- woensdag 31 maart 2021
Zondag 28 maart 2021. Zomertijd – De dag na de eerste pole position ooit in de seizoensopener van ons aller Max maar vooral de eerste dag van de zomertijd in Europa.
In mijn actieve jaren was het ingaan van de zomertijd voor mij de feitelijke start van het seizoen. Of althans het moment waarop de duiven in het ritme gebracht werden waarin ze de rest van het seizoen min of meer zouden blijven.
Als werkende was het ook het moment van de opluchting. Eindelijk meer tijd ’s avonds. Voor het ingaan van de zomertijd was het altijd stressen en behelpen. Zeker toen ik nog met doffers en duivinnen speelde was het feitelijk onmogelijk om de duiven voor het vooruitzetten van de klok beiden na het werk los te laten. Simpelweg door een tekort aan daglicht na thuiskomst van het werk.
Aanvankelijk loste ik het op door slechts de doffers los te laten in de periode voordat de zomertijd inging. De in de regel wat grotere en dus zwaardere doffers hadden in mijn ogen een wat langere voorbereidingstijd nodig om zich weer “los te vliegen” en dus vleugelproblemen te vermijden. Pas na het verzetten van de klok konden de weduwen hun dagelijkse training gaan afwerken.
In mijn eerste Aalsmeerse jaren betekende dit dat ik de duivinnen de eerst week en soms wel de eerste twee weken niet speelde. De sprongen in het vliegprogramma waren gering en het deerde de duivinnen niet om in te stappen op een vlucht als destijds Strombeek (afstand 155 km). Vaak klasseerden de goede duivinnen zich direct. Zelfs reeds na slechts één week rond het hok gevlogen te hebben en met meestal slechts één lapvluchtje.
Later, toen ik het missen van de punten zonde begon te vinden, loste ik het tijdsprobleem op door voor aanvang van het seizoen één week of twee weken vakantie te nemen. Hierdoor kon ik de doffers en de duivinnen al voor het ingaan van de zomertijd in het gewenste ritme brengen. Dit betekende dat ik de doffers omstreeks 16:30 naar buiten liet en de duivinnen rond 17:45 uur.
Na het laatste weekend van maart werd er bij deze tijdstippen gewoon een uur opgeteld. Hierdoor bleef het ritme van de duiven onveranderd. Niet dat dit zoveel uitmaakt overigens. Ik geloof niet direct in een schema op de minuut. Iets dat als werkende liefhebber ook niet direct waar te maken was (en is) door de gewenste flexibiliteit op het werk en de wisselende omstandigheden in het verkeer.
Toen mijn dochter ouder werd diende er zuiniger te worden omgegaan met de beschikbare vrije dagen. Bij calamiteiten moest er immers iemand thuis zijn. Hierdoor was het opnemen van vakantie voor het seizoen niet of zeer beperkt mogelijk. Ook hiervoor was er zoals altijd een oplossing. De duivinnen liet ik vanaf dat moment ’s morgens los en de doffers ’s avonds.
Het betekende wel dat de duivinnen de eerste weken van Maart zelfstandig binnen dienden te lopen. Ideaal was dit niet maar gelukkig lengen de dagen in Maart snel en is het vooral ‘s morgens al behoorlijk vroeg licht.
In de laatste 2 weken van Maart konden hierdoor de duivinnen alweer binnengeroepen worden voor mijn vertrek naar het werk. Iets dat ik overigens ook bleef doen nadat ik alleen nog maar met duivinnen ging spelen. Dit laatste was achteraf een gouden zet qua tijdsproblemen en dus niet alleen qua tijd voor het ingaan van de zomertijd.
Ik maakte deze keuze overigens al in het voorjaar van 2010. Ik was begin maart, onverwachts, op non-actief gesteld bij mijn toenmalige werkgever en wist niet wat de toekomst zou brengen. Qua tijd en financiële positie.
Ook had het jaar 2009, waarin alle doffers binnen onze club pokken kregen, mij geleerd dat de resultaten door het spelen met enkel de dames niet of nauwelijks negatief beïnvloed werden. Tevens wist ik dat enkele liefhebbers die hetzelfde deden keihard speelden. Zoals bijvoorbeeld een Rinus van Bohemen uit Akersloot die in Noord-Holland één van de eerste melkers was die slechts met het “zwakke” geslacht aan de vluchten deelnam. De rest van het verhaal is inmiddels geschiedenis want op één jaar na (2013) werd er niet meer met de doffers gespeeld.
Bijkomend voordeel van de zomertijd was en is overigens dat de negatieve invloed van de rover een beetje afneemt. Doordat de trainingsronden minder dicht bij het vallen van de duisternis komen te liggen ontmoeten de duiven en de rover elkaar simpelweg minder.
Mijn ervaring met rovers is dat deze voor het vallen van de duisternis nog een ronde maken om te kijken of er nog iets te eten valt. Als je je duiven loslaat tegen het vallen van de duisternis of kort daarvoor is de kans dat ze een aanval ondergaan veel groter dan wanneer er zeg maar een uur tussen het binnen roepen en het vallen van de avond zit. Ditzelfde geldt overigens ook voor de vroege ochtenduren. Hoe vroeger en korter na zonsopkomst, hoe gevaarlijker.
Naar mijn ervaring wordt de rover in april namelijk niet echt veel minder actief maar schuiven zijn jaagtijden gewoon wat op. Ik bleef namelijk altijd last houden van aanvallen, niet bij de duivinnen maar bij het groepje latere jongen dat ik jaarlijks kweekte. Deze gingen vanaf medio tot eind april iedere avond los na het binnenroepen van de weduwduivinnen. Ze bleven dan tot het vallen van de duisternis buiten om uiteindelijk zelfstandig hun kleine hokje (het beroemde hangende hokje) in te gaan. Vaak spatten ze juist voor het vallen van de duisternis van het hok. Juist ja, na een aanval van de rover.
