Gerard Dekker
- woensdag 10 juli 2024
Vooral tijdens het vliegseizoen hebben we vaak oogkleppen op. Presteren ten koste van alles is vaak de standaard. Te weinig aandacht is er voor opbouw van gezondheid, weerstand en immuniteit. Gelukkig zien we dat dit laatste meer en meer terrein wint. Wellicht is dit een niet zo spectaculair onderwerp. Het zal echter in de nabije toekomst ongelofelijk belangrijk gaan worden voor ons allemaal.
In deel 1 is een globaal overzicht gegeven over opbouw van weerstand. Ik wil nu wat dieper op het onderwerp ingaan en ook oplossingen aandragen. We hebben het gehad over voedingsstoffen en de werking van het lichaam in het algemeen. Vooral de darmfunctie werd in deel 1 uitgebreid belicht. Het is van het grootste belang dat alle voedingsstoffen ook optimaal benut worden om hun werk goed te kunnen doen en om zodoende die hogere weerstand te bereiken. We laten het allemaal weer even de revue passeren.
Het immuunsysteem:
Onderdelen die aan de weerstandopbouw werken zijn: de Thymus ( zwezerik in de hersenen), de milt, het lymfesysteem, het beenmerg, de witte bloedcellen, de antistoffen, de hormonen en de darmflora. Deze club werkt allemaal heel goed samen. Ieder heeft zijn eigen taak en samen zijn ze sterk. Hun doel is om indringers te herkennen, te weren en te doden.
Oorlog.
Het is eigenlijk net oorlog. Spionnen met hun webcams bevinden zich in de darm ( M-cellen) Als die de vijand vinden worden een aantal ervan door de M-cellen gearresteerd en door mijnenvegers (macrofagen) vernietigd. De mijnenvegers bellen met de generaals (cytokinen) , die vervolgens hun kapiteins en luitenanten ( B- en T cellen) doorseinen , dat er oorlog op komst is. Die regelen vrachtauto´s, waarmee de soldaten naar het front worden gestuurd. Bij het front aangekomen, krijgen de soldaten (immunoglobulinen of antilichamen) de opdracht om te vechten. Het front is de darmvilli. De soldaten hebben 2 geweren, zodat ze er Y vormig uitzien. Ze hebben geen verstand en geen gevoel. Ze doen gewoon waarvoor ze er zijn: de vijand doden. Dat is in het kort heel simplistisch de werking van het immuunsysteem. Meestal merk je er niets van als het “oorlog” is. Alleen als er heel veel virussen of bacteriën zijn die de overhand krijgen. Dan moeten er eerst meer soldaten worden opgetrommeld om ze de baas te worden. Dan worden we dus wel eerst ziek. Zo is het ook bij onze duiven.
De darmflora.
Om het simplistisch uit te drukken, kunnen we de darm zien als een zeef, die steeds open en dicht gaat. Bij een goede darmwerking gaat de zeef vaak en heel ver open en dicht. Zo worden zowel de gemakkelijk opneembare stoffen als ook de moeilijk opneembare delen via deze darmwand in het bloed opgenomen. Alleen wanneer de peristaltiek (darmwerking) niet goed is, neemt hij alleen maar de makkelijke stoffen op. Makkelijk opneembare stoffen zijn altijd de eiwitten. De grofstoffelijke delen kan de darm dan niet opnemen. Dan hebben we dus een probleem. Het is heel belangrijk, dat de dunne darm zijn taak goed uitvoert. De dikke darm kan dan de lichaamseigen stoffen in de bloedbaan brengen, zonder dat er toxines en andere gifstoffen in de bloedbaan komen. Die dunne darm kan alleen zijn werk goed doen, als alle darmbacteriën hun taak uitvoeren. (in de dunne darm worden de lichaamsvreemde stoffen verteerd die worden afgegeven aan de lever).
De dikke darm zorgt voor vochtonttrekking waardoor de mest zijn typische vorm krijgt.
De voedingsstoffen die door de darmwand van de dikke darm aan het bloed worden afgegeven zijn voornamelijk lichaameigen stoffen. Dit zijn stoffen die het lichaam zelf kan aanmaken. De darmwand van de dikke darm geeft de voedingsstoffen af aan de bloedbaan. Zo komen ze direct in de spieren terecht.
