Gerard Dekker
- donderdag 08 augustus 2024
In deze serie columns spreek ik met liefhebbers die in dubio staan om wel of niet door te gaan met de duivensport. Waarom worstelen ze met dit dilemma en wat zijn hun beweegredenen om de knop vooralsnog toch niet om te draaien? Wellicht hebben ze tips voor liefhebbers die met dezelfde omstandigheden te maken hebben, om hun geliefde hobby te kunnen blijven beoefenen. Deze keer bezocht ik de 45 jarige Roland Echten uit Zuidwolde. Roland, die met duiven is opgegroeid, begon vanaf zijn 11e jaar interesse in de duiven van zijn vader te krijgen. Tot 2015 vloog hij in combinatie met zijn vader. En inmiddels is Roland zo’n kleine 6 jaar zelfstandig actief in de duivensport.
Samen met zijn vader zijn er in het verleden mooie successen behaald waaronder diverse teletekst noteringen en kampioenschappen op de marathons. Maar de mooiste ervaringen zijn toch die van afgelopen jaar van St Vincent en Perigueux. Op St Vincent klokte Roland op een afstand van 1154 kilometer om 05.16 uur in de vroege ochtend zijn driejarige lichtkrasdoffer de 660. Deze heeft de hele nacht doorgevlogen, wat resulteerde in de 1e plaats in afdeling 10 tegen 417 duiven en de 3e plaats nationaal in sector 4 tegen 1081 duiven. Van het gehele concours tegen 10.326 duiven betekende dit de 38e plaats. Hiermee was het de vroegste duif met de verste afstand. Wat het voor Ronald extra mooi maakte is dat deze doffer ook al 2 x de schoonste doffer van de tentoonstelling in de club is geweest. Dus mooi en goed gaan samen bij deze duif. Een andere mooie ervaring van dit seizoen was de thuiskomst van zijn 381 ‘s avonds om 21.39 uur van de ochtendlossing vanuit Perigueux. Deze vloog daarmee de 11e nationaal op een afstand van 934 kilometer tegen 3313 duiven. Roland; “Ik ben een groot liefhebber van ochtendlossingen. Helaas hebben we die hier in het noorden niet veel. De spanning van wel of niet een duif door krijgen en er dan uiteindelijk toch eentje draaien op zo’n afstand. Dat vind ik supermooi!!”
Roland geniet het meeste van de verzorging en de omgang van en met zijn duiven. Gevraagd naar waarom hij al meerdere malen op het punt heeft gestaan om te stoppen met de duivensport, geeft hij aan dat dit vooral te maken heeft met het gebonden zijn en de vele verplichtingen die aan het spelen met de duiven zijn verbonden. Roland; “Duivensport is soms moeilijk te combineren met mijn werk als buschauffeur (onregelmatige diensten) en mijn andere interesses/hobby's. Dit jaar heb ik daarom ook geen jongen gekweekt. Dat werd mij allemaal net iets te veel. Behalve gek op duiven, ben ik ook gek op muziek. Ik speel zelf ook gitaar en vind het daarnaast leuk om met regelmaat naar een concert, festival en muziekoptredens te gaan. Ook sport ik graag. Ik vind het belangrijk om sterk, vitaal en gezond te blijven. Ik doe aan crossfit, hardlopen en badminton.”
Nu het dit jaar zo goed gaat op de marathons geeft dit Roland uiteraard weer nieuwe energie om er met de duiven een schepje bovenop te doen. Roland; “Duivensport is en blijft natuurlijk een mooie bijzondere hobby!! En een hokje met mooie/goede duiven wegdoen is hartstikke zonde en vind ik moeilijk om over mijn hart te verkrijgen. Dat gaat dan vooralsnog ook niet gebeuren. Ik probeer naar manieren te zoeken om door te gaan, maar het blijft lastig en is een hele uitdaging. Maar sowieso kweek ik volgend jaar weer jonge duiven. Het zou ook mooi zijn als ik met iemand in combinatie zou kunnen vliegen. Je hebt dan meer vrijheid, voor een weekendje weg of een vakantie en kunt toch je plezier behouden in de duivensport.”
