|
|
|
|
|
|
|
AFRICHTEN VOOR DE GROTE FONDVLUCHTEN 2024
Hierbij een overzicht van een groot aantal mogelijkheden voor iedereen die de komende maanden zijn duiven af wil richten voor de grote fond.
Op 4 zondagen:
5 mei Niergnies, 12 mei Roye, 19 mei Pont St. Max, 26 mei Pont St. Max.
Vrachtprijs Niergnies € 0,80 . Roye en Pont St. Max € 0,90.
Inkorven op de zaterdagen voorafgaand en los op de zondagen zo vroeg mogelijk. (Ent bewijzen meebrengen).
Velddriel, Laarstraat 6, 5334 NS, tussen 16.00 uur en 18.00 uur.
Oosterhout, Beneluxweg 63-65, 4904 SJ, tussen 18:30 en 19:30 uur
Informatie over het inkorven in Velddriel: Albert Poulisse 06-54324649
Informatie over het inkorven in Oosterhout:Gert van den Bogaard 06-19403993
Op 5 zaterdagen Melun:
(afstand Hank – Melun ongeveer 380 km.)
11 mei Melun, 18 mei Melun, 25 mei Melun, 1 juni Melun en 8 juni Melun.
Vrachtprijs € 1,10 per duif. (Ent bewijzen meebrengen).
Inkorven op de vrijdagen voorafgaand in Hank, Wegrestaurant NAPOLEON, Keizer Napoleonweg 11, 4273 LB, tussen 11.00 uur en 16.30 uur.
Informatie over het inkorven in Hank: Toon Verkooijen 06-30891046
|
De africhtvluchten die al jaren ingekorfd kunnen worden bij Wegrestaurant Napoleon in Hank krijgen een vervolg in 2024. Vanaf de 2e week in mei kan er 5 weken achtereen ingekorfd worden voor Melun. Inkorven op vrijdagmiddag met een voorgenomen lossing op zaterdagochtend. Door het stoppen van Wim Donks is de nieuwe contactpersoon voor deze africhtvluchten Toon Verkooijen 06-30891046. Nadere informatie volgt spoedig via de duivenpers.
Wie heeft niet eens de wens om een tijdje op een onbewoond eiland te zijn? Ver van huis en de dagelijkse zorgen. Ver van facebook en twitter en gedoe over de kleinste kleinigheden? Des te vaker dat bepaalde meningen worden geuit, des te meer gaan mensen daar ook in geloven. En dat is een gevaarlijke ontwikkeling. We weten allemaal, welke gevolgen dat kan hebben. Haat kan nooit met haat worden opgelost. Op het moment dat ik dit schrijf is het nog steeds redelijk goed weer. Onderweg kom je echter nog steeds veel fietsers en wandelaars met rugzakjes op tegen. Bij de bakker in ons dorp staat nog vaak een lange rij mensen voor de deur. Er mogen maar 3 mensen tegelijk naar binnen. Ja, dat krijg je als je niet naar het buitenland kunt. De mensen willen er toch even tussenuit. We willen even tot rust komen. Even de natuur in.
Wintervoer.
Ook onze duiven kunnen na de stressvolle vliegperiode en zware ruitijd nu even op adem komen. Als de laatste pen van de meeste duiven half uit zijn, kun je overgaan op een wintervoer of rustvoer. Op de beurs zie ik veel mensen naar dat soort mengelingen kijken met een afkeurende blik van: is dat nou alles? Dat ziet er toch niet uit? Veel gerst en paddy en mais, wat zonnepitten en dat was het dan. Ja dat zie je aan de bovenkant van het voer. Maar je ziet niet wat er nog meer in zit. Het is dus alsof je naar een ijsberg kijkt. Negentig procent is onzichtbaar en zit onder water. Het is juist dan je geen of heel weinig peulvruchten in een dergelijk voer ziet. Die moeten er ook niet in zitten, want deze bevatten veel belastend eiwit. Voor het bouwen van een nieuw verenpakket is veel eiwit nodig. Als dat gebeurd is, valt er niets meer te bouwen. Dus heb je ook veel minder eiwit nodig. De oplettende liefhebber ziet het direct. De duiven eten ineens veel minder voer en laten de erwten liggen. We moeten vaak nog leren om als het ware met de “ogen” van de duiven te kijken. Naar de behoefte van het moment.
Warmte en Omega 3.
