Jos Nijman
- zaterdag 25 september 2021
DUIVENSPORT, NOG STEEDS SPRINGLEVEND
Duivensport bestaat al sinds het begin van de 20e eeuw in Nederland, met een onderbreking tijdens de Tweede Wereldoorlog. Momenteel zijn er bijna 15.000 leden die in 535 verenigingen met de duivensport bezig zijn.
De duivensport of -sporter op één manier beschrijven is haast niet mogelijk, ze gaan van heel jong (met zeven jaar mag je zelfstandig spelen, ben je jonger, dan mag je dat samen met een ouder iemand doen) tot ver in de 90 of nog ouder. Sommige liefhebbers gaat het puur om het gezelschap en het verzorgen, anderen hebben hun focus op het meedoen aan wedvluchten en weer anderen zijn vooral commercieel actief in de sport. Of een combinatie ervan.
De “duivenmelker” vind je overal, van het zuidelijkste puntje van Limburg tot op de Waddeneilanden. In de stad en op het platteland, in kleine hokjes met een paar duiven tot megahokken met duizenden duiven.
Een duivensporter is ook niet persé een oudere man die al met pensioen is, zeker niet. Ook jongeren hebben duiven, mensen met een drukke baan komen in het duivenhok juist tot rust. Ook de dames waren al vertegenwoordigd, maar sinds er een Ladies League is, hebben nog meer dames de weg naar het hok gevonden en strijden zij met elkaar om mooie prijzen.
Waarom duivensport?
Zoals gezegd is de duivensport een veelzijdige hobby, ga je voor het gezelschap en het verzorgen kan heerlijk ontspannend zijn. Ga je voor het resultaat, het winnen van wedstrijden, dan is het juist wel spannend om in de tuin te wachten tot je duiven thuis komen en direct online te kunnen zien of je “vroeg zit” (of je duiven eerder binnen zijn dan de anderen. Maar behalve competities ontstaan er ook veel vriendschappen in de duivensport, sport verbroedert. Liefhebbers wisselen onderling duiven uit, vergelijken de resultaten, geven elkaar tips en kunnen uren over hun duiven “melken”.
En omdat het een internationale sport is, kun je er ook in het buitenland nog kennissen op doen.
Verder zijn er kampioenschappen in de vereniging, in samenspelen (groepen verenigingen), afdelingen, nationaal en internationaal. Ook kun je kiezen op welke afstanden je mee wilt doen en is er onderscheid tussen jeugdleden en volwassen leden in de kampioenschappen. Dus heeft iedereen een kans om bovenin de uitslagenlijst te komen.
Van april tot en met september worden er vluchten georganiseerd, waaraan je kunt deelnemen.
Van oktober tot april is het winterseizoen. Vaak vinden dan de vergaderingen plaats, zijn er tentoonstellingen en kampioenenhuldigingen en organiseren sommige verenigingen activiteiten naast de duivensport.
Hoe gaat het in zijn werk?
Als postduiven rond gaan vliegen, leren ze de omgeving van hun hok goed kennen. Ze gaan steeds iets verder. Zodra ze er klaar voor zijn, laat de duivenhouder ze wat verder van huis weg los en deze afstand wordt steeds iets opgevoerd totdat ze klaar zijn voor hun eerste wedstrijd. Wat postduiven zo bijzonder maakt, is dat ze steeds terug naar hun hok vliegen, hoe ze dat doen staat nog steeds niet vast, maar vermoed wordt dat dit met de stand van de zon te maken heeft, met het magnetisch veld van de aarde en vlak bij huis gaan ze wegen en gebouwen herkennen.
Bij wedstrijden wordt een duif “ingemand” dat houdt in dat hij met andere duiven in grote manden wordt verzameld. Met een vrachtwagen worden ze naar een losplaats gebracht waar ze tegelijk worden losgelaten. Van zowel de losplaats als het adres van de eigenaar zijn de coördinaten bekend. Als de duif thuis komt, wordt deze tijd geregistreerd. Er wordt vervolgens een uitslag gemaakt, waarbij de afstand in meters per minuut wordt weergegeven.
De snelste duif allertijden heet Caballero, hij vloog in 2019 wel met 2384 meter per minuut, omgerekend is dat ongeveer143 kilometer per uur!
Er wordt gelost in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en zelfs in Spanje, postduiven kunnen dus grote afstanden afleggen.
Is duivensport ouderwets?
Welnee. Ook de duivensport gaat met de tijd mee. Waar men vroeger in de tuin moest wachten of met een blikje moest rammelen, de duif vangen en het wedstrijdringetje in een klok moest stoppen en daarna naar de vereniging moest, gaat dit nu een stuk makkelijker. De duif heeft een ringetje met een chip, voor de ingang van het hok ligt een matje en zodra de duif het hok invliegt wordt deze geregistreerd op een elektronische klok. Thuis blijven om je duiven op te wachten is dus niet meer nodig, al is het natuurlijk wel spannender. En gezellig als je dat met een aantal vrienden doet.
Wachten bij de brievenbus op je papieren uitslag is ook niet meer nodig, ze zijn vaak live te volgen op internet.
Als organisatie blijven we bezig om de sport te vernieuwen, maar proberen we wel het gevoel van de duivensport vast te houden. Het is immers Cultureel Erfgoed en daar moet je zuinig op zijn.
Een aantal vernieuwingen van de laatste jaren zijn:
• De Ladies League, een competitie waarin de dames tegen elkaar spelen.
• Een online omgeving, waar liefhebbers zelf hun duivenzaken kunnen regelen (overdracht van duiven bijvoorbeeld)
• GPS ringen: duiven worden uitgerust met een GPS-ring om, waarmee ze te volgen zijn. Een voorbeeld is een initiatief van Tijs van der Hulst wiens duif Mathieu op Strava zijn eigen account heeft (en waar je kunt zien hoe zijn vliegroutes lopen en hoe lang hij erover doet).
• Grand Prix vluchten: sinds dit jaar zijn er acht aansprekende Grand Prix vluchten, waaraan door alle afdelingen wordt deelgenomen.
• NPO-Cloud, waar de gegevens van duiven, liefhebbers en wedstrijden samen komen, waardoor nog sneller uitslagen bekend kunnen worden en we ook voldoen aan internationale regelgeving.
• De Pluim, een digitale ideeënbus om de duivensport mooier en beter te maken.
Ben je nieuwsgierig geworden?
Online kun je leuke filmpjes over de sport (en de nieuwe Grand Prix vluchten) vinden via het YouTube kanaal van PigeonPixels (https://www.youtube.com/c/PigeonPixels/playlists).
Voor meer informatie over de sport kun je terecht op de site van de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie www.duivensportbond.nl of gewoon even langsgaan bij of bellen met bij je plaatselijke vereniging:
*** deze publicatie is niet door mij geschreven, maar ik vond 'm wel de moeite waard om op deze manier onder de aandacht te brengen, ik ga ervan uit dat de NPO er alleen maar blij van wordt als 'ie massaal wordt gedeeld ***