- zondag 01 oktober 2023
Jonge duiven moeten discipline kennen en kennelijk is dat niet voor iedereen vanzelfsprekend.
Zo had iemand me gevraagd naar zijn nieuw hok te komen zien, een schitterend hok, dat moet gezegd, en hij was in zijn nopjes.
Of het goed was voor duiven, speciaal jongen, betwijfelde ik maar ik zweeg.
De man had er veel voor betaald, was zo trots als een 14-jarig meisje op haar eerste bh en ik wilde zijn dag niet bederven.
Omdat ik er toch was wilde hij me wat jongen in handen stoppen om te zien of die gezond waren.
Dat was echter volstrekt overbodig. Om te zien of duiven gezond zijn hoef je die niet in handen te nemen, een blik in het hok volstaat, en deze duiven waren gezond.
Maar het was wel lekker droog vriesweer en dan zijn veel hokken goed. Waar het om gaat is dat je een hok hebt dat ook onder veranderende weersomstandigheden aangenaam voor duiven is.
Wat opviel was dat mee dat hij de deur van het hok opende een aantal jongen naar buiten stoven
Hij smeekte ze binnen te krijgen maar ze vertikten het. ‘Als ik zo duiven moest houden stopte ik’ ging het door me heen, ik wil die onder controle hebben.
EIGEN SCHULD
Natuurlijk was het niet zijn schuld dat hij zulke bange duiven had.
Hij deed, zonder het zelf te weten, een aantal dingen helemaal verkeerd.
Het zijn een heleboel (kleine) dingen samen die een liefhebber een kampioen maken of er de oorzaak van zijn dat die dat nooit zal worden.
Zelfs een hok dat een vermogen heeft gekost, de beste duiven die er zijn en een volledige inzet wegen niet op tegen iemand die de sport in de vingers heeft.
Neem iets onnozels als het schoonmaken van de hokken.
De man in kwestie zei dat hij de jongen niet binnen kon krijgen omdat die al gevlogen hadden. Toen hij aan het poetsen was had hij ze losgelaten om ze niet bang te maken.
Een beetje liefhebber weet dat het zo niet werkt, wel omgekeerd.
Als je de hokken schoonmaakt doe je dat best terwijl de duiven daar op zitten. Ze worden gegarandeerd tammer!
Als je het goed doet zo tam dat je ze je in de weg lopen tijdens het poetsen.
OOK VANZELFSPREKEND
Al even vanzelfsprekend is, vooral weer bij jonge duiven, dat je bij voorkeur dezelfdekleren draagt als je op de hokken komt, liefst met pet.
Nogal wat mensen hebben last van duivenstof. Nu wil ik niemand afschrikken, je moet er aanleg voor hebben want sommigen worden moeiteloos 90 terwijl ze een driekwart eeuw op een duivenhok sleten, maar…
Er zijn er die er niet tegen kunnen.
Degenen die er mee te maken kregen zullen bijna zeker te horen hebben gekregen hoe belangrijk het is een pet te dragen als je in contact komt met duiven en zelfs liefhebbers.
De zeer kleine stofdeeltjes nestelen zich in de haren en dat is niet alleen slecht voor jou maar ook je huisgenoten.
Elke keer je kruin wassen als men op het duivenhok is geweest zie ik de meeste niet doen dus vandaar die pet.
Draag bij voorkeur ook geen gestreepte kleren als je bij de duiven komt.
Duiven zijn schrikachtig voor strepen!
GOEDE GEWOONTE
De liefhebber zou dus duivenkleren aan moeten doen als hij op de hokken komt. Velen doen dat, dragen een stofjas, maar… eigenlijk zou dat er een moeten zijn met grote zakken. Zakken waarin je wat grit, pinda’s en snoep doet zodat telkens wanneer je bij de duiven komt je die een versnapering kunt geven.
Verbazingwekkend hoe snel ze dat kennen en het zal de gehechtheid aan hok en baasalleen maar vergroten.
Natuurlijk kun je dat ook bereiken met een voerbus (vanwege het rammelend geluid) maar dat wordt gemakkelijker vergeten.
Over pinda’s hoor je mensen wel eens zeggen dat hun duiven die niet lusten. Flauwe kul: alle duiven zijn verzot op pinda’s, alleen zijn er die niet eten wat ze niet kennen.
Het zijn vooral liefhebbers met ‘grote handen’ wiens duiven geen pinda’s lusten.
Ik heb er altijd op de valplank liggen als de duiven van de vlucht komen. Dat kennen ze gauw zodat ze eerder zullen landen en… ze zullen minder snel binnengaan.
Dat wil ik voorkomen nu elektronisch wordt geklokt want als duiven op de valplank zitten dan zullen andere aankomende duiven daar gemakkelijk bij vallen
‘Duiven trekken duiven aan.’
KLEIN EN GROOT
Dat je bangere duiven krijgt op grote hokken is bekend.
Heb je grote hokken dan kan je die simpel ‘verkleinen’ door er een tralie hek in te plaatsen.
Ik heb kleine hokken maar zelfs daarin is een rek zodat de duiven geen kanten uit kunnen als je er een wilt pakken.
Ook met een loopgang (die zie je steeds meer) bereik je dat de hokken als het ware kleiner worden.Sinds ik een loopgang heb zit geen weduwnaar meer op de bodem omdat het hok als het ware kleiner is zodat ze op de bodem dichter bij de broedbakken zitten.
Ik heb een hekel aan weduwnaar op de bodem.
En nu we het toch over klein en groot hebben, veel betere liefhebbers spenen hun jongen als die nog erg klein zijn, dat heeft alleen maar voordelen:
Ze worden eerder zelfstandig en zelfredzaam, ze zullen zich meer aan je hechten, de zwakkelingen vallen sneller door de mand maar het grootste voordeel is dat je de ouders ontziet.
Op oudere duivinnen komt eerder sleet door jongen azen dan door eieren leggen.
VOLIERE
Bij mij gaan de meeste jongen verloren als ze een maand of twee oud zijn.
Van het dak dus.
Bij veel anderen zijn dat de eerste vluchten.
Volgens ‘Veenendaal’ is dat op vluchten verder dan 400 kilometer iets wat liefhebbers met ervaring niet snappen.
Verliezen van jongen kan veel oorzaken hebben maar als er een factor is die amper een rol speelt is het de afstand bleek uit een onderzoek in België
Dat geldt dan wel voor jongen met vluchtervaring. .
Voor mezelf kweekte ik de laatste jaren enkel zomerjongen en je wil niet weten hoeveel ik er van het hok verloor. Zelfs in het voorjaar nog.
Nu lijkt daar verandering in te komen en ik meen te weten waarom.
Een volière die aan het hok paalt en vreemd is dat niet.
Als het in het voorjaar slecht weer is, erg winderig of mistig om over sneeuwbuien
maar te zwijgen, houden liefhebbers hun jongen vast.
Dat doen ze ook uit vrees voor de roofvogel met als gevolg dat ze amper iets van de buitenwereld zien.
Heb je een volière dan kunnen ze daarin ook bij slecht weer toeven en de omgeving verkennen wat kennelijk het oriënteringsvermogen aanscherpt.
Staan Uw hokken ver van huis, hebt U de ruimte en verliest U veel jongen van het dak?Probeer eens een volière. U gaat aangenaam verrast zijn.