Goed nieuws – Deze week was er ook eens goed nieuws voor de duivensport. In tegenstelling tot vorig jaar toen bij het ingaan van de zomertijd nog geen enkel zicht was op het doorgaan van de vluchten is er door het verschuiven van de avondklok juist voldoende tijd om het inkorven gewoon op vrijdagavond te kunnen laten plaatsvinden. Hierdoor besloten de NPO en de afdelingen om het seizoen zoals gepland te starten.
Ook anders dan vorig jaar is dat zowel België als Frankrijk de grenzen vanaf 3 april weer openen. Hierdoor is het niet nodig om de duiven in allerlei vreemde richtingen op te leren of wedvluchten te laten vliegen. Erg goed nieuws dus al zullen er wel wat liefhebbers verrast geweest zijn door deze snelle ontwikkelingen. De echte fanatieke spelers hadden hier met hun planning natuurlijk wel al een beetje rekening gehouden.
Ditzelfde gold ook voor sommige afdelingen. Afdeling 8 is wellicht wel wat (te) laat met het updaten van de informatie op haar website, echter men anticipeerde wel al begin maart op de mogelijke situatie getuige de informatie voorziening op hun website.
De informatievoorziening op de meeste afdelingswebsites is overigens best goed te noemen. Slechts bij de Afdeling 5, de grootste afdeling van Nederland, is de informatie een beetje karig. Slechts een éénregelig bericht van de lossingscommissie over het te wijzigen ophaalschema geeft aan dat er iets gaande is. Over data waarop het seizoen zou moeten starten wordt niet gerept.
Stemmingen – In mijn vorige weekstuk vroeg ik mijn lezers om te reageren op de vraag of er in hun afdeling een achterbanraadpleging had plaats gevonden ter voorbereiding op de NPO-ledenraad. Hierbij de uitkomsten (voor zover ontvangen):
Afdeling 1 Zeeland: geen
Afdeling 2 Brabant 2000: wel
Afdeling 3 Oost-Brabant: wel
Afdeling 4 Limburg: ???
Afdeling 5 Zuid-Holland: ???
Afdeling 6 Noord-Holland: wel
Afdeling 7 Midden Nederland: wel
Afdeling 8 Gelders Overijsselse Unie: wel
Afdeling 9 Oost-Nederland: “wel”
Afdeling 10 Noordoost-Nederland: ???
Afdeling 11 Friesland: geen
De uitkomst van dit helaas niet volledige onderzoek valt niet helemaal mee. In zes afdelingen is de achterban geraadpleegd aldus mijn lezers. In twee afdelingen Zeeland (?) en Friesland is dit niet gebeurd. Van lezers uit de drie resterende afdelingen (Limburg, Zuid-Holland en Noordoost-Nederland) heb ik geen bericht ontvangen dus is het onduidelijk of de “gewone” leden naar hun mening gevraagd zijn of niet.
Jan van Mastrigt – In mijn vorige weekstuk verhaalde ik over het stoppen van de gekende topspeler Jan van Mastrigt. De afgelopen week ging zijn verkoping on-line en er kan vandaag nog geboden worden, tot respectievelijk 14:30 uur, 15:00 uur en 15:30 uur. Voor de late beslissers nog even de link: GPS-Auctions :. (gps-auctions.com). De prijzen zijn overigens op dit moment nog alleszins redelijk.
Omdat de “afscheidsreportage” die ik over Jan schreef in verkorte vorm bij zijn verkoop staat heb ik de volledige versie maar op mijn site geplakt (voor degenen die dit stuk nog niet op Facebook gelezen hebben). Jan van Mastrigt (Aalsmeer) hangt zijn stofjas aan de wilgen | Beekman-Tilmans (beekman-tilmans.nl).
OP EIGEN HONK
Verandert er niet veel. Het aantal positieve Covid-besmettingen blijft de laatste tijd stabiel op grofweg zo’n twaalfhonderd gevallen per dag. Waarvan er dan tussen de vijfentwintig en vijftig procent in mijn staat Selangor zijn (met ongeveer zeven miljoen inwoners). Veel zeggen doen deze cijfers mij niet. De vraag is hoeveel er getest wordt en hoe eerlijk de cijfers naar buiten gebracht worden.
Een betere indicator dat het ogenschijnlijk beter gaat is het aantal besmettingen en geïsoleerde medewerkers op het werk. Hier hebben we gelukkig al ruim drie weken geen nieuwe positieve medewerkers. Kennelijk helpt het twee keer per week testen. Ook is vrijwel iedereen weer terug aan het werk. Al bleek bij sommige medewerkers de besmetting erg hardnekkig.
Voor het overige valt er alleen nog te melden dat mijn dochter naast een scheurtje in haar enkelbanden toch ook nog een breukje in één van de botjes van haar voet heeft opgelopen bij haar val bijna zes weken geleden. Een zogenaamde verborgen breuk die niet te zien was op de röntgenfoto maar wel op de MRI-scan die deze week gemaakt werd. Dit verklaarde ook de pijn die maar aanhield.
Helaas verloopt de genezing van zo’n breukje in een opgesloten botje door het gebrek aan doorbloeding nogal langzaam. Het betekent nog zo’n twee maanden extra in de speciale plastic loopschoen. Een schoen die overigens meer op de voet van een robot uit Star Wars lijkt.
Al bij al afwachten dus maar weer.
Tot een volgende keer,
Michel