- donderdag 03 augustus 2023
Regelmatig word ik door liefhebbers gemaild of gebeld, met de vraag of ik hen kan helpen. Ze hebben problemen. Vaak al heel lang. De prestaties zijn ondermaats. Enkele zeggen de eerste weken van het seizoen dan gaat het nog wel, maar daarna krijg ik ze niet meer in de prijzen. Ik vraag dan wat er al gedaan is. Of de duiven onderzocht zijn en wat de bevindingen dan waren. Meestal krijg ik dan te horen dat ‘alles’ al onderzocht is maar dat de dierenarts gezegd heeft dat alles in orde is.
Dat is natuurlijk mogelijk. Maar als ik dan doorvraag wat onderzocht is dan hoor ik vaak dat er een keeluitstrijkje is gemaakt en dat de mest in orde was bij onderzoek. Als ik dan vervolgens vraag of de luchtwegen ook onderzocht zijn blijft het vaak heel stil aan de andere kant. Als ik dan ook nog durf te vragen of er ook naar de ‘Pestkop’ is gezocht, dan hangt het af waar de liefhebber vandaan komt. Het kan namelijk zijn dat de liefhebber zegt dat zijn dierenarts daar niet in geloofd.
Baytril®
Iedereen is natuurlijk vrij om te geloven wat hij wil. Ik vind het dan echter jammer dat hierdoor liefhebbers volledig het bos in gestuurd worden omdat de duiven niet de juiste behandeling krijgen. Met een juiste behandeling van deze kwaal zijn de duiven meestal binnen twee weken weer aan het vliegen. Deze bacterie was vroeger heel goed gevoelig voor Baytril®. Veel liefhebbers en ook dierenartsen waren dan ook blij met dit middel. Want iedereen wist destijds dat als je duiven niet vlogen of ze bleven achter dan geef ze maar een kuur hiermee en alles is opgelost. Helaas is deze bacterie in grote mate ongevoelig voor dit antibioticum geworden zodat de problematiek eerder groter dan kleiner wordt als je dit middel gebruikt. Neemt niet weg dat Baytril® voor heel veel ziekten nog steeds een uitstekend middel kan zijn.
Gebruik van middelen
De resistentie van bacteriën is echter een steeds groter probleem aan het worden. Veel standaardmiddelen blijken bij resistentietesten amper nog werkzaam te zijn. Gebruik van die middelen levert dan ook vaak teleurstellende resultaten op. In het algemeen geldt dan ook dat men niet meer blind moet kuren met middelen waarvan men niet zeker weet of ze nog werken. In deze tijd is het veel beter om te werken aan de hand van een antibiogram waarbij vastgesteld wordt welk middel het beste werkzaam is.
Wordt er al vaak geen onderzoek gedaan naar de ‘pestkop’ een gevoeligheidstest wordt dan al helemaal niet gedaan. Blind kuren is dan vaak de bewandelde weg. Heel vaak met teleurstellende resultaten omdat de liefhebber op termijn vaak van het bed op het stro belandt. De blinde kuren werken verdere resistentievorming in de hand.
Maar goed er zijn dus genoeg dierenartsen die de duiven controleren op het geel en op coccidiose en wormen en dan de liefhebber geruststellen met de woorden dat alles in orde is. Zou daarbij ook nog onderzoek van de luchtwegen gedaan worden en is dat ook in orde dan zou dat al een veel betere uitspraak worden. Maar in de luchtwegen wordt amper naar slijm, gisten ontstekingscellen etc gezocht. Een gemiste kans en zo simpel uit te voeren. Een must voor iedere liefhebber die te kampen heeft met tegenvallende prestaties. Dan is het immers Russische Roulette als men blind kuurt.
Pestkop
Op het moment namelijk dat men blind kuurt en er is niet gekeken of de pestkop aanwezig is, dan is dat niet alleen een gemiste kans, maar de liefhebber kan juist achteruit boeren omdat dan namelijk veelal niet het juiste middel gebruikt wordt om te kuren waardoor de pestkop alleen maar sterker wordt. De pestkop is trouwens een specifieke bacterie uit de groep van de Pseudomonas. We hebben laten vaststellen dat het steevest hetzelfde type was die deze klachten veroorzaakte. Vergelijk het met Salmonella bacteriën. Hiervan geeft het ook heel veel typen. Maar bij duiven is alleen het type Salmonella Typh. Var. Copenhagen van belang. De overige typen niet. Van de ca. 200 typen pseudomonas is ook slechts een type dat steevast bij de duiven gevonden werd.
