- zondag 28 april 2019
Jonge duivenziekte (2)
In het vorige artikel betreffende jonge duivenziekte kwam ter sprake dat de gezondheid van het microbioom heel belangrijk is bij het gezond houden van de jonge duiven. Om een goed en gezond microbioom te ontwikkelen is het verstrekken van antibiotica in principe uit den boze. Net als voor kleine kinderen geldt, dat deze liefst vóór het vierde jaar geen antibiotica zouden moeten krijgen, indien mogelijk, geldt dit ook voor jonge duiven in het eerste levensjaar. Jonge duiven moeten hun immuunsysteem nog ontwikkelen. Daarvoor is het belangrijk dat de afweercellen contact maken met zo veel mogelijk bewoners van het microbioom, zodat ze leren dat deze bewoners niet gevaarlijk zijn. Als een microbioom goed ontwikkeld is, dan leven de bewoners in symbiose samen. Deze symbiose zorgt dat er voor de gastheer optimale bouwstoffen kunnen worden aangemaakt. Nieuw onderzoek leert namelijk dat mens en dier voor een goed functioneren van het lichaam deels afhankelijk zijn van de stoffen die door het microbioom worden aangemaakt.
Door nu op jonge leeftijd al antibiotica aan de duiven te geven ontneemt men de duiven niet alleen de kans om het afweerorgaan tot optimale wasdom te laten komen, maar men zorgt er ook voor dat belangrijke voedingsstoffen mogelijk in mindere mate worden aangemaakt. Dat laatste komt de conditie van de duiven niet ten goede. Niet dat de duiven dan direct ziek zullen worden, dat niet. Maar er wordt een afslag genomen, door zo te handelen, die tot minder optimale gezondheid zal leiden.
Het kan er toe leiden dat de meest optimale status niet gehaald wordt voor het betreffende microbioom. In een tijd dat duivensport topsport is kan dit net het verschil maken.
Wij zien diverse zeer goed spelende liefhebbers, die een aantal jaren geleden het gebruik van antibiotica bij jonge duiven hebben afgezworen, steeds sterkere duiven ontwikkelen. In de kliniek wordt me veelvuldig de vraag gesteld waarom de duiven tegenwoordig zo gevoelig lijken voor allerlei infecties. Vaak zeggen de liefhebbers te denken dat er steeds nieuwe infecties bijkomen. Toch ligt een en ander genuanceerder. Zoals onderzoeker Rubbenstroth in zijn studie al vaststelde was het Rotavirus bij jonge duiven al veel eerder aanwezig. In monsters uit 2000 konden ze worden vastgesteld. Toch gaven deze virussen geen problemen. Vermenging met het virus van de Australische variant waarbij
zeer veel doden vielen, heeft er voor gezorgd dat de problemen de laatste jaren toenemen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen deze virussen eerder kunnen aanslaan bij liefhebbers die veel te veel antibiotica verstrekken aan hun jongen, waardoor het gehele microbioom verzwakt raakt. Virusinfecties krijgen immers pas vaak een kans, die ze grijpen als de omstandigheden gunstig worden. Dat zien we bij het inmanden voor de opleervluchten. Twee dagen later ziet men dan problemen bij de duiven. De stressfactor die door het inmanden bij de duiven invloed kan krijgen draagt bij aan het uitbreken van de JDZ. Vaak genoeg komen we bij kerngezond ogende duiven het Adeno- of Rotavirus tegen. De omstandigheden op het eigen hok alleen, geven nog geen aanleiding tot het ontstaan van problemen. De noodzakelijke stressfactor ontbreekt.
Door de kwaliteit van het microbioom te optimaliseren geeft men de jonge duiven juist extra handvaten om de stormen door de JDZ, die in het jonge duivenseizoen toch wel komen, beter de baas te kunnen blijven.
Voor veel liefhebbers is het gebruikelijk dat zodra er een of enkel jonge duiven ietwat slechtere mest hebben gelijk naar de antibioticumpot te grijpen. Zogenaamd uit voorzorg. Maar niet altijd zetten deze symptomen door,waarbij dan de helft of meer van de duiven aangetast raken. Maar de liefhebbers die gelijk met antibiotica aan de gang gaan, zullen dat nooit weten. Zij denken dat dit komt door de antibiotica die ze geven. De praktijk leert dat heel veel van deze gevallen met elektrolyten en Sambucca plus ook te verhelpen zijn, zonder dat gelijk een tik uitgedeeld hoeft te worden aan het microbioom. De dierenartsen die vooral geld willen verdienen met de verkoop van antibiotica zullen geneigd zijn om te roepen dat deze verstoring van het microbioom bij duiven niet relevant is. Ik heb deze achterhaalde statements van deze artsen ook gelezen. Maar inmiddels weet men bij de mensen met echte kennis van zaken, wel beter. Het is niet voor niets dat de overheden het overmatige gebruik van antibiotica wil indammen omdat het een gevaar vormt, ook voor de volksgezondheid.
De komende jaren zullen de diverse mogelijkheden die een verbetering van de gezondheid van het microbioom kunnen opleveren meer onder de aandacht van de mainstream geneeskunde en diergeneeskunde komen. Met name in de VS worden grote vorderingen hiermee bereikt.
Samenvattend kunnen we stellen dat:
* Inzicht in het functioneren van het microbioom tot het inzicht heeft geleid dat overmatig antibioticumgebruik op de langere termijn een averechts effect heeft.
* Virussen meer kans krijgen bij een matig functionerend microbioom
* Indien mogelijk, beperkte individuele behandeling van zieke dieren in een vroeg stadium in combinatie met een natuurlijkere aanpak veel effectiever blijkt te zijn op de langere termijn.
* voorkomen beter is dan genezen en een optimalisering van de gezondheid van het microbioom draagt bij om op de lagere termijn teleurstellingen te helpen verminderen.
Succes