Maarten Hakvoort
- zondag 01 september 2019
Soms moeten organisatoren geduld hebben als een benedictijner als het gaat over het zo goed mogelijk kunnen lossen van de duiven. Dit geld in zekere zin ook voor de duivenliefhebbers die zijn favorieten heeft ingemand en ze graag zo snel en goed mogelijk thuis ziet komen. Vooral dit jaar is het een heel moeilijk jaar geweest voor de diverse organiserende instanties van de internationale fondvluchten om alles zo goed te laten verlopen. Bepaalde omstandigheden heeft men nu eenmaal niet in de hand, maar men kan er wel rekening mee houden. Weersomstandigheden welke soms extreem waren noopten ook de begeleiders extra werk te steken in het goed verzorgen van de duiven op de losplaats vooral tijdens de dagen dat de duiven moesten overstaan. Doch geduld maakte het toch mogelijk om het verloop van de vluchten, al waren er vluchten waarbij het zwaar werd, redelijk tot goed te laten verlopen en van grote verliezen te kunnen beperken. Fondvluchten hebben nu eenmaal een karakter van een zware vlucht, vaak bestreden onder wisselende en harde omstandigheden. Al met al mogen de organisaties terugblikken op een geslaagd ZLU-seizoen. Het had slechter gekund. Als de winnaars en kampioenen komende winter gehuldigd worden maken de meesten alweer plannen om in het nieuwe seizoen er weer bij te gaan horen.
De laatste ZLU vlucht Perpignan, georganiseerd door de Belgische verstandhouding, moest op de losdag op vrijdag 30 juli rekening houden met een hevige mistral in het Rhônevallei en de voorspelde regen over de gehele vluchtlijn. Het werd dus uitstellen naar zaterdag. Gelukkig was het toen beter en op de losplaats mooi tot zeer mooi en over de vluchtlijn stond een kalme tot matige noordwestelijke tot noordoostelijke wind. Gelost kon worden om 7.30 uur.
Aan de start van internationaal Perpignan kwamen 12.739 duiven, en de drie grootse inzetters waren Nederland met 4.287 duiven, België met 3.911 duiven en Frankrijk met 3.542 duiven. Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Luxenburg brachten 1025 duiven in de manden. Gezien het westelijke in de wind zou men de eerste duiven in Frankrijk meer in het midden van het land gaan verwachten, doch het aankomstbeeld bleek westelijk te liggen. De eerste melding kwam van P. en J. Cholet uit Auvillars aan de westkust ten zuiden van Le Havre. Zij klokten om 19.48 op een afstand van 769 km en gaf een snelheid van 1041 m/min. In Frankrijk arriveerden op de losdag een 40-tal duiven en bleef Cholet de snelste hiervan. In België arriveerde slecht een duif op zaterdag en wel bij G. & M. Regnier in Pesche (ten oosten van losplaats Chimay). Regnier klokte om 21.39 op een afstand van 834 km en dit gaf een snelheid van 982 m/min. De volgende ochtend klokte John Debaene uit Knesselare (tussen Gent en Brugge) om 5.41 uur op een afstand van 950 km en voor hem zou het zowel nationaal als internationaal de overwinning betekenen aan een snelheid van 1061 m/min.
Nederland moest wachten tot de volgende ochtend. Helaas liet het meldsysteem zich van een slechte kant zien en waren de verschenen meldingen soms verwarrend. Gelukkig kon men het verhelpen en uiteindelijk zouden Will Beckers en Fienny Willems uit Sittard nationaal gaan winnen. Zij klokten hun “Perpignan” om 6.48 uur op een afstand van 959 km. Dit zou dan een winnende snelheid betekenen van 998 m/min.
