- vrijdag 12 oktober 2018
Combinatie de Groot, Den Bosch, toppers op de dagfond en met de jonge duiven.
Op een van de slechtste zaterdagen in Januari, waarop de regen met bakken uit de hemel kwam, reed ik in de vroege ochtenduren naar Den Bosch voor een bezoek aan twee Bossche topliefhebbers. Toppers en boezemvrienden bovendien! Rond koffietijd werd ik verwacht bij Antoine de Groot en rond de lunch was een bezoek bij Kees de L’Or (samen met zijn vader vliegend onder de naam Mevrouw Snellen & Zoon) gearrangeerd (inclusief lunch!).
Na een rit waarbij ik meer de indruk kreeg mij in een onderzeeboot te verplaatsen dan in een auto kon even na 11:00 uur halt gehouden worden voor de prachtige klassieke jaren twintig / dertig woning van Antoine en Mariska de Groot. De koffie stond al bruin en de typisch Brabantse worstenbroodjes stonden al warm te worden in de oven. Worstenbroodjes van eigen fabricaat, want Antoine verdient de kost als warme bakker en bestiert een drukke bakkerij.
Eenmaal plaatsgenomen in de ruime tuinkamer, althans de kamer grenzend aan het enorme terras omdat de tuin wat lager ligt, zat Antoine direct op zijn praatstoel. Duivenmelkers onder elkaar hebben in de regel niet veel tijd nodig om in een “zwaar” gesprek over onze gevleugelde vrienden te geraken. Tijdens het gesprek waarbij ook nog tweeling Broer Raymond (Ray) aansloot probeerde ik al pratend enige aantekeningen te maken. Hieronder de samenvatting van het gesprek.
Antoine, vliegende onder de naam Combinatie de Groot, is nog een relatief jonge liefhebber in de sport. Niet alleen qua leeftijd (want hij is net 48 geworden) maar ook qua jaren in de sport. Sinds 1997 wordt door Antoine (en zijn vrouw Mariska) de stofjas aangetrokken. De duivensport was hem echter niet vreemd want ook van huis uit werden er duiven gespeeld door zijn vader. Zijn vader speelt overigens nog altijd met duiven (vanaf dezelfde locatie) maar dan wel op het grote werk, de overnachtfond, samen met zoon Ray.In 1997 werd echter zelf besloten te gaan spelen met duiven. Er kwam direct een prima hok van 20 meter (het voormalige hok van Rien van Oss) en gestart werd op de natoer!
De reden van het duiven houden was overigens niet het scoren van vroege prijzen maar het lekker bezig zijn met duiven en de kameraadschap plus de goede sfeer in de duivenclub. Antoine is lid van PV Deuteren en hier heeft men nog een redelijk grote groep liefhebbers in de leeftijd van 45 – 55 jaar. Die het zeer goed met elkaar kunnen vinden bovendien. Je komt ze in het stille seizoen dan ook vrijwel overal tegen.
Ondanks dat de sportieve ambities niet op de eerste plaats staan, kwamen de goede resultaten al spoedig. Antoine is wel een precieze liefhebber met een duidelijk idee over de sport en dan komen de resultaten meestal snel en dit is eigenlijk tot de dag van vandaag zo gebleven.
De voorkeur qua spel gaat uit naar de Dagfond en het spel met de jonge duiven. Op dit laatste onderdeel worden vaak prachtige uitslagen gemaakt maar een specialist wil Antoine zichzelf niet noemen. “Ik speel goed omdat anderen met de jonge duiven minder goed uit de voeten kunnen”, aldus de bescheiden bakker. Onderdeel van dit spelletje is het klassieke spel op de deur op de laatste 5 vluchten van het jonge duiven seizoen. Als de duiven dan goed gezond zijn dan vliegen ze de pannen van dak. Dit resulteert niet alleen in prachtige uitslagen maar ook in prima duiven.
Tijdens ons gesprek trotseerde Antoine de gietende regen en haalde zijn beste jonge duivin van 2015 even uit het hok. Deze “30”, een krachtige gebouwde, goed gespierde middelgrote vetblauwe duivin klasseerde zich bij de nationale kampioenen als 19e op de Midfond jonge duiven. Ze vloog hiervoor een 3e NPO van Sens tegen 3400 duiven, een 14e NPO van Gien tegen 2637 duiven en een 47E NPO van Sezanne tegen 4058 duiven.
Dat de beste resultaten geboekt worden op de wat verdere jonge duivenvluchten is geen toeval, er wordt best wel intensief gezocht en geselecteerd naar duiven die geschikt zijn voor de “daagse fond” zoals ze het in de regio Den Bosch zeggen. De duiven zijn dan ook afkomstig van hokken die op de dagfond meer dan uitstekend uit de voeten kunnen. Dit zijn duiven van Berry van den Brand uit Boxtel (Kees Bosua maal Ad Schaerlaeckens duiven, maar bij Antoine zitten veel duiven met Bosua invloeden) en voor duiven van letterlijk grote vriend (en clubgenoot en concurrent) Kees de L’Or. 80% van het duivenbestand is van het zogenaamde “Snellen-soort” zit. Uit het beste van het beste van het beste hok van Den Bosch en omgeving zitten er nazaten.
