Petrus Stas
- vrijdag 02 juni 2023
Tijdens een korte vakantie op Schiermonnikoog zag ik een paar postduiven op een schuur zitten. Mijn nieuwsgierigheid was meteen gewekt, want volgens mijn informatie woonden er geen duivenliefhebbers meer op het eiland. Nog even verder speurend zag ik een duivenhok wat duidelijk in verval was en de postduiven die ik er zag zitten bleken ook al flink op leeftijd. De eigenaar van het hok en de duiven bleek de 87-jarige Hidde Smidt te zijn en deze bleek wel bereid te zijn mee te werken aan een column. Toevallig had hij kort daarvoor mijn foto in het Spoor der Kampioenen zien staan en wist hij zelfs wie ik was. Hoewel hij al 5 jaar niet meer meevliegt is hij nog steeds een trouwe lezer van dit blad en volgt de duivensport nog op de voet.
Hidde heeft zijn leven lang duiven gehad. Als kind in Wierum waren dat nakomelingen van verdwaalde postduiven die op de boerderij van zijn grootvader huisden. Later toen hij naar Schiermonnikoog verhuisde waar hij in 1957 als buschauffeur ging werken, waren er ook weer duiven, ook toen nog steeds een allegaartje. Maar nadat hij eind jaren 60 in gesprek raakte met een duivenmelker uit Hoogeveen, die te gast was in het hotel waar Hidde destijds werkte, sloeg het postduivenvirus toe. De desbetreffende liefhebber zat een duivenkrantje te lezen en dat wekte de interesse van Hidde. Nadat deze liefhebber de duiven van Hidde had gezien beloofde hij hem “echte” postduiven. En zo kwam Hidde eind jaren zestig in het bezit van 4 postduiven van het soort Huyskens van Riel.
Op Schiermonnikoog waren destijds nog enkele duivenliefhebbers, maar er was geen vereniging. Hidde vond dat er een duivenvereniging moest worden opgericht en toen er nog enkele andere enthousiastelingen gevonden werden om zitting in het bestuur te nemen, werd op 28 november 1970 PV de Waddenvliegers opgericht. Deze vereniging werd helaas een jaar of 5 geleden eveneens door Hidde opgeheven toen er nog maar enkele leden over waren. Dus Hidde stond aan het begin en aan het einde van de duivensport op Schiermonnikoog. Inmiddels is hij nog de enige met postduiven op het eiland. Veel zijn het er niet meer, nog 11 in totaal. Dit zijn de duiven die Hidde veel sportgenoegens hebben bezorgd en zij mogen hun laatste adem op zijn hok uitblazen. Hun leeftijd varieert van 12 tot 19 jaar.
Hidde bewaart mooie herinneringen aan de duivensport en heeft door de jaren heen ook leuke successen behaald. Geen grote aansprekende overwinningen, maar wel mooie uitslagen op voornamelijk de dagfond. Hidde herinnert zich de vroege aankomsten van nationaal Helmstedt en Tours (rond de 800 km) nog goed. Ook werd in de cc diverse malen het duifkampoenschap dagfond gewonnen. Een van deze duifkampioenen verblijft als inmiddels 19 jarige krasse knar nog steeds op het hok. Hidde had duiven van vele liefhebbers door het hele land. De successen van de laatste jaren werden voornamelijk behaald met nazaten uit duiven van P. Venema uit Workum, Ton de Vries uit Nieuwleusen, Jan Hopman uit Noordbergum en Eltjo Glazenburg uit Winschoten.
Dat de vereniging moest worden opgeheven en dat daarmee de duivensport van het eiland is verdwenen vindt Hidde op zich wel erg jammer, maar voor hemzelf was het ook wel mooi geweest. Het werd gezien zijn leeftijd geleidelijk aan ook te zwaar voor Hidde. Het slepen met de manden en de druk om te zorgen dat de duiven op tijd op de veerboot stonden, was in zijn jonge jaren soms ook best een hele belasting, maar als je gezond van lijf en leden bent kan er vaak veel, dat op latere leeftijd niet meer gaat. Dus voor Hidde was het wel goed zo na bijna 50 jaar duivensport. Duivensport op een eiland heeft zo zijn eigen dynamiek en daar kan Hidde uren over vertellen. Bijvoorbeeld de eerste keer in 1971 dat de duiven van de kersverse vereniging met de veerboot mee moesten en toen de leden met de duivenmanden bij de haven aankwamen, de veerboot net zagen wegvaren. De mannen zagen hun eerste vlucht al in rook opgaan, want de duiven moesten immers op tijd op de vaste wal bij de toenmalige vereniging in Anjum worden aangeleverd. Echter de schipper van een vrachtschip met levensmiddelen die net had aangemeerd, zag het gebeuren en was bereid om de tocht van drie kwartier naar de vaste wal opnieuw te maken als de duivenliefhebbers hem later op de avond dan zouden helpen om zijn boot te lossen en de goederen bij de supermarkt en andere winkels af te leveren. Dat beloofden ze graag en zo konden de duiven van Schiermonnikoog toch nog mee op de vlucht.
Duivensport op Schiermonnikoog was ook een stuk duurder dan elders in Nederland. Duiven opleren werd om die reden dan ook niet gedaan, want alleen al de overtocht met de auto kost 50 euro. Met je duiven naar een dierenarts was ook een hele onderneming, want op het eiland was geen dierenarts. Van even een zakje voer halen was ook geen sprake, want alles moet op de vast wal worden gehaald waarvoor altijd een overtocht met de veerboot moet worden gemaakt. Sowieso moeten om duivensport op het eiland te kunnen uitoefenen, veel meer kosten worden gemaakt dan op het vaste land. Elektronisch constateren is ook aan de duivenmelkers van Schiermonnikoog voorbij gegaan. Tot het laatst toe is met gummiringen geconstateerd.
Niet alleen voor de liefhebbers was het niet gemakkelijk. Ook voor de duiven zelf wogen de laatste loodjes vaak zwaar. Vanaf de wal moeten de duiven nog een kleine 20 kilometer over zee en dat zijn vaak lastige kilometers gezien de meestal hardere wind en niet zelden ook mist, zeker aan het eind van de dag of in de ochtend. Als ze dan verongelukken zal je er over het algemeen niets meer van horen, maar toch is het Hidde twee keer gebeurd dat hij bericht kreeg over een duif van hem die in het zicht van de thuishaven verongelukt was. Eenmaal werd een dode duif gevonden in Lauwersoog en eenmaal op het strand van Schiermonnikoog zelf. Beide duiven hadden er al een kleine 800 kilometer opzitten, maar de laatste kilometers waren er net een paar teveel.
Tot zover het verhaal van de eerste en tevens ook de laatste postduivenliefhebber van Schiermonnikoog.