De wind bepaalt en alweer kritiek op het Nationale vliegprogramma
Zondag 7 juni 2020. Het is alweer laat want de klok wijst alweer half vier aan voordat ik een letter aan het digitale papier heb toevertrouwd. Het uitslapen, het bekijken van de uitslagen en de kleine huishoudelijke klusjes duren altijd langer dan gepland. Gezien het totale gebrek aan activiteiten is dit echter geen enkel probleem. Ik heb namelijk toch niet veel anders te doen.
Vandaag heeft de regering alhier verklaart dat het huidige pakket aan maatregelen geldt tot en met 31 augustus. Gelukkig mag er vanaf woensdag weer tussen de verschillende staten gereisd worden. Hierdoor zijn (korte) vakanties naar de Noordwest- en Oostkust weer mogelijk.
Wel voel ik mij een beetje opgesloten want reizen naar het buitenland zit er nog steeds even niet in. De grenzen zijn nog steeds min of meer gesloten. Ik las ergens dat de regering kijkt naar de zogenaamde recovery index om mogelijk toestemming te geven om te reizen en terug te keren uit een bepaald land. Nederland stond gisteren 169e op deze lijst. Met een zeer slechte score.
De vaststelling van deze score is naar mijn smaak een beetje arbitrair maar als de regering deze lijst gaat aanhouden zit reizen naar Nederland er voorlopig niet in. En zelfs al zat het erin dan is het beleid nog altijd dat er bij terugkomst sprake dient te zijn van 14 dagen quarantaine. Echter niet thuis maar in een quarantaine hotel! Hetgeen betekent dat je op eigen kosten 14 dagen op een hotelkamer moet verblijven zonder eruit te kunnen. Dit zie ik niet echt zitten, los van het feit dat ook mijn werkgever hierover ook niet zal staan te springen. Kortom het wordt vermoedelijk een binnenlandse vakantie deze zomer. De Oostkust is prachtig dus dat is geen probleem. Binnenkort maar eens een mooi plekje uitzoeken en misschien eens duiklessen proberen.
Over grenzen die opengaan gesproken. Als ik het wel heb begrepen gaan de Belgische grenzen de komende week open. Fijn voor de wat Noordelijkere afdelingen die dan (langzaam) terug kunnen naar de vertrouwde vlieglijn. Al ben ik erg benieuwd wat Afdeling Oost-Nederland gaat doen. Blijft men nog langer op de Duitse lijn of gaat men nu al terug?
Voor mijn afdeling, Noord-Holland is het open gaan feitelijk een must. Tot heden vloog men driemaal Roosendaal en gezien het nieuwe Nationaal vliegprogramma waarin over twee weken de eerste vlucht in het kader van het Midfond programma geagendeerd staat past het concept vliegprogramma dat men op 4 juni presenteerde niet. Althans het zou betekenen dat de Noord Hollandse liefhebbers maar vier vluchten hebben om zich te klasseren voor het Nationaal Midfondkampioenschap.
http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2020/06/Nationaal-Vliegprogramma-216x300.jpg 216w" sizes="(max-width: 400px) 100vw, 400px" width="400" height="555">
Persoonlijk zou ik er niet zoveel moeite mee hebben gezien het bijzondere karakter van dit jaar. In dit kader begrijp ik ook de kritiek niet die er geuit wordt op het Nationale vliegprogramma. Dit door het nieuwe bestuur gepresenteerde programma zit als je het mij vraagt volstrekt logisch in elkaar. Daarnaast is het gezien de voorgeschiedenis gewoon al een soort wonder dat bijna iedere spelvorm nog een beetje aan bod komt. Alleen de echte Vitesse-specialisten komen er helaas voor deze mannen een beetje bekaaid af. Voor hen geen spel om kampioenschappen of de afdelingen moeten de jonge duivenvluchten openstellen voor de oude duiven en hiervoor een kampioenschap inrichten.
Echter als je de huidige situatie vergelijkt met die van twee weken geleden is er al zeer veel ten goede gekeerd. Toen was er nog geen sprake van vliegen om de punten en gek genoeg is nu dit wel weer mag het ook weer niet goed. Vooral de kritiek uit de Dagfond- en Overnachtfond-hoek kan ik slecht rijmen. Eindigen op 15 respectievelijk 22 augustus zou voor duiven die verduisterd zijn geweest geen enkel probleem moeten zijn. En iedereen kon dit jaar op zijn klompen aanvoelen dat het seizoen langer zou duren.
