Groep van Keurmeesters voor Postduiven
Oeps.. ik heb mij nog niet aan de beloofde kweekkoppels en foto's gehouden die ik zou plaatsen.. Ik zal in de aankomende twee week hier wat tijd voor vrij proberen te maken. Ik heb zojuist wel alvast 3 duiven geplaatst bij 'Beste duiven', dus neem eens een kijkje!
Ik heb ook goed nieuws! Afgelopen donderdag, 21 maart, had ik examen voor de groep van keurmeesters van postduiven. Op deze avond kreeg ik een theoretische toets over de anatomie van de postduif en over het keuringsregelement. Vervolgens moest ik 5 doffers en 5 duivinnen keuren. Voor elke duif stond 5 minuten, maar ik moest zelf de punten en fouten op een formulier noteren. Ook moest er per klasse een 1e prijswinnaar gekozen worden. Dit was nog best pittig in het tijdsbestek dat we kregen. Maar ik kan vertellen dat ik voor beide onderdelen geslaagd ben! Ik ben erg blij en kijk uit naar de keuringen die ik mag gaan doen. Ook wil ik mijn mentor Aike Jan Veninga enorm bedanken voor zijn tijd, energie en lessen die hij mij heeft gegeven.
Fabian Wendel
Nieuws
Nieuws
Kortrijk Xpo staat voor de 13e keer in het teken van de internationale duivensport.
Fugare, dat plaatsvindt op 17 en 18 februari brengt duivenliefhebbers samen om het uitgebreide aanbod van meer dan 100 exposanten uit 10 verschillende landen te verkennen.
Uitgebreid aanbod
Het totaalaanbod omvat vooraanstaande bedrijven, waaronder fabrikanten van voeder en duivensupplementen zoals Vanrobaeys uit het West-Vlaamse Rekkem. Niet enkel voeding en supplementen zijn aanwezig op Fugare, ook alle uitzet voor een duivenhok vind je er terug. Bij de exposerende hokkenbouwers als Demster of het Nederlandse Habru kan je terecht voor een kant en klare oplossing of maatwerk. Voor de nieuwste snufjes omtrent elektronische constateersystemen kan je op de beurs dan weer aankloppen bij Benzing, Bricon, Unikon en Mega Systems. Dit aanbod wordt verder uitgebreid met tal van accessoires die te koop worden aangeboden zoals duivenringen, bagagedragers, jonge duivenrennen, bakken, transportbanden, weduwnaarshokken, verwarmingssystemen en drinksystemen zorgen voor een allesomvattend aanbod op één locatie.
Topliefhebbers en kweekcentra, zowel nationaal als internationaal, waaronder Annemie Vanhee, Marc Polin, Emiel Denys, Gino Clique Racing Pigeons, Joël Verschoot Pigeons, en Team Platteeuw met Kurt Platteeuw aan het roer, presenteren hun beste duiven. Platteeuw zijn duif ‘Olympic Fienie’. geniet sinds kort extra visibiliteit langs de autosnelweg van Kortrijk. Kurt Platteeuw: “Wij doen dit ter ondersteuning van de duivensport en voor de beurs Fugare.” Het volledige overzicht van alle aanwezige exposanten kan je vinden op www.fugare.be.
Naast de exposanten zal Fugare ook Vlaamse jeugdclubs verwelkomen, een BCK duivenkeuring organiseren, en de stand van de Belgische KBDB huisvesten. In primeur mogen wij ook de aanwezigheid van de Franse Duivenbond en nog tal van voorzitters uit verschillende landen aankondigen. De beurs biedt ruimte aan meer dan 10 one-loft-races met prijsuitreikingen van wedstrijden over de hele wereld. Fugare biedt gegarandeert een uitgebreid aanbod en een boeiend programma.
Noteer de data van 17 en 18 februari 2024 in Kortrijk Xpo (B) alvast in je agenda. Voor meer informatie, bezoek www.fugare.be
Praktische info:
Dagen en openingsuren
Zaterdag 17 februari 2024 van 9u00 tot 18u00
Zondag 18 februari 2024 van 9u00 tot 15u00
Kortrijk Xpo
Doorniksesteenweg 216
8500 Kortrijk (België)
Toegangsprijs:
10,00 EUR per persoon - kaarten verkrijgbaar aan de inkom.
Vrouwen en kinderen < 12 jaar gratis
Na de vele lof uitingen en complimenten richting bestuur NPO en haar vele helpers inzake de geweldig georganiseerde postduiven Olympiade in het MECC te Maastricht kunnen we nu weer onze aandacht richten op het komende seizoen.