Hoe werken de organen?
De lever zorgt voor aanmaak van gal, speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering van eiwitten, vetten en koolhydraten, vormt bloedeiwitten en ontgift verschillende, voor het lichaam schadelijke stoffen. De nieren hebben een zuiverende werking. Schone delen mogen terug de bloedbaan in, afvalstoffen worden uitgescheiden. Hart en spieren: Het hart is de grote pomp die zorgt dat het bloed op alle plaatsen in het lichaam komt. De spieren krijgen voedingsstoffen en zuurstof via het bloed.
Vetten.
De vetten vormen ook een belangrijk onderdeel bij het immuunsysteem. Als er een goede balans is tussen de Omega 3 en 6, zal dat het immuunsysteem sterker maken, Als dat uit balans is zal dat ontstekingen in de darmen en in de luchtwegen in de hand werken. Het voeren van een voer met de juiste balans (2 delen omega 6 en 1 deel omega 3) zal dus helpen bij het ontwikkelen van een sterk afweersysteem bij de duiven. Veel voersoorten hebben echter een onbalans van 20 : 1 tot 30 : 1 of erger nog. Veel te veel Omega 6 dus, zodat het immuunsysteem kan verzwakken.
De oplossing: voer in dat geval 2 gram snoepzaad per duif bij. In het snoepzaad moet dan wel veel hennep, lijnzaad, koolzaad of raapzaad zitten. Dan kom je al een heel stuk in de goede richting.
Lecithine.
De duif heeft geen galblaas en kan daarom niet alle vetten uit erg vetrijk voer opslaan. Lecithine is een emulgator. Dat wil zeggen, dat het vet met water kan verbinden. Deze stof kan wel grotere percentages vet in duivenvoer opnemen. Lecithine zorgt er ook voor, dat vetdeeltjes in de lever en het bloed verkleind worden, waardoor de bloedcirculatie wordt bevorderd.
Lecithine bevat een groot aantal vitamines en vergelijkbare stoffen, één ervan is Choline. Choline heeft verschillende belangrijke functies in het organisme en komt voor in verschillende vormen. Zo zorgt phosphatidylcholine (PC) voor het vettransport en voorkomt zo leververvetting. Acethylcholine (AC) zorgt voor de impulsen van de zenuwen en reguleert bovendien de spieren. Bij grote inspanning is de behoefte aan AC groot. Indien gedurende de inspanning niet voldoende AC ter beschikking is, neemt het prestatievermogen van de duif af.
Lecithine is goed voor hart en bloedvaten, hersenen, zenuwstelsel en geheugen. Bovendien biedt het bescherming tegen giftige stoffen en heeft het een positieve uitwerking op de gal en lever.
De oplossing: op de momenten dat u erg vetrijk voert, geef dan wat olie met lecithine (minimaal 30%) over het voer. Niet over al het voer, maar over een klein deel ervan. Als de duiven dat op hebben, geef je ze de rest van het voer. Zo eten de duiven genoeg voer.
Mineralen en sporenelementen.
Mineralen, (zoals calcium, magnesium en fosfor) kunnen net als sporenelementen natuurlijk of chemisch zijn samengesteld. Chemisch samengestelde producten hebben wel een opbouwende, maar geen reinigende werking in het lichaam. Ook deze stoffen moeten we opneembaar maken voor het lichaam. Alleen dan kunnen ze hun taak optimaal doen en kan er weerstand worden opgebouwd. Plantenextracten uit veengebieden, die duizenden jaren geleden zijn afgestorven, hebben b.v. natuurlijke mineralen en sporenelementen. Daarnaast hebben ze een opbouwende en een reinigende werking. Dat is dus perfect. Ook in leem zitten vele natuurlijke mineralen en sporenelementen. Wanneer duiven maar blijven spitten in de mineralenbak, eigen mest opvreten, gaan veldvliegen en dergelijke, is er altijd sprake van een tekort aan mineralen, sporenelementen of ruwe celstof. Let wel: er kunnen mineralen voldoende zijn op het hok, maar dan zijn de gezochte mineralen of niet aanwezig, of niet opneembaar. Als dat het geval is, weet u wat u te doen staat.