De andere vaandeldrager die ik tijdens het hokbezoek (zonder feitelijk bezoek aan de hokken omdat het geen doen was qua regen) mocht bewonderen is een namelijk een rechtstreekse Snellen duif. Het betrof de “652” een drie-jarige doffer (in het seizoen 2015) direct afkomstig uit de toplijn van “Snellen” (zoals ze in het Bossche voor het gemak dit hok noemen).
Deze prachtige bonte doffer, wederom super gespierd en zijde zacht, presteerde het dit jaar om maar liefst 4 kopprijzen te vliegen “op de daagse”. Niet zomaar kopprijzen maar zelfs tweemaal Teletekst met een 4e van Mont Luçon, een 5e van Chateauroux, een 13e van La Souterraine en een 31e van Mont Luçon.
Deze goede prestaties zijn natuurlijk geen toeval Antoine heeft namelijk door de jaren heen een eigen systeem bedacht waaraan hij zich strikt houdt! Hierbij de hoofdlijnen: Voor het seizoen start worden de duiven grondig gekuurd tegen Het Geel door een pil/capsule op te steken en nog 4 dagen na te kuren. Tegen de kopziekten wordt in die periode nog niet behandeld die behandeling wordt bewaard voor de vluchten waarop hij echt wil vlammen.
De eerste vluchten wordt rustig gestart zonder grote ambities, vaak komen de duiven echter al prima, maar zo’n 14 dagen voor de dagfond begint gaat het gas open. Er wordt een geelpil opgestoken en er wordt een behandeling tegen de koppen gestart gedurende een aantal dagen (met Belgatai en Orni Speciaal van Belgica de Weerd). Een behandeling die vervolgens om de 6 weken herhaald wordt. Ook wordt er in deze periode gebruik gemaakt van Koudijs droogontsmetter (halverwege de Vitesse vluchten en halverweg de Dagfondvluchten).
De behandeling geeft de doffers net dat zetje in de goede richting om de vorm te verkrijgen die nodig is voor het succesvol vliegen van de Dagfond. Wie overigens denkt dat Antoine een echte medicijnenman is komt bedrogen uit. Behalve bovenstaande moeten de duiven het zelf doen. “Alles wat niet gezond blijft kan vertrekken”, aldus Antoine. Ditzelfde geldt ook voor doffers die de eerste vluchten er niet veel van bakken of vertikken in het systeem mee te gaan. Een duif die niet luistert verdwijnt! “Een lege bak is weer een bron van extra motivatie”, aldus mijn zeer vriendelijke gesprekgenoot.
Op de oude duivenvluchten werd tot en met het seizoen 2015 alleen gevlogen met zo’n 35 doffers op klassiek weduwschap. Deze doffers krijgen veel lichte kost voorgeschoteld. Op de Vitesse moeten de mannen het alleen doen met Gerry Plus van Versela Laga. Op de Midfond wordt dit ook gevoerd tot aan de laatste 3 maaltijden. Dan krijgen ze hardvoer Beyers Premium Weduwschap.
Dit is ook het voersysteem voor de Dagfond (!?). Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de weduwnaars om de twee weken gespeeld worden en op de dag van inkorving onbeperkt pinda’s mogen eten. Dit zijn pinda’s voor humaan gebruik! In de week dat ze niet gespeeld worden krijgen ze de hele week Gerry plus maar schraal. Daarnaast krijgen de mannen driemaal per week de bak allerhande aangevuld met P40 plus een korrel! Met de jonge duiven wordt min of meer hetzelfde voersysteem gevolgd. Ook op de vluchten dat het wat verder is en ze in tegenstelling tot de doffers wel iedere week vliegen.
Bij het voeren wordt niet gekeken naar de zwaarte van de vlucht! In de week dat er niet aan de vluchten wordt deelgenomen worden de doffers gelapt op zo’n 20 – 25 kilometer. Bij thuiskomst wacht dan net als op de wedvlucht de duivin! Bij het inkorven wordt in de regel niet getoond. Als de motivatie wat minder lijkt wordt hier wel eens vanaf geweken.
Het loslaten en verzorgen is voor een bakker geen sinecure. ’s Morgens moet er immers al zeer vroeg gewerkt worden. Onontbeerlijk is dan ook de hulp die Antoine krijgt van good-old Sjaak Bouman. Huisvriend en “achterbuurman” Sjaak verzorgt iedere morgen de duiven. Hij haalt de verduistering weg bij de jonge duiven, laat deze los en haalt ze weer binnen. ’s Middags is het dan de beurt aan de Weduwnaars die door Antoine zelf worden losgelaten.
Komend seizoen gaat Antoine voor het eerst in zijn carrière aan de vluchten deelnemen met 12 weduwduivinnen mede omdat de duivinnen bij velen het mooie weer maken maar vooral omdat er in de groep jonge duiven van 2015 zich een groot aantal zeer talentvolle duivinnen bevond! Naast de 35 doffers die er altijd al werden gespeeld. Het is een experiment maar als de voortekenen niet bedriegen is de concurrentie aan de vooravond van het nieuwe seizoen alvast gewaarschuwd!
Aalsmeer, Michel Beekman.