- vrijdag 08 november 2019
31 okt Het blijft stil
Dit jaar wisten we een week voor aanvang van het vliegseizoen nog niet definitief waar we heen gingen. Ik ben benieuwd of dit volgend jaar sneller gaat. Ik ben wel iemand die van tevoren graag een planning maakt, zoals wanneer te koppelen en hoe te spelen.
De doelen voor 2020 zijn hetzelfde: genieten van de duivenjaren die ons resten en goed proberen te spelen op alle vluchten met uitzondering van de middaglossingen. Dit kan alleen met allround kwaliteitsduiven die zich kunnen weren tegen specialisten op bepaalde disciplines. Natuurlijk is specialiseren het beste, maar wanneer ik meedoe, ga ik voor het beste resultaat.
Hier wordt van tevoren niet bepaald welke duiven op de vitesse, midfond of dagfond gaan. In principe laat ik me daar pas in het seizoen door leiden. De duiven die ik doorhoud moeten van 125 tot 700 km op kop kunnen vliegen. Dit verwacht ik ook van nieuwe aanwas, al komen ze bijvoorbeeld van een vitesse speler.
Er is vanwege mijn rugklachten stevig gekapt in het duivenbestand en de bedoeling is om met 40 stuks alle oude duivenvluchten te spelen. Ik weet nu al dat daarvan minimaal de helft uitgeselecteerd zal worden.
Ik ben nooit bang geweest voor megahokken, het draait immers om kwaliteit. Het is wel belangrijk om series te draaien en dat gaat niet met slechts een paar duiven mee. Naam maken in het buitenland kan alleen door op te vallen en dat doe je met series. Niet één buitenlander ziet hoeveel duiven je inzet. Kopduiven draait om kwaliteit en niet alleen om massa.
ZLU
Aankomend seizoen wil ik ook Agen ZLU spelen met zo’n 16 jaarlingen. Zij komen voort uit Olympiade en teletekstduiven, dus aan de kwaliteit ligt het niet. De tijd zal leren of ze het in zich hebben. Als er één goede tussen zit, ben ik al tevreden.
Ik ben gestart met 35 jongen die eind mei zijn gespeend. Enkele heb ik verwijderd omdat ze zich niet gezond konden houden. Hier worden ze – en vooral die duiven – natuurlijk begeleid, dus op de entingen na niet één medicijn. Ze gaan dagelijks los, ook bij slecht weer. Ze slapen zo goed als buiten, omdat de voorzijde van hun hok volledig uit gaas bestaat.
Ze zijn niet opgeleerd, maar gelijk op 85 km gezet. Enkele dagen later op 145 km, toen 219 en daarna 300 km. Van die 35 zijn er nog 20 over. Het kaf is dus duidelijk van het koren gescheiden en de duiven die me niet aanstonden, zijn allemaal achtergebleven.
Nu verwacht ik er in de aanloop naar Agen nog vier te verspelen, dus ik hoop er 16 mee te kunnen geven. Ik verwacht duiven die in de top 100 kunnen vliegen, dus zullen er veel afvallen. Vandaar dat ik dus vermeldde dat ik met één goede duif al tevreden ben.
Ik ben zeker niet van plan om voorgoed ZLU te gaan spelen, maar meer om enkele vluchten per jaar mee te doen. Zoals ik al zei wil ik dat wel goed doen, anders zal het ook snel weer ophouden.
01 nov Voorbereidingen kweekperiode
De kweekduiven zijn vandaag ingeënt en worden langzamerhand klaargestoomd voor de nieuwe koppelvorming 2020. De laatste aanwinst is er nog bijgezet. Dit is een machtig mooie doffer die ik kreeg van Willem de Bruijn uit zijn Uranus x een kleindochter van Hurricane. Beter kan dus niet, zullen we maar zeggen. Ik zit nu op tal, er komt verder niets meer bij.
