- woensdag 11 januari 2023
Het is een natte bende buiten op het moment van schrijven. Op open hokken stijgt de vochtigheidsgraad dan enorm. Op dit moment zijn de vliegduiven ook gekoppeld, oftewel een dubbele bezetting. Gelukkig liggen daar nog geen jongen, want dan zou het nog vochtiger zijn.
Ik heb er niets mee, van mij mag het heel het jaar rond de 20 graden zijn. De laatste jaren mogen we eigenlijk niet mopperen, het is op vluchtdagen vaak droog. Warmte vind ik nog steeds overtrokken. Men moet net als vroeger gewoon alle duiven rond 07.00u lossen. Ze kunnen daar prima tegen, kijk maar naar de warme landen om ons heen.
Nogmaals, de duivensport hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden. De grote verliezen van de afgelopen jaren zijn o.a. te wijten aan onervarenheid doordat de jonge duiven geen degelijk programma meer krijgen. Maar ook omdat men zoveel mogelijk jongen wil kweken uit duiven die dat niet waard zijn, om er vervolgens zoveel mogelijk over te houden die ze het jaar erop meteen verspelen bij een taaie vlucht.
De liefhebbers die één nacht mand spelen met jong en oud verliezen er vaak niet zoveel. Dat zijn meestal niet de grootste inkorvers, dus daar wordt harder geselecteerd. Daarnaast komen die duiven – doordat ze slechts één nacht mand hebben – minder met allerlei besmettingen in aanraking.
In de jaren ’90 leerde mijn schoonvader onze jonge duiven pas na 14.00u op, ook met 30 graden. Ik kweekte er altijd 80, die liepen de gehele dag het mos van de golfplaten te pikken. Na het opleren waren er vaak nog 70 over, die ik na de vierde vlucht op de hand selecteerde tot een restant van 40.
Ik herinner me Orléans 450 km begin jaren ’90, een bloedhete dag met kopwind. De jonge duiven vielen uitgeput op het hok. De week daarvoor werd van een eveneens zware Étampes 390 km de 3e prijs gewonnen tegen toen nog ruim 32.000 duiven.
De donderdag erop gingen ze mee naar Châteauroux 580 km en won ik de 5e en 6e prijs. De week daarop werd het de nalijn vlucht uit Chartres, tegen de 500 km, volgens mij won ik toen 2 t/m 7 in de ZNB. De week daarop Bourges 520 km. Door wat vallende bladeren verspeelde ik de 1e in de ZNB.
Van de 40 waren nog 36 jonge duiven aanwezig, maar straling van allerlei masten was er toen nog niet. De warmte leek me hetzelfde, alsmede de luchtvervuiling. De opleiding van de jonge duiven en hun voorvaderen daarentegen was die tijd stukken beter.
Ook toen kreeg ik adeno voor het seizoen, dat werd behandeld met Altabactine. De jonge duiven kregen ook het vliesje, wat toen nog aan het verduisteren werd toegeschreven. Nu geeft men het doorlichten de schuld van one eye cold. De duiven met het vliesje werden destijds behandeld met een combikuur Suanovil/Linco.
Kortom, volgens mij gaan we te flauw om met onze jonge duiven en kweken we teveel uit duiven waaruit we niet zouden moeten kweken. Het is een kettingreactie. Dit jaar 50 jongen kwijt, dan volgend jaar nog meer jongen kweken om er vervolgens 100 kwijt te raken.
Zo verspelen de hokken die in één ronde af kweken minder jongen dan hokken die meerdere rondes bijeenzetten. Liefhebbers die zogenaamd niets verspelen met 100 jongen op de uitslag, waar een verschil in de ringserie zit van 200, houden niet alleen een ander voor de gek, maar ook zichzelf.