.
INTERNATIONALE DUIVENSPORT
Nieuwe mijlpaal in de verzorging van duiven op transport.
De Belgische Verstandhouding introduceert een nieuw transportvoeder op de 3 internationale vluchten Barcelona, St.Vincent en Perpignan.
Voortaan worden ALLE deelnemende duiven, tijdens de reis naar en gedurende een eventueel overzitten op de lossingsplaats, gevoederd met een door de firma Vanrobaeys uit Rekkem speciaal samengestelde sportmengeling. De Vanrobaeys-convoyeurmix is een rijkelijk samengestelde mengeling met 4 verschillende soorten mais aangevuld met tarwe, witte dari, cardy , 2 soorten rijst, kempzaad, enz ........Dit om de duiven met een volle batterij aan de start te krijgen van Barcelona, St. Vincent en Perpignan.
Medio dec. 2023 ontvingen wij als bestuur ZLU een uitnodiging om deel te nemen aan een overleg samen met KBDB, de Belgische en de Internationale inrichters. Ook aan bestuur ZLU werd gevraagd om agendapunten aan te dragen. Onderstaande ZLU punten werden dan ook op de agenda geplaatst en uiteraard ook behandeld.
Wij ( Bestuur ZLU ) zouden de volgende punten graag inbrengen voor dit overleg:
- Welk voer er gebruikt wordt. De gebruikte transportmengeling wordt niet volledig opgegeten door de duiven !
- Wie organiseert welke vluchten + contactpersonen in 2024.
- Vooraf de juiste coördinaten.
- Perikelen in media St.Vincent en Perpignan.
Toelichting onzerzijds tijdens de vergadering.
Tijdens dit overleg werd dit agendapunt, welk voer tijdens het vervoer naar de losplaats uitvoerig aan de orde. Er waren zelfs 2 deskundigen, van 2 verschillende leveranciers, die tijdens dit agendapunt een duidelijk standpunt naar voren wilden brengen inzake de voor en/of nadelen van een bepaald product. Ook was er een lange en vaak onduidelijke discussie tussen alle afgevaardigden hetgeen niet tot een eenduidig standpunt leidde.
Onderstaand het “ intermezzo “ dat door de KBDB afgelopen week op Facebook ( beperkt leesbaar alleen voor FB leden ) werd geplaatst:
Tijdens de laatste vergadering met de ( inter)nationale inrichters van 13 dec. 2023 werd geen eensgezindheid gevonden aangaande de samenstelling van het duiveneten op de ( inter ) nationale wedvluchten. De inrichters lieten de beslissing over aan het oordeel van de KBDB.
Een 3 tal weken geleden verschijnt plotsklap onderstaande poll op Facebook van de KBDB. Poll aangaande de samenstelling van het duiveneten tijdens het vervoer en op de lossingsplaatsen. Wij ( KBDB) wensen echter de knoop niet door te hakken zonder het advies van onze leden ( alleen KBDB leden dus- Hub Wetzelaer) te vragen. Daarom vragen wij al onze liefhebbers (KBDB liefhebbers dus ) om hun mening te geven aangaande het hierna opgenomen voorstel.
.
.
.
b) Ofwel 60 % - 70 % gele cribs mais aangevuld
met andere kleine geselecteerde zaden.
.
.
Alvast bedankt,
Met vriendelijke groeten. De nationale voorzitter, Pascal Bodengien.
Gezien het feit dat uitsluitend KBDB leden om hun mening wordt gevraagd leidt deze poll alweer tot een ongevraagde discussie op Facebook. Ook het feit dat België over meer dan de helft van de internationale vluchten beduidend minder duiven inkorft dan de overige deelnemende landen wordt aangekaart. Inspraak zonder overleg met …………….., levert dus alweer uitspraken op waar wij niet op staan te wachten. De poll is inmiddels gesloten, 514 liefhebbers hebben hun mening kunnen geven. Ca. 78 verhalen van voor en tegenstanders die voor veel roering zorgden. Duivensport eigen ! Niet te controleren is welk soort stemmers dit waren en of deze “stemmers “ überhaupt deelnemen aan de int. vluchten.
.
.
Alweer een gemiste kans.
Wordt gegarandeerd vervolgd.