Zelf speelde ik overigens mijn weduwduivinnen tot en met half september op weduwschap. De pennenstand, zonder verduistering, vormde pas op de laatste twee vluchten een probleem. Duivinnen die het Dagfond-programma gevlogen hadden kenden die probleem overigens niet of nauwelijks. De inspanningen op de Dagfond vertraagden de rui al meer dan voldoende.
Ook de kritiek van de Overnachtfondmannen komt mij vreemd over. Nu ben ik geen specialist maar ook de opbouw in het overnachtfond programma kan ik best volgen. Het wordt simpelweg spelen in twee ploegen.
Vermoedelijk programmeren veel afdelingen nog een vlucht op 1 augustus en dit betekent dan dat de eerste ploeg drie keer gespeeld kan worden als de vluchten niet te lang en te zwaar zijn (op 11 juli, 1 augustus en 22 augustus). De tweede ploeg kent dan twee pittige vluchten St. Vincent (18 juni) en Dax (8 augustus). Iets voor de ervaren duiven en niet helemaal ideaal voor de Noordelijke liefhebbers gezien de enorme afstanden. Maar ten opzichte van twee weken geleden al heel veel beter dan niets.
En wellicht staat er op een van deze twee klassiekers een krachtige Zuidelijke wind en dan is er al helemaal niets aan de hand. In dat geval kunnen een paar echte klasbakken misschien zelfs gewoon gespeeld worden op de laatste vlucht vanuit Bergerac. Veertien dagen is wat kort maar er zijn gekkere capriolen met duiven uitgevoerd. Zeker wanneer de duiven op een van de vluchten de wind op de staart hebben.
Ook las ik veel “ach en wee” van een aantal nestspelers. Ook dit begrijp ik niet zo zeer. De nestspelers onder ons moeten de duiven gewoon nog even gescheiden houden of een weekje terugzetten op weduwschap. Voor tien dagen broeden op de Dagfond moet er dan ergens gekoppeld worden rond de 15e juni, oftewel in of na volgend weekeind. Voor de Overnachtfond is dit rond de 22e voor de eerste ploeg en een weekje later voor de tweede ploeg.
De vluchten van 6 juni.
Deze week werd in een aantal afdelingen weer gevlogen om de punten maar in een aantal afdelingen was het nog steeds om des Keizers baard. Dit neemt niet weg dat de afdelingen allemaal een redelijk goed verloop hadden. Dit laatste is meestal het geval wanneer er een W in de wind zit. Tenzij het te hard regent. Bij een Westelijke wind zijn de verliezen in de regel gering. Zo ook gisteren en dat was heel wat anders dan de week ervoor toen de O in de wind de dominante factor was.
Hoe bepalend de wind is op het verloop van de vlucht bleek deze week nog maar eens uit een tweetal GPS-tracks die door Ton Vertelman uit Hoogkarspel op Facebook geplaatst werden. Ton is een gekende overnachtfond-specialist die sinds dit jaar een aantal duiven heeft uitgerust met GPS-ringen. Dit levert opmerkelijke plaatjes op. Bijvoorbeeld de hier onderstaande tracks van een lapvlucht vanuit Lelystad. Ton stuurde mij deze enkele weken geleden kort nadat hij startte met zijn GPS-experiment.
http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2020/06/Track-Vertelman-lapvlucht-Lelystad-225x300.jpg 225w, /cache/remote_images/92df898da51970bb63af78ee475cd8a7.jpg 1536w" sizes="(max-width: 400px) 100vw, 400px" width="400" height="533">
Zoals gezegd speelde hij de duiven ook op twee afdelingsvluchten. Hieronder ziet u de track van vorige week toen een duif met een GPS ring werd ingemand voor de afdelingsvlucht vanuit Roosendaal. De wind blies uit richtingen tussen Noord- en Zuidoost. Niet helemaal verwonderlijk zaten de vroegste duiven toen in Zandvoort en pakte de hele kust formidabel. De track van de fondduif dat zelfs duiven met een lagere (basis)snelheid dezelfde route afleggen.
http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2020/06/Track-Vertelman-30-mei-300x227.jpg 300w" sizes="(max-width: 391px) 100vw, 391px" width="391" height="296">
Deze week blies de wind dus uit richtingen tussen Zuidwest en West hetgeen een heel ander pallet aan tracks opleverde. Ondanks dat het zware fondduiven zijn volgde een van de GPS-duiven (de blauwe) ook deze week weer exact dezelfde koers als die van de vroegste duiven in de afdeling. De vroegste duiven en de meeste duiven met een hoge snelheid zaten uiterst Oostelijk in de voorhand. De snelste twee vielen op Marken bij Piet Springer maar ook in Diemen zaten een aantal vroege duiven.
