- vrijdag 12 mei 2017
Ik was er een paar dagen van tussen geweest, iets wat ik vaker doe. Gewoon weg. Van de telefoon, de computer, reclamefolders, sommige mensen en... geloof het of niet: Ook de duiven. Of je dat als duivenmelker wel kan? Natuurlijk kun je dat. Het kan toch niet zo zijn dat jij en je gezin een heel jaar aan huis gekluisterd zijn door iets dat een hobby hoort te zijn? Je kunt het toch niet maken dat je kinderen of kleinkinderen later zeggen dat samen enkele dagen weg er voor hen nooit bij was omdat (bom)pa duiven had? De angst van sommigen dat de duiven jou en je verzorging niet even kunnen missen is ook ongegrond.
En als ik dan van huis ga moeten ‘zelfvullers’ en enkele drinkbakken mij doen vergeten. En nog nooit werd een duif ziek omdat die enkele dagen volle bak had of van hetzelfde water moest drinken. En poetsen? Daarmee heb ik het nooit nauw genomen.
POETSEN
Wat hygiëne betreft denk ik soms aan vluchten in een grijs verleden zoals La Souterraine in België en Sint Vincent in Nederland waarbij de duiven vier nachten of langer in de mand zaten vanwege slecht weer. Dat waren duiven allerhande. De goede bij de slechte, de gezonde bij de minder gezonde. Ze aten van hetzelfde voer en dronken van hetzelfde water. En zaten dagen lang in dezelfde troep en pikten granen uit dezelfde rotzooi. Na bijna een week mand kwamen ze terug, tot verbazing van de melkers prima gezond. Poetsverslaafden zouden eens in een mand moeten kijken waarin langere tijd duiven zaten opgesloten. Of in de winter een blik in de hokken werpen van kampioenen als Rik Hermans.
ANDERS
Waar ik naar toe was geweest? Duitsland. Een mooi land maar voor je er naar toe gaat neem je best vooraf innig afscheid van je dierbaren. De BMW‘s en Mercedessen vliegen je om de oren. Het Duitse wegennet is èèn groot racecircuit. De Duitser maakt van elk uitstapje een wedstrijd en je kent Duitsers. Die houden niet van verliezen. Niet op het voetbalveld en niet op de weg. Dat verklaart waarom zowat alles met enorme snelheid op de linker rijstrook rijdt, de lichten aan, claxonnerend en met de vinger naar het eigen voorhoofd wijzend alsof ze willen zeggen dat jij gek bent met je 140 kilometer per uur. Neem ook Rome. Wat een ongeorganiseerde bende. Het voetvolk bestaat er vooral uit Japanners en Chinezen, zonder uitzondering gewapend met camera. Rijden Duitsers nog gedisciplineerd daar geldt in het verkeer de wet van de jungle. Italianen rijden in hun vaak krakkemikkelige autootjes niet alleen als gekken, ook verkeersregels worden genegeerd. Ze passeren over trottoirs en voetpaden, parkeren waar plaats is, op stoplichten wordt niet gelet, op politie evenmin. Een Italiaan die zich aan de snelheid houdt wordt hoofdschuddend door de politie gadegeslagen. Wat ik wil zeggen? Mensen doen mensen na. Het zijn kuddedieren.
KUDDEDIEREN
- Duitsers rijden allemaal gedisciplineerd en hard.
- Een Japanner zonder camera? Ga er maar van uit dat die gestolen is.
- Italianen rijden allemaal even chaotisch.
- Belgen houden van veldrijden, Nederlanders van schaatsen. Ooit was ik in de Sint Pieter. Als op afspraak werd iedereen stil. Italianen schoven aan in de rij, Japanners maakten geen foto's, Amerikanen hadden ineens geen haast. Ik zag er ook een oud-leerling, destijds het enfant-terrible van de school. Maar hier werd ook hij stil, bestudeerde ook hij de fresco's en... stak de uitgekauwde kauwgom in zijn broekzak.
OOK DUIVEN
Met duiven is het niet anders. Ook die doen elkaar na, willen niet ‘uit de toon vallen’.
- Ze maken hun rondjes samen, niet een die 'tegen de stroom in' vliegt.
- Zo was er die Chateauroux jonge duiven van lang geleden. Ik had er 6 mee en tegen het donker arriveerden er 6 tegelijk. ‘Alles ineens' brulde een van de 'letters'. Mooi niet. Enkele vreemde waren mijn duiven achterna gevlogen.
- Een fraai voorbeeld van kuddegeest is ook het bad. Er zijn van die dagen dat ze daar allemaal in willen, dat heeft met gezondheid te maken en ook het weer. En wat zie je dan? De duiven die geen plaats hebben maken naast het bad dezelfde bewegingen als de badende duiven. De stomme dieren gaan ook op hun zij liggen, ze ploeteren en sperren de vleugels ook wijd open, precies als de badende duiven.
- Piepers die van het dak verloren gaan krijg je soms terug door oude los te laten. Ze zien die en volgen die, willen er bij zijn.
- Soms proef je dat bij duiven die van een vlucht overkomen er een van jou is. Hij wil 'vallen' maar de kuddegeest wint het. Hij vliegt vrolijk mee door. Nou ja vrolijk...
- Kortom, duiven trekken duiven aan. Al die liefhebbers die duiven opwachten met lokkers weten dat.
PROBLEEM
En omdat duiven graag bij elkaar blijven levert dat problemen op als we daar wedstrijden mee houden. Die worden immers SAMEN gelost maar worden niet geacht SAMEN te blijven! Omdat de hokken niet in elkaars verlengde liggen zullen ze een eigen koers moeten varen, de klad verlaten, maar velen durven dat niet goed aan. Op vliegdagen zie je ze dan ook in kleinere of grotere ‘kladden’ huiswaarts keren. En het is hier dat iets niet klopt. Die mogen niet meer samen zijn want die horen niet op hetzelfde hok en hun thuishokken staan niet in elkaars verlengde. Het kan niet anders of veel duiven in zo'n overkomende klad zitten verkeerd, houden niet de meest rechte lijn naar huis aan.
Dat doen enkel de leiders, de anderen, de overgrote meerderheid, zullen er af moeten en een kromming maken. Dat zijn de verliezers. Duiven die zich los spurtten uit de klad en die achter zich lieten zag ik nog nooit. Wel duiven die de klad lieten gaan. De eerste duiven, zij die het voortouw nemen en de richting bepalen, de rest op sleeptouw nemend, zijn de duiven die je moet hebben: Goede in vorm.
SNELHEID OF RICHTING KIEZEN?
Het resultaat van duivenwedstrijden, vooral op de snelheid, wordt mogelijk meer bepaald door richting kiezen dan snelheid maken. En de betere duiven hebben het kennelijk meer in zich de aangeboren kuddegeest te doorbreken. Het zijn de duiven die het snelst de losplaats verlaten en zich het snelst los maken van de andere. Hoe eerder dit gebeurt hoe beter. Het tegendeel is ook waar. Hoe later, hoe groter de kromming die ze zullen maken en hoe groter de afstand die ze moeten vliegen en dus hoe later de plaats op de uitslag. De vraag rijst of we iets kunnen doen die kuddegeest te helpen doorbreken. Ik meen van wel en kom er op terug.