- zondag 19 mei 2024
‘De een heeft ‘het’ en de ander leert het nooit’, hoor je wel eens.
Liefhebbers die ‘het’ hebben haal je er zo uit. Bijna vanaf hun start, of niet lang daarna presteerden ze al abnormaal goed.
Iemand die het in Nederland had en heeft is Verkerk, voor hij 30 was al een fenomeen in de meest uitdagende discipline: De eendaagse fond.
Het jonge duivenspel was aanvankelijk zijn Achillespees. ’Was’ dus want het duurde niet lang of ook in deze discipline begon hij uit te blinken.
Na weer eens een succesvolle jonge duivenvlucht kon je over Bas lezen dat hij niet met zijn jongen ‘reed’. Daarmee zit hij op een lijn met zijn eveneens succesvolle buurman/jonge duiven specialist.
GEEN REDEN
Je hoort ooit mensen die beweren dat ze overwegen te stoppen omdat ze in duivensport toch niets te zoeken zouden hebben.
‘Meermaals per week met de tegenwoordige drukte op stap gaan, zoals ‘zou moeten?’ Geen denken aan.’
Dat (veel) rijden GEEN ABSOLUTE noodzaak is om uit te blinken bewijzen dus beide buren. Maar… dan moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan.
Al voor de prijsvluchten moeten ze goed getraind zijn en moet je er vaak mee op stap geweest zijn. Dat mag wat minder als ze in uitzonderlijk goede conditie verkeren wat zich manifesteert door uitbundig trainen aan huis.
M B leerde middels GPS ringen dat jongen in vorm tot 100 km van huis weg trekken. Amper te geloven, maar waarom zou hij liegen? Maar al zou het maar 75 km zijn, zo’n uurtje VRIJWILLIG EN HARD vliegen, dan voegt het niet zo heel veel toe.
De weg leren? Komaan. Kul !!!
WACHTEN
Maar liefhebbers verliezen tijd, moeite en geld aan nutteloze zaken.
Zelf heb ik in de loop der jaren steeds meer ballast laten vallen. Zoals Andre Roodhooft en anderen. En bij Andre, die alles nu veel makkelijker neemt, is dat niet aan diens uitslagen te zien.
Zo was hij vele jaren een fanatieke aanhanger van thee. Let wel, voor zijn duiven.
Maar tijden veranderden en ik meen dat hij nu zelfs een ‘disbeliever’ is, iemand die er niet in gelooft. Enkele van mijn vele zwakheden zijn slordigheid en, toegegeven, ook wel een beetje luiheid. Ik wilde altijd zo goed mogelijk spelen met zo weinig mogelijk inspanningen. Dat is me redelijk gelukt, al zeg ik het zelf.
Ik was wel niet zò jong zò goed als Verkerk en Huismans, maar toch al clubkampioen als tiener, in 2012 (vooral ook dankzij Roger) Kampioen j d in Union Antwerpen en ZAV en zowel in 2019 als in 2022 opnieuw ‘Koning’ in ZAV. In 2023 7e Provinciaal Kampioen HaFo. Kennelijk doen we dus dingen toch wel goed.
INEENS
Verduistert tegenwoordig bijna iedereen, ik was een van de talloze Nederlanders die al een jaar of tien verduisterden voordat het in België in zwang kwam.
Natuurlijk werden in de beginjaren fouten gemaakt en leerden we elk jaar bij. Neem het opheffen van de verduistering ’s morgens.
Dat moest geleidelijk gebeuren. Zoals het ook geleidelijk licht werd.
Ook moesten de jongen ’s morgens trainen.
Ik dus aan het uitproberen en weet je waar dat eindigde?
De verduistering werd van het ene moment op het andere op geheven en meteen waren ook de ramen open om te kunnen trainen. Zodus, van in het donker ineens de lucht in. Geen enkel probleem, zo ondervond ik.
LAPPEN
Ongeveer hetzelfde bij ‘lappen’. Vroeger werd voorgehouden dat je best even wacht alvorens de manden te openen op de losplaats.
Ze moesten tijd krijgen om te wennen aan het licht en om hun ‘oriënteringsvizier’ bij te laten stellen. Ik heb dat ook gedaan. De manden uitgeladen en dan gewacht. Maar ook die tijd is al lang voorbij. Nu worden, aangekomen op de ‘losplaats’, de manden meteen uit de donkere bak gepakt en meteen geopend. Opnieuw: Geen probleem, zo ondervond ik.
HULP IN RUITIJD
In de ruitijd heb ik ooit lijnzaad gekocht, ook muitzaad en thee, maar ook daar ben ik van bekomen en helemaal van af gestapt. Al jaren !!!
Ik doe helemaal niets meer ‘voor een betere rui’. En hoe ik over die speciale ruimengeling denk is de lezers van deze rubriek bekend. Sedochol in de ruitijd mag, maar wel met mate. Of je er een prijs meer om zal winnen, durf ik echter niet zeggen.
De rui is een natuurlijk proces in gang gezet door korter wordende dagen en daarvoor hebben gezonde duiven geen hulp nodig al doen veel advertenties anders vermoeden.
KUREN
Bij een dierenarts kom ik hoegenaamd nooit.
Maar hem negeren is ook fout. Je kan hem ooit nodig hebben, al ben je nog zo gekant tegen het toedienen van antibiotica aan gezonde wezens.
En al ben je nog zo hygiënisch.
Ik denk daarbij aan 2011.
Er was sprake van paratyphus en dat ging, zoals heel vaak, gepaard met geel, coccidiose en/of wormen. Zelfs de gevreesde haarwormen.
Dat had ik dus zelf niet ontdekt. En de dierenarts helemaal buiten spel zetten leer je dan wel af. Van (haar)wormen kom je nooit meer af zonder resoluut ingrijpen.
Dat kuren deed ik bij dergelijke problemen ooit wel verkeerd. Pas met de volgende beginnen als de ene was afgelopen.
Kennelijk had ik bij mijn grootmoeder slecht opgelet. Die moest veel medicijnen slikken en dat deed ze met een handvol tegelijk. Waarom zou dat met duiven niet kunnen? Waarom zou je die een dag langer dan nodig met pakweg wormen laten zitten? Als er de bewezen noodzaak is tot meerdere kuren doe je desnoods de ene kuur via het drinkwater, de andere over het voer.
Aldus ben je ook geen maand bezig met kuren.
EN VERDER
Ook heb ik veel tijd bespaard door schoonmaken niet nauw te nemen. Wel werd altijd een of andere bodembedekker gebruikt.
Mogelijk had zo’n bodembedekker ook een positieve uitwerking op het hok klimaat en daarmee de vorm. Stro, ‘vloerdek korrels’, gebroken maiskolven, of zoals bij v d Pasch, zand, het kan allemaal. Al moet gezegd, een hok dat piekfijn onderhouden is, geeft een betere indruk. Een mooi en ook zuiver hok veronderstelt klasse en die veronderstel je vervolgens bij de duiven die er op zitten. Dat verkoopt ook beter ;-).
Speciaal Badzout was aan mijn duiven nooit besteed. En nog nooit zei iemand die hier duiven in handen kreeg ‘doe je wel badzout in het water als de duiven baden?’
Bij lichten voor winterkweek doe ik alleen nog bij doffers. Dat dat volstaat weten inmiddels velen.