Groetjes,
Hub Wetzelaer, Pr. ZLU vluchten.
|
Selecteren is één van de moeilijkste dingen, maar is volgens mij (samen met koppelen) het belangrijkste in de duivensport. Niet goed selecteren betekent geen of slechts kortstondig succes. De al jaren in kampioensstijl spelende liefhebbers hebben het selecteren vrijwel altijd onder de knie en laten in veel gevallen vooral de mand en vaak ook hun gevoel het werk doen. Een bekende uitspraak is "de mand is de beste keurmeester". Dus selecteren van de duiven op basis van hun prestaties. Maar dit selectiecriterium gaat in ieder geval al niet op voor het selecteren van jonge duiven. Ik ben van mening dat veel jonge duiven worden uitgeselecteerd die zouden kunnen uitgroeien tot goede of zeer goede vliegers. Anderen, vooral degenen die niet met de jonge duiven spelen, laten de afstamming weer zwaarder wegen en weer anderen kijken met name naar de lichaamsbouw en gezondheid.
Niemand kan met 100 % zekerheid zeggen wat een goede postduif is, maar er zijn wel zeker mensen die de bal vaker raak dan mis slaan. Zij hanteren hiervoor dikwijls verschillende theorieën zoals de ogentheorie, vleugeltheorie, kelentheorie, enz. Maar meestal bezitten deze mensen nog iets extra's. Dit extra's wordt meestal benoemd als fingerspitzengefühl, ook wel als feeling of intuïtief aanvoelen aangegeven. Deze extra eigenschap heb je of heb je niet, het laat zich moeilijk beschrijven en is niet aan te leren. Al wordt dit gevoel volgens mij wel aangescherpt wanneer je veel goede duiven in je handen hebt gehad.
Bij het selecteren c.q. beoordelen van de duif maak ik gebruik van alle hierboven genoemde aspecten en theorieën aangevuld met fingerspitzengefühl. Voor 75% tellen voor mij prestaties, afstamming, lichaamsbouw, gezondheid (vitaliteit). Voor de overige 25% laat ik me leiden door het oog en mijn gevoel bij de desbetreffende duif. Met deze methode van beoordelen durf ik uit ervaring te stellen dat ik tussen de 80 en 90 % van de duiven die mij ter beoordeling worden aangeboden op hun juiste waarde taxeer. Een 100 % score zou natuurlijk nog mooier zijn, maar dat is onmogelijk. Er blijft immers een zeer belangrijk aspect over en dat is het oriëntatie vermogen. Al is de duif nog zo perfect gebouwd, zonder een goed oriëntatie vermogen is die waardeloos. Wat er in het kopje van de duif zit kan niemand zien, daar kun je alleen naar raden. Daar heb je de mand toch echt bij nodig! In de afgelopen 15 jaar heb ik ongeveer 150.000 duiven in handen gehad. Al doende heb ik mijn werkwijze geleidelijk aan steeds verder ontwikkeld en verbeterd. Vanaf het begin heb ik de duiven met punten gewaardeerd. Verschillende liefhebbers willen graag uitleg bij die puntentoekenning en daarom heb ik besloten dit op mijn website uiteen te zetten.
Een duif zonder fouten in zichtbare of voelbare kenmerken krijgt standaard van mij een 8. Wanneer een duif van mij een 8 of minder krijgt adviseer ik om er niet uit te kweken, tenzij het een zeer goede vlieger betreft. De enkele goede vlieger die ik aantref met een lagere waardering dan een 8 betreft meestal een duif die vrijwel alleen op het korte werk ( max. 4 uur vliegen) zijn beste prestaties heeft behaald. Er zijn (vooral in België) soms hokken vol duiven die volgens mijn beoordelingsmethode nauwelijks een 8 krijgen, maar die op de sprint menige kopprijs wegpakken. Voor het vliegprogramma dat wij in Nederland kennen kom je met zulke duiven meestal niet ver. Het zijn ook juist deze hokken die met een zgn. rampvlucht de grootste verliezen lijden.
Vervolgens beoordeel ik de duif op een aantal essentiële kenmerken. Mankeert er iets aan de lichaamsbouw, bijvoorbeeld een slap frame of de bek open bij lichte druk op de rug, helt de duif voorover en/of is één en ander niet in verhouding (geen goede aerodynamische vorm) gaat er ¼ af. Niet gesloten stuitbeentjes zie ik niet zo graag, maar ik kom er toch ook wel goede duiven onder tegen, dus daarom reken ik het ze dat ook niet te zwaar aan. Dat laatste is ook iets dat kan variëren onder de omstandigheden, bijvoorbeeld een duivin die moet leggen of net gelegd heeft of in de ruitijd.
