- woensdag 07 juli 2021
Het is alweer maandag en na een vrij lange dag op het werk ben ik zo tegen 6 uur ’s avonds toch maar weer achter de laptop gekropen. Het schrijven van een weekstuk was er namelijk gisteren niet van gekomen. Evenals vorige week overigens. De 6 uur wedstrijd van het EK-voetbal op zaterdagavond komt hier neer op middernacht en het einde van de wedstrijd is dus een latertje. Hetgeen weer impact heeft op het tijdstip waarop op zondagmorgen de luiken geopend worden. En dat heeft zo weer zijn invloed op mijn zondagse tijdsbesteding. Het schrijven van een weekstuk schiet er dan gewoon bij in. Mede doordat mijn tijd dan grotendeels gevuld wordt met het schrijven van het wekelijkse stuk over de GPS-tracks voor Het Spoor.
Overigens was de lange dag op het werk vandaag best wel een beetje bijzonder. De Maleisische overheid heeft namelijk per afgelopen zaterdag weer een complete, stringente, lockdown afgekondigd voor de staat Selangor en Kuala Lumpur. Vergelijkbaar met de maatregelen aan het begin van de pandemie is er nu zo ongeveer niets meer toegestaan. Zelfs wandelen op het ressort is verboden. Zelfs de hond uitlaten mag niet (niet dat we die hebben maar toch zeg het wel wat). Boodschappen mogen slechts door één persoon gedaan worden en dan nog slechts in een straal van 10 kilometer (en daaraan zit je hier al snel)
Eén en ander betekent letterlijk weer een zeer klein wereldje en dan is het wel fijn om even een dagje naar het werk te kunnen. Niet dat er daar in het kantoorgedeelte veel mensen zijn want slechts 60% van het personeel is toegestaan want natuurlijk ligt de focus op de productie. Echter het zorgt voor het doorbreken van de sleur. De rest van de week wordt er namelijk vanuit huis gewerkt.
Overigens is het best wel bijzonder dat we kunnen werken. Ons bedrijf is in de gelukkige omstandigheid dat het als essentiële dienst is aangemerkt. Niet zo gek als je het slijk der aarde produceert maar toch. Het leeuwendeel van de bedrijven moest namelijk verplicht zijn deuren sluiten. Hetgeen zowel zakelijk als privé niet echt praktisch is. Zo worstelen we zakelijk met enkele toeleveranciers en privé douchen we al een tijdje met koud water om dat de ketel van de zonneboiler ’s nachts het warme water verliest maar repareren niet is toegestaan.
Al met al zijn het geen echte hoogtijdagen. Gelukkig bieden het EK-voetbal (in mindere mate), de Formule1 en vooral de Tour de France uitkomst. Er is veel over te lezen, te luisteren en/of te zien. Hetgeen fijn is voor een sportfanaat als uw schrijver.
Daarnaast is er natuurlijk ook nog altijd de onvolprezen duivensport. Hierin is het nooit saai. Er is altijd wel wat loos. Zo was daar deze week de tweede nationale dagfondvlucht van het seizoen. Voor sommigen een hoogtepunt van het jaar en voor anderen een onvolprezen horrorvlucht.
Voor mij persoonlijk neigt het meer naar het laatste. Oneerlijkere vluchten dan nationale dagfondvluchten bestaan er namelijk niet. De overvlucht vliegt zowat een derde meer qua afstand en in de meeste gevallen is dat geen voordeel. Dit keer stond er ook nog een Zuidoosten wind op het laatste deel en hierdoor vielen de meeste vroege duiven in het Westen (op een paar Limburgse duiven na).
Een andere reden is dat je in bepaalde regio’s totaal kansloos bent om een “eerste nationaal” te winnen. Vooral in mijn provincie, Noord-Holland, zit je zo goed als altijd aan het luie eind. Er is nog nooit een podiumplaats behaald. Simpelweg omdat de massa de lijn Breda – Utrecht – Zwolle – Groningen volgt. Afgelopen week ging het ietsje beter voor mijn provinciegenoten omdat er een matige Zuidoosten wind stond op het laatste deel van het traject. Echter op een Zuidoosten wind zit je als liefhebber in de regel niet te wachten. Al verschillen hier de meningen natuurlijk ook weer over.
Behalve om vroeg te zitten is de trek van de massa ook nog best een risico. Topduiven hebben het vaak moeilijk. In hun wilde drang naar huis denderen ze met de klad mee, vooral als de vlucht niet al te moeilijk is en de snelheden hoog zijn. Zo werd door mij in 2017 de NPO-winnares van Bourges verspeeld op nationaal Chateauroux. Tot aan de dag van vandaag spijt het mij nog haar gespeeld te hebben.
Een derde reden waarom mijn liefde voor dit soort vluchten niet erg groot is/was is het vaak geforceerde karakter van de lossing. Het lijkt erop dat een nationale dagfond vlucht coûte que coûte gelost moet worden. Hierover doen altijd vreemde complottheorieën de ronde maar het is een feit dat de meeste nationale vluchten niet echt lekker verlopen.
Ook zaterdag was het weerbeeld nu niet echt duifvriendelijk en toch werd er gelost. Vermoedelijk heeft de nationale lossingscommissie een andere beleving van wat een duif aankan of aan zou moeten kunnen want anders is een lossing als zaterdag en die van twee weken geleden (waar overigens nooit een goede uitleg over kwam) niet te verklaren.