Maar goed. Ik schreef je hebt infecties en infecties. Er zijn infecties die bij veel duiven voorkomen en in die gevallen werken standaardmiddelen best nog wel goed, mits er maar geen pestkop aanwezig is. De duiven kunnen dan snel opknappen en de liefhebber kan weer tevreden aan het spel meedoen.
Maar dat zijn niet de klachten waar we over gebeld of gemaild worden meestal. In die gevallen is vaak paratyfus als oorzaak van de ellende ook al uitgesloten. Het zijn die liefhebbers die vaak al meerdere dierenartsen in binnen- en buitenland bezocht hebben. Die talloze kuren hebben gegeven zonder noemenswaardig resultaat. In een aantal gevallen is er een standaard bacteriologisch onderzoek verricht bij laboratorium X, Y of Z. Labo’s die niet zijn toegespitst op onderzoek va duiven. De teleurstellingen kunnen dan ook na deze onderzoeken nog groot zijn.
Infecties die vaak vastgesteld worden zijn Streptokokken, Staphylococcen en E. Coli. Soms Chlamydiae. Nu moet ikzeggen dat deze laatste, de Clamydiae wel problemen kunnen geven. Een goede gerichte aanpak kan dan veel betekenen.
Maar de andere bacteriën worden vaak gevonden waarbij ik me dan de vraag stel of ze wel de oorzaak van de ellende zijn. Meestal zijn deze duiven door de vele antibiotica zo verzwakt dat er beter gewerkt kan worden aan het verbeteren van de algemene weerstand en de darmwerking dan dat er opnieuw gekozen wordt voor een kuur met weer een ander antibioticum.
We stellen bij duiven ook vaker Klebsiella vast. Deze bacterie kan bij mensen een longontsteking veroorzaken. Een vervelende zelfs. Maar bij duiven valt dit doorgaans mee. Wat we wel zien is dat deze bacterie bij liefhebbers die veel gekuurd hebben, vaker uitgeselecteerd is en multiresistent tegen veel standaardmiddelen. Een zeer ongewenste situatie.
Blind kuren
Sinds enige tijd werken we samen met een laboratorium dat in staat is veel verborgen infecties vast te stellen waaronder schimmelinfecties. Het labo toont veel interesse in de diagnostiek bij duiven. Desgewenst kunnen diverse PCR testen ingezet worden. Het mooie van dit labo is dat ze in staat zijn bij hokken waar chronische problemen bestaan kiemen aan te tonen die vrijwel nooit aangetoond worden. Je mag het aantonen van deze kiemen nooit een op een vertalen dat het de oorzaak van de ellende is. Maar een indicatie is het vaak wel. Zeker als we wederom moeten vaststellen dat er multiresistentie tegen deze kiemen is.
De meest waarschijnlijk verklaring voor de aanwezigheid van deze kiemen en de mogelijk door hun veroorzaakte problematiek is het gegeven dat deze liefhebbers vrijwel allemaal door meerdere dierenartsen veelvuldig kuren hebben voorgeschreven gekregen. Helaas echter niet werkzaam tegen deze exotische kiemen. Deze worden dan sterker terwijl door het kuren de natuurlijke weerstand van de duivenstelselmatig omlaag wordt gebracht. Het eindresultaat kan dan zo maar zijn dat deze kiemen die bij duiven zonder noemenswaardig weerstandverlies nauwelijks problemen kunnen veroorzaken nu plotsklaps voor langdurig vormverlies en problemen kan zorgen.
Moraal van dit verhaal. Blind kuren is in de tijd van duiventopsport niet meer gewenst. Gedegen onderzoek, dat duidelijk meer is dan mestonderzoek en keeluitstrijkje moet plaatsvinden bij serieuze problemen en overwogen moet worden monsters naar een gespecialiseerd labo te sturen om verborgen infecties op te sporen. Maar wat minstens zo belangrijk is, is de zorg voor een goed darmmilieu en een goede algemene weerstand.
Succes. Peter Boskamp