Ogen. Een kaal/flets oog met weinig zichtbare bloedvaatjes in de iris, met weinig glans, een grote pupil en/of een domme uitdrukking is ¼ er af.
Korte en/of nauwelijks voelbare spieren zijn duiven met een kleine tank, dus beperkt in hun mogelijkheden. Omdat deze beperking niet speelt voor vluchten waarvoor weinig brandstof nodig is is, reken ik het niet als fout. Een zeer hoge beoordeling kunnen deze duiven echter niet krijgen. Bij moeilijke vluchten blijven deze duiven immers weg of kunnen pas weer terug komen als ze onderweg hebben bijgetankt. De leeftijd van de duif weeg ik bij het beoordelen van de spieren wel mee. Dat kan ook ten positieve zijn. Ik ben al meerdere malen topduiven tegen gekomen op een leeftijd van 12 tot wel 16 jaar oud waarbij de spieren nog steeds zeer goed aanvoelden. Deze duiven waren onder andere de Agnes van Gerrit Veerman (duivin van het wereldberoemde Betuwekoppel) en de Zoon Japanner van Team Vollebregt, stamduif van een topkolonie kilometervreters. Foto's van deze twee uitzonderlijke duiven heb ik hieronder geplaatst.
Kwaliteit bevedering. Droge dorre pluim, en weinig of geen glans op de veren, 1/4 er af. Hier heeft de liefhebber overigens wel flink wat invloed op. Zitten zulke duiven echter op een hok tussen voor het merendeel duiven met zachte, enigszins vettige en glanzende pluim telt dat voor mij extra zwaar.
Is de voorarm (de vleugelboeg) van de slagvleugel lang en dun en niet in verhouding met het lichaam, is er sprake van een slecht gesloten vleugel (de eerste zes slagpennen moeten een volkomen gesloten oppervlak vormen), of heeft de duif een lange achtervleugel dan is dat geen voordeel.
Alles bij elkaar opgeteld zou een duif middels mijn beoordeling met alle bovenstaande fouten/gebreken een 7 krijgen. In de praktijk geef ik dergelijke duiven waaraan niets goeds valt te ontdekken helemaal geen cijfer. Dergelijke duiven horen immers niet thuis op een hok waar serieus aan wedvluchten wordt deelgenomen.
Agnes - Gerrit Veerman
Wat vind ik goede en hele beste duiven? Alle duiven vanaf een 8 zijn in mijn ogen zondermeer geschikt om te mogen blijven en mee te vliegen. Kweken doe je mijn inziens alleen met je beste duiven, dus met duiven die van mij in ieder geval een 8+ krijgen. Wanneer krijgt een duif meer dan 8 punten?
Spieren. Mijn inziens het belangrijkste onderdeel. Er komt ¼ bovenop als de duif goed tot zeer goed gespierd is. Lange goed voelbare spieren die langs het gehele borstbeen lopen.
Ogen. Er komt ¼ bovenop als de duif een goed tot zeer goed oog heeft (onder andere veel pigment, goed doorbloed en een kleine beweeglijke pupil). De ogentheorie neem ik hierbij wel serieus, maar niet tot in ieder detail. Daarnaast zegt de intensiteit van de oogkleur ook veel over de vitaliteit.
Lichaamsbouw/Vleugels/pluim. Er komt ¼ bovenop als de duif een zeer goed gebouwd lichaam, vleugel en/of zachte pluim heeft. Daarnaast zie ik graag veel pigment, hetgeen een kenmerk is van een grote vitaliteit.
Een duif met bovengenoemde extra’s kan dus maximaal een 9- kan halen wanneer deze onbevlogen is en er van de kweekwaarde nog niets bekend is.
Betreft het daarnaast ook een goede vlieger (winnaar van 1e en kopprijzen in groot verband) komt er een ¼ bij. Heeft de duif ook nog eens goede nazaten gegeven komt er nog een ¼ punt bij.
Op basis van bovenstaande puntentoekenning heb ik dus weleens een 9 + gegeven. Maar dat dat komt zelden voor. De hoogste waardering die ik tot nu toe heb gegeven was een 9 ½. Dat betrof dan asduiven, stamvaders en stammoeders van topkolonies. Die zijn zeer dun gezaaid. En een 10 bestaat niet. Dat heb ik niet van mezelf maar van de beroemde geneticus professor Anker. Deze zegt in zijn boek “de kunst van het kweken” (dat hij samen met Steven van Breemen schreef) dat het uitgesloten is dat er duiven bestaan die alleen maar positieve eigenschappen bezitten.