Evenals twee weken geleden toonden de satellietbeelden en andere weersites duidelijk aan dat het weer niet helemaal pluis was. Om het mild te verwoorden. Het leverde weer vreemde vluchten op met gaten in de aankomsten en toch ook weer een aanzienlijk aantal lege plekken op avond van thuiskomst.
Al met al is mijn liefde voor dit soort vluchten er dit weekeinde niet groter op geworden. Veel vrienden zullen er met dit standpunt niet gemaakt worden maar dat boeit mij niet echt. De hang naar klassiekers als in België is groot maar feitelijk nergens om gebaseerd. België is veel minder diep en kent daarnaast veel minder natuurlijke obstakels. Daarnaast is er een heel andere cultuur. Naast de “nationals” hebben ze in hetzelfde weekeinde nog genoeg andere vluchten. Er zijn dan ook volksstammen die niet aan deze nationale vluchten meedoen maar zich gewoon blijven focussen op hun vertrouwde spelletjes.
Iets totaal anders dan afgelopen zaterdag in Nederland. Hier waren geen andere vluchten voor oude duiven. De NPO probeert de liefhebbers al jaren als het ware te dwingen om toch maar een paar duiven te spelen door geen enkele andere vlucht voor oude duiven te organiseren. Zelfs het meegeven met de jonge duiven oefenvluchten was in sommige afdelingen niet mogelijk. Een slechte zaak als je het mij vraagt. Onder dwang komt zelden iets moois tot stand.
Een ander feit waaraan de laatste weken niet ontkomen kan worden zijn de enorme verliezen die er geleden worden. Zowel met de oude als de jonge duiven. Een lezer vroeg mij hier eens over na te denken en hier eens iets over te schrijven. Mijn antwoord was dat het een complexe materie is.
Een eerste poging tot een antwoord. Het zit volgens mij in de externe omstandigheden en hoe hier mee wordt omgegaan. In de maand juni is het weer vaak instabiel. De precieze redenen hiervoor zouden aan een meteoroloog gevraagd moeten worden maar het zal wel iets met de sterker wordende zonnekracht bij aanvang van de meteorologische zomer te maken kunnen hebben. Hierdoor verdampt er veel water (die uitmondt in regen en die vervolgens weer verdampt, etc.), ontwikkelen zich onweersbuien met alle gevolgen vandien.
Het gevolg is dat de vliegcondities een stuk moeilijker worden dan in de in de regel koelere maanden mei en april. Vervolgens lijkt het erop dat de lossingsverantwoordelijken de complexiteit van deze condities onderschatten. De laatste weken verschenen er verschillende lossingsfilmpjes op Facebook waarbij je je best moest doen om een stukje blauw te ontdekken (hetgeen er soms zelfs helemaal niet was).
De radarbeelden op Sat24.com liegen ook niet en bij het schrijven wordt hier door mij vaak gebruik van gemaakt. Zelden werden zulke slechte radarbeelden gezien terwijl er toch gewoon gelost wordt. Naast het klimaat dat misschien verandert lijken ook de lossingsverantwoordelijken te veranderen. Hun beleving van wat een duif moet kunnen past naar mijn mening niet in de werkelijkheid.
“Ze spelen met opgevoerde Midfondduiven op de dagfond en daardoor valt een groot deel door de mand”, schreef een lossingsverantwoordelijke mij. Helemaal ongelijk had de man in kwestie niet maar met dit gegeven moet er misschien juist wel niet te wild gelost worden. De meerderheid vliegt namelijk met deze “opgevoerde” duiven die wellicht niet helemaal afstandsgeschikt zijn maar toch gespeeld worden. De afgelopen jaren, met veel mooi weer, ging dit prima. Echter nu de duiven wekelijks een tik op de neus krijgen hangen deze duiven als aangeslagen boxers wekelijks in de touwen. Of erger blijven weg. Teruggestelde liefhebbers in een vorm van wanhoop achterlatend.
De eerlijkheid gebied mij hierbij ook op te merken dat de liefhebbers er zelf ook een potje van maken door de duiven te veel te spelen. Onvoldoende uitgerust en onvoldoende geprepareerd bovendien. Na een week of acht beginnen de meeste “gewone” duiven namelijk vermoeid te raken. Iets dat ieder jaar gebeurt maar dit jaar nog eens versneld werd door de vele vluchten die overstonden plus de combinatie met het slechte weer. Om deze duiven dan ijzeren Heinig te blijven spelen is vragen om moeilijkheden. Het zijn namelijk slechts de echte klasbakken die het wekelijkse ritme van Midfond en Dagfond aankunnen. De meeste duiven zijn hier niet voor in de wieg gelegd. Iets dat de meeste liefhebbers niet onder ogen willen zien. Iedereen denkt namelijk dat zijn of haar duiven de klasse wel hebben om dit te volbrengen. Totdat een seizoen als dit het tegendeel bewijst.
Kortom de oorzaak van de verliezen zit in mijn ogen in het slechte weer waarop door de lossingsverantwoordelijken en liefhebbers niet voldoende wordt ingespeeld.
Over de oorzaken van de verliezen met de junioren zal in een later weekstuk nog wel eens worden teruggekomen.
OP EIGEN HONK
Is het belangrijkste nieuws behoudens de versterkte controle dat afgelopen maandag de eerste vaccinatie gezet werd. Met de Chinese entstof Sinovac dus binnenkort zullen de eerste woorden Chinees wel uit mijn mond rollen.
Zai jian,
Michel