De kweekduiven brengen drie rondes jongen op. Twee rondes eitjes gaan tussendoor naar Friesland. Kweekboxen heb ik niet en Jan gebruikt ze ook niet meer. Je kan je duiven zoveel omkoppelen als je wilt en vroeger deed ik dat nogal eens, maar per saldo bleef het resultaat hetzelfde. Daarbij vind ik het belangrijk dat een duif bewegingsvrijheid heeft, wat ten goede komt aan een succesvolle kweek.
Hier dus drie rondes voor mezelf, zeg gemiddeld vier jongen per koppel. Ten opzichte van sommige andere liefhebbers, gaat hier wel eens iets mis. Anderen hebben nooit onbevruchte eitjes, kapot gevochten jongen of jongen die minder opkomen. Ik wel. Ik leer het dus nooit, zullen we maar zeggen.
Vroeger verlegde ik van topdoffers keer op keer en met meerdere duivinnen, maar het resultaat was vaak dat er ook maar twee bruikbare duiven tussen zaten. Ik ben dus van mening dat wanneer je vier à vijf jongen van één koppel kweekt, er zeker één bruikbare tussen moet zitten als beide ouders over voldoende kwaliteiten bezitten.
Vierentwintig kweekkoppels en zes testkoppels zouden dus 30 bruikbare jongen moeten geven. Met dit aantal zou ik tevreden zijn. Let op: bruikbare duiven moeten hier wel per honderdtal vliegen.
Ik denk dat het belangrijk is dat kweekduiven kerngezond en niet te zwaar zijn. Met vette duiven aan de kweek beginnen, is een valse start. Zo is het ook raadzaam om binnen nu en twee weken een mest- en keelonderzoek te laten doen. Nu kan er nog bijgestuurd worden. Medicatie inzetten als de kweek bezig is kan vast ook, maar daar ben ik geen voorstander van.
Hier alles in een meer natuurlijke vorm, dus volop zuurstof en alleen medicatie als er iets geconstateerd wordt. Ook bij de vliegduiven zoveel mogelijk zuurstof en zo weinig mogelijk medicatie, supplementen of wat dan ook. Duiven die het daar niet mee redden; jammer dan. Game over.
03 nov Geduld is een schone zaak
Op overnachtvluchten moet je geduld hebben en dat is bij meer dingen in het leven zo. Mijn slechtste eigenschap is dat ik geen geduld heb. Ik houd van doorpakken en snel resultaat. Zo heb ik achteraf gezien veel duiven verwijderd die ik beter nog even aan had kunnen houden gezien de resultaten van hun nazaten.
Ook heb ik duiven onnodig verspeeld door ze te snel terug in te zetten na een moeilijke vlucht. Verder heb ik jonge duiven op te jonge leeftijd opgeleerd met de rest. Ze moesten zich maar zien te redden, want over enkele weken begonnen de vluchten.
Anderzijds heb ik ook wel eens te lang aangemodderd met nieuwe aanwas die teveel kostte. Meerdere partners erop en iedere keer rotzooi eruit kweken.
Ik heb ook nieuwe aanwas op mijn beste duiven gezet en daar drie à vier rondes uit gekweekt, terwijl ze achteraf niets waard bleken te zijn. Wel een verloren kweekjaar van de eigen bewezen kweekdoffer- of duivin.
Ik heb jonge duiven doorgehouden die als jong niets presteerden, omdat ze uit een goede kweker kwamen. Als jaarling stelden ze echter wederom teleur.
Kortom, iedereen maakt fouten en fouten horen nu eenmaal bij het leven.
Golden Ten
Ik voorspelde eerder al dat er bij de Golden Ten voor de normale sterveling niets te halen valt. En inderdaad, ik had het bij het juiste eind. Jongen uit dezelfde ouders worden daar voor het tienvoudige geveild als op welke veilingsite dan ook.
Chapeau voor Jan en Rik dat zij duiven ver boven hun daadwerkelijke waarde kunnen tillen, iets wat anderen niet schijnt te lukken. Wat zaalverkopingen betreft staan zij op eenzame hoogte.