Ik weet dat ik me met bovenstaande beschrijving van mijn wijze van beoordelen c.q. selecteren de kritiek van sommige (waarvan enkele zeer bekende) liefhebbers op de hals haal, maar ik ben er van overtuigd dat deze wijze van selectie zijn vruchten afwerpt en ik kan dat ook bewijzen.
Zoon Japanner Team Vollebregt
De op deze pagina getoonde duiven zijn uitzonderlijke duiven. Met beiden is nooit gevlogen, maar het betreft buitengewone kweekduiven die heel sterk vererven. Ze zijn beiden ouders, grootouders en overgrootouders van honderden zeer goed presterende duiven. Op de foto's zijn de extra's goed zichtbaar. Let bijvoorbeeld op de zeer goed doorbloede ogen en de brede zwarte band (pigment) aan de staart. Zoals gezegd waren de spieren van beiden op hoogbejaarde leeftijd nog zeer goed voelbaar. Agnes legde niet meer toen ik haar op 12 jarige leeftijd in handen kreeg. De Zoon Japanner bevruchtte op zijn 12e jaar nog elk eitje.
Tot slot wil ik nog vermelden dat ik de duiven alleen beoordeel, maar dat ik de betreffende liefhebber zelf de keuze laat maken welke duiven hij weg doet. Voor de ene liefhebber zal dat betekenen dat hij alle duiven onder de 8 weg doet en bij een ander gaan de duiven met een 8 of een 8+ ook weg. Voor een programma speler kan dat wel het risico inhouden dat hij een bruikbare of soms zelfs goede duif weg doet. De prestaties moeten mijn inziens dan de doorslag geven bij de selectie.
Met dank aan Gerrit Veerman en Louis Vollebregt voor de foto's van hun duiven.
http://veermanduivenvolendam.nl
http://www.teamvollebregt.nl
de-duivencoach.nl
|
Nederland is het land van de marathonduif. Dat is gestart met het Steenbergse Fondras. Duiven die gebaseerd waren op de (voor)oorlogse stam van Jan Aarden. De tijd schrijdt voort en marathonduiven ontwikkelen zich. Nieuwe stammen ontstonden, waarvan er een aantal gebaseerd zijn op het Steenbergse fondras. De laatste jaren worden veel vroege prijzen gewonnen door de Marathonliefhebbers uit Noord Holland. In de stambomen van deze duiven komen vaak duiven terug van liefhebbers uit deze provincie Nico Volkens en Sam de Jong én het Betuwekoppel van Gerrit Veerman! Wat een groot aantal topduiven zijn uit dit koppel gekomen … ongekend !!! Wie kent er niet ‘De Barça 621 van de Gebr. Jacobs’, ‘Sjarapova’ (gekweekt uit geleende Veerman-duiven) en de ‘Superkweker Stet’’? En alle nakomelingen van het Betuwekoppel? Allemaal gekweekt door Gerrit Veerman uit Volendam! Ik ben 100% van overtuigd, dat zonder de nakweek van de duiven van Gerrit Veerman veel topliefhebbers van nu niet op het hoge niveau zouden spelen van wat ze nu doen. Kortom de Veerman-duiven hebben de marathonduif verrijkt! Van deze geweldige stam heeft u nu de kans een jong te bemachtigen in deze mooie veiling met prachtige duiven. |
De stamopbouw
|
We zitten op dit moment halverwege de eerste maand van het nieuwe jaar en buiten is het (zwak uitgedrukt) onaangenaam vertoeven. Natte sneeuwbuien trekken regelmatig voorbij!
Onze duiven zitten (net als wij) nog in de ruststand en dat bevalt goed. Aangezien we in 2024 het spel met de jonge duiven op een laag pitje gaan zetten heeft vroeg kweken weinig zin. We kunnen nu ook gewoon wat meer jongen kweken van onze beste koppels. Normaal kweekten we snel een ploegje jongen en kwam er later geen duif meer bij.
Als je dan een beetje pech hebt, heb je aan het eind van het seizoen nog amper een duif zitten van je beste kwekers. Dat hoeft nu niet meer en we kweken een ploegje die met de reguliere jonge duiven vluchten worden opgeleerd en nog een ploegje voor de nalijn.