De oorzaak waarom Roland heeft overwogen om met de duivensport te stoppen is feitelijk dezelfde als die van Ben Snijder vorig jaar. Dit betreft de factor tijd. Duivensport is een tijdrovende hobby, zeker als je nog in het arbeidsproces zit en naast de duivensport ook andere verplichtingen en interesses hebt. Ik zie dat ook bij andere jongere liefhebbers veelal met een gezin en opgroeiende kinderen. Een combinatie vormen en de taken verdelen zou voor velen van hen een goede oplossing zijn. Ook Roland gaf aan dit voor hem wel een optie is. Roland; “Volledige toewijding voor onze sport is een kwaliteit. Ik heb respect voor hen die deze kwaliteit bezitten en het op kunnen brengen om zoveel tijd en energie in hun duiven te stoppen. Ik vind dat zelf moeilijk en heb daarom ook bewust voor de marathon gekozen. Zodoende hoef ik uiteindelijk de focus alleen maar op een paar vluchten per jaar te leggen. Want wil je goed presteren moet je veel tijd in de verzorging van je duiven steken. Duiven die veel aandacht krijgen presteren beter dan wanneer je nauwelijks tijd voor ze hebt. Zo moeten ze in staat worden gesteld om goed en voldoende trainen voor de vlucht. Daarnaast moeten ze tot in de puntjes worden verzorgd. Het mag ze aan niets ontbreken. Dat laatste is bij mij ook zeker niet het geval. Ik bezuinig absoluut niet op goed voer en ze krijgen met regelmaat vers grit en verschillende soorten mineralen. De medische begeleiding bestaat alleen uit de verplichte entingen en af en toe een geelkuur. Wanneer ze iets zouden mankeren zou ik uiteraard wel naar een dierenarts gaan.”
Het duivenmelkersvirus is hardnekkig en er wordt vaak gezegd, dat wie er eenmaal mee besmet is, er nooit meer van afkomt. Ik denk en hoop dat dit ook voor Roland zal gelden. Mijn inziens moet de duivensport het van zulke relatief jonge knapen hebben. Zij zijn nog bezig met de toekomst, terwijl de gemiddelde duivensporter van 70 jaar en ouder zich daar niet of nauwelijks meer mee bezig houdt. Ik vroeg Roland hoe hij hier tegenaan kijkt. Roland; “Ik denk dat als we de duivensport willen behouden voor de toekomst, we ons het beste kunnen richten op de leeftijdscategorie van 30/40 jaar. Onze vereniging heeft er de afgelopen 3 jaar een paar nieuwe liefhebbers uit die leeftijdscategorie bijgekregen. Die worden bij ons goed opgevangen en gecoacht. Met als gevolg dat zij nu al mooie resultaten boeken. De club vaart wel bij deze jonge, vitale en enthousiaste nieuwelingen. Ze hebben een positieve mind-set en zitten vol ideeën. Activiteiten om nieuwe leden voor de duivensport te werven zullen daarnaast ook gericht moeten zijn op mensen die al affiniteit met dieren en de natuur hebben. Die zijn gemakkelijker over te halen om een paar duiven bij huis te nemen. Al zou dat in eerste instantie alleen maar hobbymatig zijn, zijn dat toch potentiële duivenmelkers als ze met de postduivensport in contact komen.”
Tot slot geeft Roland aan dat begeleiding van beginnende duivenliefhebbers naar zijn mening van groot belang is. "Zelfs goede ervaren duivencoaches maken nog regelmatig fouten. En wie het allemaal wel weet in de duivensport? Zeg het maar! Maar dat houdt het natuurlijk ook interessant en verrassend.”