke prestatiestandaard voldeed te laten overwinteren. Ik bedoel, geen 6 magere 1 op 4 prijsjes om je plekje voor volgend jaar veilig te stellen. Maar minimaal 3 topprijzen van 1 op 2 was zijn standaard uitgangspunt.
Dat kan wel zei ik hem nog, maar dan moet je wel heel veel lef hebben als melker. Nou, was zijn enige standaard antwoord: liever 2 jonge duiven als jaarling die weten wat ik van ze wil, dan een hok vol domoren en dwazen.
Kortom, als ikzelf ooit nog is postduiven ga houden, dan durf ik wel bij zijn standaard filosofie aan te haken. Want ik weet dat een goede duif zichzelf eerst elektromagnetisch oplaadt met zuurstof om daarna nog een tandje hoger bij te schakelen naar stikstof. Alleen, ik weet dan wel van te voren, dat ze na pakweg ongeveer 600 km de pijp aan Maarten geven. Immers, dan komen ze in de knoop met hun elektromagnetische instinct, die dan de eerder gemaakte verbinding tussen zuurstof en stikstof in het bloed zal opbreken.
Kijk, en dagfondduif die het zelfs ook boven de 600 km aankan om met de beste mee te presteren, die doet het net even iets anders. Namelijk, die begint thuis boven zijn hok al te trainen. Op zo enorme hoogte, dat het gewend is aan de koppeling: zuurstof – ozon en stikstof. Alleen, dan moet je als super de super melker bekend staan. Dat vraagt niet alleen offers van je duivenbestand, want dit houden echt niet meer dan drie jaar vol om erna steeds verder door hun instinct te worden ingekacheld. En ook als super de super melker moet je werkelijk 24 uur per etmaal met ze bezig willen zijn. Kun je hiervoor kiezen? Nou nee, niet als je zelf niet een geboren melker bent met een groot duivensporthart.