- zaterdag 26 februari 2022
22--2-22, Een speciale datum verdient een speciaal verhaal. En nog waar gebeurd ook.
Bart herinner ik me nog van de mis. Hij kon het tot mijn grote ergernis niet laten elke keer weer kauwgum te plakken aan de onderkant van de kerkbank. We moeten toen een jaar of 15 geweest zijn. Fran was mijn ‘duivenvriend’, een prutser, maar zijn oom had goede. Heel goede. De twee meiden; Mariette en Els, maakten ons groepje van vijf compleet. Ze waren 16, of zo iets, en meer van het jongensachtige type.
BOS
Op mooie dagen trokken we de bossen in tussen Chaam en Ulvenhout. Op zoek naar avontuur. We vonden het prachtig als we herten zagen, we kerfden onze namen in de bomen en genoten van de vissen in de vijver rond het kasteel van de freule. Wat was dat water helder. Ook hielden we er van de boswachter (J v E) een beetje te stangen, alleen al door onze aanwezigheid.
Ik hield toen al van vogels maar op de verkeerde manier. Ik haalde de eieren uit de nesten, vervoerde die op mijn hoofd onder mijn pet, thuis prikte ik daarin een gaatje, blies ze uit en hing die aan een touwtje. Wat heb ik me daar vaak over geschaamd. Dat deed ik ook tegenover de boswachter. Het kon niet uitblijven of ik liep die eens tegen het lijf met een aantal eieren onder mijn pet. ‘Je bent toch geen vogelnestjes aan het uithalen, he?’ ‘Hoe kom je daar bij, ik zou niet durven’, repliceerde ik. ‘Dan ben jij een brave jongen’, hij klopte me ‘goedkeurend’ op mijn pet en schuddebuikte.
KAUWTJES
Toen we weer eens in dat bos waren hoorden we jonge vogels om voedsel bedelen; kauwtjes in een hol van een boom. Iets voor Fran, tamme kauwtjes had hij altijd al gewild. Hij ging met zijn rug tegen een boom staan, vouwde zijn handen voor zijn kruis en nodigde Bart uit om daar op te gaan staan en vervolgens op zijn schouders. Zo zou hij bij die kauwtjes kunnen. Maar dat was buiten Mariette gerekend. ‘Laat die arme beestjes zitten’, bezwoer ze ons. Fran dacht er niet aan en fluisterde: ‘Als jij die kauwtjes voor mij regelt zorg ik voor twee duiven van mijn oom.’ Ik probeerde op Mariette in te praten, Bart ook, maar ze was niet te vermurwen. ‘Als je ze laat zitten, mag jij mijn borsten zien’, zei ze tegen Bart. Maar de door mij verhoopte showtime bleef uit. ‘Een kus dan?’ probeerde Mariette nog. Ik zelf zou met haar eerste aanbod al genoegen nemen, maar Fran en Bart hadden alleen oog voor kauwtjes.
SUCCES
Kort nadien stonden we op het hok van Fran de oom, kampioen duivenmelker. Die woonde in Wortel, 15 km van ons vandaan, hoe we het flikten weet ik nog niet, maar we zijn er te voet geraakt. Door weilanden en bossen, beekjes over stekend met water tot onze knieën. Een tiental jongen lag met gespreide vleugels in of naast een bad, twee zaten op een schab. De oom: ‘Die moet je nemen. Eerst uit bad? Dat zijn de beste. Die hebben kracht en vitaliteit en bovenal zachte pluimen.
WAAROM?
Waarom ik dat allemaal nog zo goed weet? Beide Belskes maakten me op 17-jarige leeftijd 3e kampioen in de club. Of de vlugste na een bad ook de beste zijn weet ik niet, maar ik leerde wel dat je weinig mag verwachten van duiven die als laatste met veel moeite opvliegen. Een makkelijke prooi voor roofvogels zulke, hoor je soms. Van mij mag hij ze hebben.