Will en Fienny hadden 12 weduwnaars mee. Will was reeds om 5.30 present want hij had op de melding site van PIPA de eerste aankomsten gevold en een kleine rekensom gaf aan dat hij even na zessen zou moeten klokken om vroeg te zitten. Gezien zijn gezondheid had Will plaats genomen in de keuken en kon via camera’s de kleppen van de hokken in de gaten houden. Plots zag hij een schim naar het hok vliegen en ja hoor de “Perpignan” was present. Alleen duurde het even voor hij goed op de meldlijst stond. Nu was het nog wachten of liefhebbers in de achtervlucht nog snellere duiven zouden klokken. Doch dit bleef uit en Will en Fienny konden gaan genieten van een nationale overwinning. Verder klokten ze nog om 9.44 -10.09 (deze drie duiven vlogen ook prijs op Barcelona) verder om 11.23 en 11.45. Al snel begon de telefoon te rinkelen en kwamen de eerste felicitaties kwamen al binnen. ’s Avonds werd hij nog gehuldigd in inzetlokaal in Beek.
The “Perpignan”
Deze blauwe weduwnaar met ringnummer Nl16-1776186 zorgde voor zijn bazen een onvergetelijke dag. Ze mochten meemaken wat het betekent om een dergelijke prestatie te behalen. Dit jaar vloog hij op Barcelona de 222e Nat. (4.129 d) In 2018 werd hij 214e Nat. Perpignan (3.778 d) en als jaarling de 443ste Nat Agen (5.930 d) en om de eerste week van Augustus te zegevieren op Perpignan tegen (4287 d). Zijn vader is “Zoon Maximus” en werd door Will en zoon Chris aangekocht bij Chris van de Velde. “Maximus” won o.a. 8ste Nat Dax ZLU, 107de Nat Perpignan enz. en was 1ste Asduif Perpignan over drie jaar in 2009. En zat gekoppeld aan “Dochter Cheeta”. “Cheeta” won o.a. 1e Nat Barcelona ’03 tegen 3915 d. Moeder van de “Perpignan” is de “400” van ’11 en is een halfzus van de “Spirit” welk o.a. een 3e Nat Perpignan vloog in ’10 (5409 d) en 57e Nat Barcelona ’11 tegen 7.044 d). Zij stamt uit “de New Hope” van Chris van der Velden (lijn Cheeta”) welke gekoppeld stond tegen “Esprit” het kweekmoedertje van Will en Fienny. Zij stamt uit het verder vermelde soort.
Vanaf begin juli werd hij op weduwschap gezet en dit was zijn eerste vlucht hierop. Enkele uurtjes van tevoren had hij zijn duivin gekregen en het toegeworpen stro vond hij prettig en begon aanstonds er zijn schotel mee vol te slepen.
Duivensport en fondvluchten een passie
Amper 8 jaar oud zaten er op het ouderlijke woonhuis, eigenlijk café de Zon, in Kerkrade al enkele sierduiven. Via zijn peetoom Wiel Dohmen kreeg hij de eerste eitjes van postduiven en werd een gepassioneerd duivenmelker. Na getrouwd te zijn ging hij in de Kerkraadse wijk Terwinselen wonen en al snel stond er een duivenhok en hier ontstond ook de voorliefde voor de fondvluchten. Doch zijn levensloop kreeg een wending en verhuisde hij naar de Sittardse wijk Overhoven. Alle duiven die hij bezat werden in bis verkocht en de overgebleven duiven werden ondergebracht bij Fons van Ophuizen en Hub Keulers uit Heerlen. Op zijn nieuwe stek raadde Fienny hem aan om een hokje op zolder te bouwen en er zijn overgebleven duiven onder te brengen. Inmiddels is het zolderhok vervangen door diverse kleine hokken in de tuin. Voor de weduwnaars, max. 32 stuks, bezit hij twee hokken met samen drie afdelingen. Dan nog een hok voor een 40-tal jonge duiven en een hok met ren voor 12 kweekkoppels.