We hebben het dit jaar ook met niet verduisterde jongen op de nalijn geprobeerd en dat beviel prima. Maar 2 keer (Barendrecht/Numansdorp) opgeleerd en toen direct naar Duffel daarna naar Quievrain en nog 2 x Niergnies en dan ineens naar 420 km (Sens de laatste jonge duiven vlucht). Amper verliezen en een mooie ploeg over, die in ieder geval allemaal al weten waar Abraham de mosterd haalt!
Het wordt dit nieuwe seizoen dus in ieder geval een stuk rustiger met de jonge duiven en dat geeft veel mij veel meer ruimte voor de oude duiven. We gaan in de toekomst dus alleen serieus met oude duiven vliegen en daar hebben we dit jaar dan ook echt zin in.
Onze oude duiven en jaarlingen zitten nog steeds bij elkaar en zijn vanaf de laatste vlucht niet meer los geweest. We zijn van plan om het laatste weekend van Januari de vlieg- en kweekduiven te gaan koppelen. Ik heb deze winter een stapje harder achter mijn duiven aangelopen dan normaal en dat kwam omdat ik amper of geen hok bezoeken meer heb afgelegd, om duiven te selecteren en te koppelen. We zijn dit jaar dus volledig gefocust op onze eigen duiven. Ook bezoeken aan huis hebben we heel vriendelijk afgewezen. Het is dood vermoeiend en als je geen duiven wilt verkopen dan zijn je bezoekers vaak teleurgesteld.
Vooral Chinese bezoekers denken vaak dat ik een soort duivensnoepwinkel run waar zij uit kunnen kiezen waar ze trek in hebben. Dat is hartstikke leuk als je een paar honderd duiven voor de verkoop hebt zitten maar dat gaat hier niet lukken.
Wat dit jaar wel een dingetje is geworden, is het koppelen. Hoeveel vellen papier ik daar al aan besteed heb, echt ongelooflijk. Ik kan in principe bijna alles op elkaar zetten, want we hoeven niets meer te compenseren, maar toch is het nog nooit zo moeilijk geweest als dit jaar.
Dat heeft mede ook te maken met een flinke input van de duiven van vriend Paul Couwenberg. We hebben een luxe probleem, zullen we maar zeggen. Maar goed, beter zo dan andersom. We zijn ontzettend blij met de duiven van Paul, want voor mijn gevoel passen die geweldig op onze eigen duiven. De jaarlingen die we ervan hebben zitten zien er verwachtingsvol uit en lieten met de jonge duivenvluchten al direct zien dat ze uit het goede hout zijn gesneden.
Van de vliegduiven gaan dit jaar alle jongen naar vriend Ad, die dit jaar gaat herstarten. We laten onze vliegduiven één jong groot brengen en die verhuizen allemaal naar Brabant waar ze hun kunsten mogen gaan vertonen.
We gaan nu nog even hooibouw tegemoet, want alle jaarlingen een nieuwe bak toewijzen is behoorlijk arbeidsintensief en kan maar op één manier echt goed en dat kost heel wat uurtjes duivenhok. Maar als alles weer een bak heeft en vrolijk in en uit vliegt dan wordt het weer genieten. Wat is er dan mooier dan langzaam naar het vliegseizoen toe te werken en ondertussen te dromen van alle mooie momenten die in het verschiet liggen. Duivensport, ik zou toch echt niets anders willen!!
Erfelijkheid van karakter eigenschappen is een lastig onderwerp. Voor de liefhebbers van inteelt en het zuiver houden van rassen een onderwerp die hun beweegredenen zal versterken. Iemand zoals ik, die zegt dat je een ras alleen in stand kan houden als je regelmatig een outcross doet met een ander ras. Een lastig onderwerp om aan te halen en uit te leggen maar toch iets dat ik jullie niet kan onthouden. Voordat je conclusies gaat trekken lees wel even het hele artikel.
Instinct en karakter
Instincten en karakter eigenschappen zijn erfelijk daar kunnen we niet om heen. Ondanks, zal bij een sterk in geteelde stam de karakter eigenschappen sterk uitéén kunnen lopen.
Waarom kunnen de eigenschappen zo verschillend zijn
Belangrijk om te weten is dat niet de karakter eigenschappen worden vererfd maar de aanleg voor zowel slechte als goede erfelijke karakter eigenschappen.
Aanleg voor karaktereigenschappen word in grote mate beïnvloed door milieuaspecten. In verschillende variaties wordt hier het individuele karakter van een duif door bepaald. Duivenkwekers kunnen hier een behoorlijke invloed op uitoefenen maar wat niet betekent dat de verworven karakter eigenschappen, erfelijke eigenschappen worden. Want de karakter eigenschap op zich wordt niet vererft maar alleen de aanleg hiervoor.