http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2020/06/Track-Vertelman-6-juni-287x300.jpg 287w, http://www.beekman-tilmans.nl/wp-content/uploads/2020/06/Track-Vertelman-6-juni-768x802.jpg 768w" sizes="(max-width: 919px) 100vw, 919px" width="919" height="960">
Op dit soort vluchtjes is het dus heel simpel. De mens wikt en de wind beschikt. Een wijsheid die iedere duivenmelker kent maar door de GPS-tracks nogmaals bevestigd wordt.
Als de wind goed staat moet je als duivenliefhebber natuurlijk nog wel even “oogsten”. Hierin onderscheiden de goede liefhebbers zich van de mindere. Als de wind goed staat zitten ze knalvroeg en pakken ze verschrikkelijk hard (zie bijvoorbeeld de uitslagen van Willem de Bruijn en Bas en Gerard Verkerk in Zuid-Holland). Als de wind verkeerd staat is het kunst “de broek heel te houden”, dat wil zeggen om dan toch nog één of meer tijdduiven te pakken. Ook hierin onderscheiden de goede liefhebbers zich van de mindere. Zij pakken meestal wel een duif als de wind niet helemaal goed staat.
NPO-ledenraad 2 juni.
Deze woensdag keek ik ook nog even terug naar de NPO-ledenraad van de dag ervoor. Omdat de meeste lezers hierin minder geïnteresseerd zijn zal ik mij beperken tot een beperkt aantal zaken dat mij opviel.
Ten eerste was daar de geringe onderlinge afstand. De 1.5 meter werd nauwelijks in achtgenomen. Ten tweede was daar de moeizame decharge voor het gevoerde financiële beleid. De FBCC was niet echt te spreken over de transparantie en dit werd ook aangestipt door een enkele kiesman in de zaal. Ten derde was er de introductie door de nieuwe voorzitter, Ben Geerink. Ik kan mijn vergissen maar uit zijn beperkte woorden sprak meer warmte en gevoel dan we de laatste jaren mochten voelen. Het leek er overigens op dat hij mijn weekstuk goed bestudeerd had want hij gebruikte nagenoeg dezelfde woorden. Ten vierde was daar de bestuursverkiezing. Ik zal wel een azijnzeiker zijn maar ik ben erg benieuwd wie de tegenstemmer en de blanco-stemmer(s) waren. Dit waren overigens zeer geringe aantallen maar toch. Ten vijfde was daar de veel besproken Gouden NPO-speld voor de vertrekkende voorzitter. Ik denk dat uit het uitreiken hiervan de onervarenheid van de resterende bestuurders van het oude bestuur sprak. Niet alleen waren de gebruikte woorden voor de uitreiking best scherp, misschien zelfs vilein, maar het is in de geschiedenis van de NPO voor zover ik weet nog niet voorgekomen dat een feitelijk weggestuurde voorzitter (met een aangenomen motie van wantrouwen) toch de Gouden Speld kreeg. Het erodeert de waarde van de Gouden Speld een beetje want de vertrekkende voorzitter kreeg hem ondanks de vele kritiek op zijn functioneren en ook wel op een zeer jonge leeftijd (wellicht de jongste ooit). Na bovendien een relatief zeer korte carrière in de frontlinie. Er zijn vele bestuurders geweest die deze speld niet kregen maar veel meer jaren de sport dienden en meer verdiensten hadden voor de sport.
Tenslotte was daar het glas Champagne “om te toosten op de duivensport”. Ik ben misschien een te groot calvinist maar dit kwam in mijn ogen een beetje misplaatst over. Vooral omdat de toost werd uitgebracht door de vertrekkende voorzitter. Het had misschien nog net gekund als de nieuwe voorzitter het glas had geheven. Nu zag het er allemaal een beetje geforceerd uit en toonde het naar mijn bescheiden mening nogmaals aan hoe gering het inlevingsvermogen van het oude bestuur was.
OP EIGEN HONK
Hier valt al weken niet veel zinnigs te melden. Al hoorde ik zojuist dat de Controlled Movement Control Order (CMCO) vanaf woensdag 10 juni ingeruild zal worden voor de Recovery Movement Control Order (RMCO) wat dat ook mag betekenen.
We gaan het meemaken.
Tot een volgende keer,
Michel