Bij de aanvang van zijn fond carrière was Will altijd gecharmeerd van de oude Steenbergse fondrassen en met name de van der Wegen duiven. Zijn start in Sittard maakte hij met de overgebleven duiven en hierbij zaten o.a. “De Aarden Kuif” van Ko van Dommelen uit St. Philipsland, duiven of beter gezegd eitjes gehaald bij Cees de Baat uit Steenbergen en verder bij Hans Eijerkamp en zonen uit Brummen het oude van der Wegen soort welke Hans Eijerkamp in de 70er jaren had aangeschaft bij Janus van de Wegen. Deze duiven waren de basis van zijn start in Sittard. Door de loop der jaren vulde hij deze duiven aan met duiven Wiel Cramers uit Grevenbricht welke hij kocht op diens totale verkoop. Dit waren de Theelen duiven. Van der Wegen duiven kwamen ook van Ton Meuffels uit Einighausen (Sittard). Verder nog een doffer “De Superkweker” bij Jean Hausoul uit Epen en een dochter van de “Perpignan” van Graad Haas uit Sittard. Ook zoon Chris was al van jong af bezeten van duiven en op zijn huidige woonplaats in Lelystad heeft hij een hok staan en ruilt vaker duiven met vader Will. Via Chris komen er afstammelingen van de beste lijnen van het soort van Chris van der Velden uit Zuid-Beijerland) en Jelle Jellema uit Nijverdal. Will is heel voorzichtig met het inbrengen van nieuwe duiven in zijn ‘oude’ soort.
Spel en verzorging
Will heeft op de fondvluchten steeds gevlogen met weduwnaars maar afgelopen jaar wilde hij het proberen of het ook lukte om de duiven op diverse neststanden te spelen. Hij koppelde zijn 12 kweekkoppels en 32 speelkoppels op 1 maart en allen brachten een koppel jongen groot. Daarna werden ze gescheiden en op totaal weduwschap ingevlogen tot met de eerste dagfond vlucht. Daarna werden ze in groepen weer gekoppeld om ze op een uitgekozen vlucht op een neststand te hebben. Achteraf gezien was hij niet geheel tevreden over de behaalde prestaties met de op nest gespeelde duiven zoals hij had gehoopt. Barcelona was redelijk met 5 behaalde prijzen van de 17 ingemande, maar toch…
Begin juli stopte hij met het nestspel en zette de doffers op weduwschap. 12 doffers gingen mee op Perpignan met bekend resultaat. Gezien Will al vele jaren sukkelt met zijn gezondheid en de duivenhokken moet mijden neemt Fienny de laatste jaren de honneurs op het duivenhok waar. Twee keer daags verzorgt zij de duiven en laat ze trainen. Eenmaal daags worden de hokken gronding gereinigd door Fienny. Zonder haar zou Will de duivensport, waar hij zo aangehecht is, niet mogelijk zijn. Will zorgt voor de administratie en planningen en overlegt samen met Fienny wat er die dag moet worden gedaan. Van de fa. Simons en Znn ontvangt hij de diverse mengelingen (eigen merk Simons en Beyers) en mengt deze samen. Er wordt volle bak gevoerd met dien verstande dat alles op moet. Tovo, pinda’s en snoep- en wildzaden geven ze de laatste 10 dagen voor het inkorven. Medische gezien houdt hij het simpel. Tijdens het broeden een geelkuur en tijdens het vliegseizoen de dag na de vlucht BS en indien nodig ook iets voor de luchtwegen. Hiervoor worden ook de producten van Belgica de Weerd gebruikt.
Tenslotte
Will heeft maar dan 20 jaar met veel plezier en inzet voor de Limburgse liefhebbers een internetsite “Fondduiven” onder een stichting, opgericht en onderhouden. Hierop werden de uitslagen van alle Limburgse samenspelen geplaatst. Werden er kampioenschappen ingericht en vervlogen en in de winterdag werden de kampioenen gehuldigd. Reportages van de vluchtwinnaars en kampioenen regelmatig toegevoegd. Een site met heel veel informatie voor de liefhebbers.
Zijn gezondheid noopte hem helaas hiermee te stoppen. Het deed pijn aan zijn hart, doch kon het gelukkig overdragen aan Melanie Simons zodat zijn levenswerk niet verloren zou gaan. Nu kan hij met zijn Fienny met meer rust en genoegen verder van de duivensport gaan genieten. De nationale overwinning op Perpignan is er het begin van.
Will en Fienny proficiat.