Een diefkropper heeft aanleg voor verschillende karakter eigenschappen zoals;
- zelfbehoud
- intelligentie
- wilskracht
- ouderliefde
- voerdrift
- jaagdrift
- voortplantingsdrift
- orientatie vermogen
Bij onze diefkroppers gaat het in de eerste plaats om de voortplantingsdriften. De voortplantingsdrift is een natuurlijke aanleg bedoeld om de soort in stand te houden elke duif zal deze drift in meer of mindere mate bezitten.
Zelfbehoud is een andere erfelijke eigenschap. Welke bedoeld is om beducht te zijn op gevaar. Wat bestaat uit zowel erfelijke aanleg als verworven eigenschappen. Denk hierbij aan een slechte ervaring met een roofvogel. Van nature zal een duif vluchten voor een roofvogel maar éénmaal achterna gezeten door een roofvogel zal een duif de volgende keer extra oplettend zijn.
Verworven eigenschappen
Omdat alleen de aanleg voor bepaalde eigenschappen erfelijk zijn. Kunnen de eigenschappen alleen door invloeden van buitenaf in meer of mindere mate ontwikkeld worden. De duivenmelker speelt dus een heel belangrijke rol bij de ontwikkeling van de eigenschappen die in aanleg aanwezig zijn. Een diefkropper die niet wordt gestimuleerd om zijn werk te doen zal dan ook nooit een echte diefkropper kunnen worden. Zelfs als de aanleg om diefkropper te worden aanwezig is. Het kan zijn dat de duif zichzelf zal ontwikkelen als diefkropper maar dat is een kwestie van geluk hebben en heeft niets te maken met erfelijke eigenschappen omdat alleen de aanleg voor bepaalde eigenschappen wordt vererfd. Training en juiste omstandigheden hebben dan ook een substantieel aandeel in de ontwikkeling van een diefkropper.
Hoe groter het aantal ………
Berekeningen die gemaakt worden om de uitkomst van bepaalde kruisingen te voorspellen werkt alleen met grote aantallen duiven. Kweek je maar een heel klein aantal duiven. Is de kans dat een berekening klopt, minimaal. Maar het geeft je een beeld van wat mogelijk of onmogelijk is. Daarnaast spelen de omgevingsfactoren ook een hele grote rol in de ontwikkeling van de aanleg voor een bepaalde eigenschap.
Elke versterkte aanleg is recessief. Wat betekent dat
Elke aanleg die met veel moeite is versterkt en vastgelegd in een ras of stam is recessief wat betekent dat de eigenschap elke volgende generatie langzaam aan verdwijnt als we daar niet op blijven selecteren. De natuur zal altijd proberen om de met veel moeite geselecteerde en versterkte aanleg te normaliseren. Eigenschappen die we willen behouden en/of verbeteren moeten om die reden in aanleg dubbel aanwezig zijn in het erfelijk materiaal. Alleen met inteelt of lijnenteelt kun je ervoor zorgen dat de gewenste aanleg verbeterd of versterkt kan worden. Wat overigens ook mogelijk is met niet verwante dieren, daar later meer over.
Natuurkunde
Om de werking van erfelijkheid te begrijpen en inzichtelijk te maken gebruiken we een klein beetje natuurkunde. Om die reden coderen we de gewenste aanleg met letters. Kleine letters staan voor recessief en grote letters voor homozygoot denk hierbij aan dominant. De dominante aanleg zal altijd proberen terug te komen in de volgende generaties. Omdat de natuurlijke aanleg dominant is ten opzichte van de aanleg die we willen versterken.
Natuurlijke voortplantingsdrift coderen we als Aa. Gewenste voortplantingsdrift coderen we als aa,
We kruisen nu Aa x aa het antwoord is dan Aa omdat de natuurlijk aanleg dominant is. Wat betekent dat al deze jongen een normale voortplantingsdrift hebben of onzuiver genoemd kunnen worden voor de gewenste voortplantingsdrift die we willen terug zien in de jongen dieren. Nu kun je twee dingen doen de jongen onderling kruisen of terug kruisen op de vader.
Vader x dochter
Kruis je bijvoorbeeld de vader met de gewenste aanleg terug op de dochter. Krijg je aa x Aa met als resultaat 50% aa duiven en 50% Aa duiven.