Giftige stoffen:
We kunnen natuurlijk niet steeds maar doorgaan met het belasten van de lever met antibiotica, mycotoxinen en aflatoxines ( afvalstoffen van schimmels) in het voer, chemische stoffen, toxisch werkende kruidenmengsels, bestrijdingsmiddelen op het voer, “boosten” enz. enz. Ergens houdt het op, de emmer is een keer vol. Maar ja…als er een paar duiven ziek zijn er de rest niet…….hup, antibiotica. Vooruit maar weer. Allemaal aan de kuur. Geen tijd om aan de lange termijn te werken. We willen direct resultaat. Maar wat dat met de weerstand doet… dat staat niet in ons systeem, althans bij veel liefhebbers niet.
Oplossingen kunnen zijn: na belasting Sedechol geven om de lever te ontlasten. Regelmatig veenconcentraat met “heelaarde” over het voer. Vooral bij de jonge duiven omdat die nog bezig zijn het immuunsysteem op te bouwen. Of leem in een potje op het hok zetten. Ook koolstof van steenkool of bruinkool helpen daarbij. Nadeel is dat het de vitamines wegneemt, als we er te veel van geven. Onderzoek, waaraan ik heb mogen meewerken, heeft jaren geleden al geleid tot een uitstekend product met koolstof uit zachte steenkool lagen. De hoeveelheid koolstof is aangepast om dit dagelijks te kunnen geven, zonder dat dit de opname van vitamines verstoord. Ik doel natuurlijk op de destijds ontwikkelde “Solution” met het juiste percentage FIR mineralen in de korrel. Toediening: 10% Solution toevoegen aan het voer in de vliegperiode en klaar ben je.
Vitamines.
We treffen nogal eens chemisch samengestelde vitamines in potjes en flesjes aan. Geëxpandeerde korrels bevatten meestal ook chemische, gecoate vitamines. Ook hier geldt weer: ze hebben wel een opbouwende, maar geen reinigende werking, zodat ze de lever belasten als we daar te scheutig mee zijn. Als het kan zou ik daarom liever kiezen voor de natuurlijke weg.
De oplossing: Goede provitamine A vinden we b.v. in wortels. Natuurlijke A en D vitamines zitten in levertraan. Visolie bevat ook veel D vitamines. Voor de E vitamines gaan we naar tarwekiemolie of maïskiemolie. Natuurlijke K vitamines vinden we in kruiden- en brandnetelthee. Hoogwaardige B vitamines bevinden zich onder andere in kruiden, zeewier, spirulina, biergist en bakkersgist. Vitamine C vinden we o.a. in fruit (zoals citroen) en groentes. Alleen de mens, de aap en de cavia kunnen zelf geen vitamine C aanmaken. Toch is het wel goed om in stressperiodes aan duiven wat Vitamine C (citroensap) te geven, want vitamine C verhoogt de weerstand.
Conclusie.
Kies voor de juiste voedingstoffen + een goed werkende darmflora. Als we aan deze voorwaarden voldoen, kunnen de duiven gezond zijn en hebben ze meer weerstand tegen ziektes. De kans, dat onze duiven ziek worden is dan een stuk kleiner geworden. Duiven die geen natuurlijke weerstand hebben: verwijderen van het hok en niet mee knoeien!! Met alleen een paar positief werkende darmbacteriën redden we het niet om meer weerstand op te bouwen. Daar is meer voor nodig. We moeten de voeders en supplementen compleet, natuurlijk en opneembaar maken. Dat geldt voor zowel de eiwitten en vetten als ook voor de mineralen, sporenelementen en vitamines. We moeten de organen weer het werk laten doen waar ze voor gemaakt zijn en hen niet onnodig belasten. Het één is verbonden met het ander. Pas als alles weer werkt zoals het hoort, zal de pruttelende “motor” weer op toeren komen. Mijns inziens is het veel beter en goedkoper hier wat geld aan te besteden, dan aan racepillen en andere fata-morgana’s.
Willem Mulder