Broer x zuster
Een broer x zuster kruising wordt nog iets ingewikkelder. Je hebt dan kans op 25% aa, 25% AA en 50% kans op Aa duiven. Je kunt hieruit opmaken dat een broer x zuster kruising uit praktische overwegingen een minder goede keuze is en de weg naar succes een stuk langer maakt maar het is niet onmogelijk.
Niet verwante duiven kruisen
Wanneer je nu begint met het kruisen van twee niet verwante duiven heb je een extra handicap. Niet alleen de aanleg die je wilt versterken zal naar voren komen maar nog een heel pakket andere aanleg voor eigenschappen.
Ik zal dit laten zien in een natuurkundige berekening. Laten we de onbekende eigenschappen bb noemen en Bb De eerste kruising zal dan AaBb, AABB en aabb jongen geven. Ga je dan een dochter terug kruisen op de vader dus AB Ab x aB ab krijg je vier verschillende antwoorden te zien. Dus 1 op de 4 zal met een beetje geluk de gezochte aanleg hebben. Ga je de jongen onderling kruisen heb je maar liefst 16 verschillende mogelijke uitkomsten. De kans dat je de juiste eigenschappen gaat versterken of kunt behouden is minimaal. Je zou dan denken dat de liefhebbers van raszuivere dieren gelijk hebben.
Hebben de ras idioten gelijk
Ja en Nee, de ras idioten hebben gelijk als je waarde hecht aan een bepaald fenotype. Gaat het je om de aanleg voor gewenste eigenschappen, het genotype, In dat geval maakt het niet uit als je verschillende rassen kruist mits met dezelfde aanleg voor de gewenste eigenschappen. De extra bonus die je krijgt is de enorme vitaliteit boost. Wat net voldoende is om het verschil te maken tussen een goede of een slechte diefkropper. Het maakt zelfs niet uit als je een ras in kruist wat niet de aanleg heeft voor de gewenste eigenschappen alleen dan ontkom je er niet aan om aan een vorm van lijnenteelt te doen. Door of terug te kruisen op de stamouder met de betreffende aanleg voor eigenschappen die je zoekt. Of door terug te kruisen op niet verwante dieren maar wel met de aanleg voor de gewenste eigenschappen.
Inteelt betekent verlies van vitaliteit.
Door inteelt zal de genenpool steeds verder verkleinen en daardoor het ras ook steeds verder verzwakken. Het aantal vitale dieren zal met elke generatie afnemen. Hiervan zijn vele voorbeelden aan te halen. Het voordeel is wel dat je steeds meer kans krijgt dat gewenste karakter eigenschappen terug te zien zijn bij de nakomelingen. Grote nadeel is dat je ook ongewenste eigenschappen gaat terug zien bij de nakomelingen. Omdat je dieren met ongewenste eigenschappen niet kunt gebruiken kun je deze dieren niet inzetten voor de kweek. Nu wil ik je nog even attent maken op het stukje tekst hierboven. Hoe groter het aantal….. De meeste liefhebbers hebben maar ruimte voor een beperkt aantal duiven. De kans dat je alleen dieren kweekt met ongewenste eigenschappen is dan even groot als dat je nakomelingen kweekt met gewenste eigenschappen. Het zou dan zomaar kunnen dat de eerste twintig jongen niet aan je eisen voldoen. Voordat je één goed jong kweekt maar ook andersom zou een mogelijkheid zijn. Met andere woorden gezien de aantallen die mogelijk zijn om te kweken is het niet zeker dat je ook werkelijk succes zult hebben met deze methode. Heb je pech of de verkeerde keuzes gemaakt zal het ras steeds vaker inteelt degeneratie laten zien. Omdat we simpelweg te weinig dieren kweken, te weinig geduld hebben om te wachten op de juiste nakomelingen om mee verder te gaan.
Vitaliteitboost
Een kruising met niet verwante duiven maar met dezelfde aanleg voor gewenste eigenschappen zal als voordeel hebben dat de jongen uiterst vitaal zijn. Vitaliteit is niet erfelijk maar wel noodzakelijk om een sterke en gezonde duif te krijgen. Een diefkropper die zich graag wilt voortplanten en populair is bij de andere sekse. Een duif zal bij het zoeken naar een partner altijd de voorkeur hebben voor de meest vitale en gezondste partner om voor nageslacht te zorgen. Om die reden dat ik toch voorstander blijf van het kruisen van verschillende rassen of niet verwante duiven maar wel met dezelfde aanleg voor de gewenste eigenschappen van een diefkropper.
By Ome Willem / duivenhouden.com
|