De duif heeft eigenlijk alleen energie nodig om zich warm te houden. Met name mais is een belangrijk graan in deze tijd. Door de vele soorten polysachariden die zich daarin bevinden geeft dat veel warmte af. Daarnaast leveren vetrijke zaden zoals zonnepitten, kardizaad of hennep ook de nodige warmte. Natuurlijk moeten we in deze tijd van het jaar niet overdrijven, want duiven moeten zeker niet te vet zijn. Toch mag een wintervoer wel zo’n 6% tot 7% vet bevatten. Met vet bedoel ik vooral de vetzuren zoals Omega 3. Die worden onmiddellijk aangesproken als de duif in beweging komt. Hierdoor worden de rode spiervezels regelmatig gevuld en weer geledigd. Het leren opslaan van vetzuren heeft het voordeel, dat ze dan actief blijven. Wintermengelingen met voldoende Omega 3 zorgen ervoor dat de duiven niet vet worden in de winter. Opmerkelijk of niet dan. Testen in Amerika hebben aangetoond, dat duiven die zowel in de zomer als ook ’s winters deelnamen aan wedvluchten het volgende seizoen in het voordeel waren ten opzichte van duiven die een flinke periode stil hadden gezeten. Als duiven in de winter flink actief zijn en wegtrekken, zijn veel liefhebbers bang voor “wintervorm”. Dit fenomeen bestaat volgens mij niet. Daarvoor zijn er te weinig lichturen en warmte. Ook sporters die in de winter trainen om in goede conditie te blijven kunnen in de zomer weer tot grote prestaties komen. Duiven zijn ook topsporters en hebben een goede verzorging nodig in elke periode van het jaar.
Vezels
De overtollige voedingsresten, van de vlieg en ruiperiode, hebben zich vast kunnen zetten op de darmflora. Daarin nestelen zich graag de aanwezige parasieten. De voedingsstoffen die door de darmflora middels de zeefwerking (peristaltiek) in het bloed terecht moeten komen, zullen vaak direct het lichaam weer verlaten, zonder de gewenste afgifte van de voedingsstoffen. Dan wordt het tijd om te vasten en de darmen op te schonen. Door een grote variatie aan ruwvezels te geven, krijgen we een soort “borstelwerking”. We kunnen dat doen met harde vezels, zoals van de gerst, paddy en hele gepunte haver. Vooral gepunte haver met zijn harde vezel is in deze tijd ideaal. Je kunt maximaal gaan tot 10% in het voermengsel. De kortere en zachtere vezels van b.v. Milocorn zijn weer goed voor het fijnere schoonmaak werk. De aangekoekte resten en de oude slijmlaag in de darm moet er uit. Dat veroorzaakt vaak wat slappe mest gedurende een dag of 7 tot 10. Daarover moet u zich dus geen zorgen maken, want dat is wat er uit moet. Daarna wordt de mest weer steeds vaster. Na zo’n 3 weken tijd ontwikkelt zich een geheel nieuwe slijmlaag in de darmflora. Voedingsstoffen gaan dan weer veel gemakkelijke door de darmflora in het bloed en zo krijg je een betere kweek…..
Levertraan.
Vaak krijg ik de vraag: wat kan ik de duiven in de winter dan geven? Velen van ons zijn immers vaak gewend om veel bijproducten aan het voer toe te voegen. In de winter zou ik dat toch willen afremmen. Laat de duiven weer natuurdieren worden. Ze moeten zich zelf gezond weten te houden, zonder al die toevoegingen. Duiven die alleen gezond kunnen blijven als ze veel bijproducten krijgen of antibiotica kuren, mogen bij ons vertrekken.
Wat kun of moet je dan wel geven? Natuurlijk moet er wel grit met maagkiezel op het hok staan om de vertering te stimuleren. Maar dat is standaard voor duiven. Daarnaast is het zeker verstandig om 1 tot 2x per week een beetje levertraan over het voer te geven.
In levertraan zitten veel vitamine A, D en Omega 3 vetzuren. De Vitamines A en D moeten in een goede verhouding in de voeding zitten. Die verhouding moet 10 : 1. Als dat het geval is, krijg je een optimale samenwerking. In levertraan zien we exact die goede verhouding. In de winter schijnt de zon vaak te weinig en daardoor krijgen wij en ook de duiven te weinig vitamine D³ binnen. Natuurvolkeren kregen in het verleden wel 10 x zoveel van deze vet oplosbare vitamines binnen als wij in de huidige tijd. We zijn immers ( onterecht) bang geworden voor te veel vet. Vitamine A is belangrijk voor de schildklier, de lever, de ogen en voor de huid. Vitamine A verhoogt de weerstand van de slijmhuid tegen ziekmakende kiemen.
Vitamine D³.
Kinderen die in Engeland en in Schotland leven hadden vroeger veel last van botafwijkingen.
In die landen hebben ze veel last van nevel, regen en te weinig zon in de winter.
Na onderzoek bleek, dat kinderen die aan de kust woonden die problemen niet hadden. Ook daar scheen de zon niet in de winterperiodes en was daar ook vaak sprake van regen en nevelig weer. Men kwam er echter achter, dat de kinderen aan de kust veel meer vette vis aten dan de kinderen in het binnenland. Toevoeging van Vitamine D³ is dus de oplossing voor dit soort problemen. Opmerkelijk: Plantensterolen verminderen juist de opname van vitamine D³ in de darmen. Deze stoffen worden toegevoegd aan sommige margarines om hun cholesterolverlagend effect. Ook wordt een gebrek aan vitamine D³ onder meer in verband gebracht met een vergrote kans op kanker, suikerziekte, hart- en vaatziekten en verzwakking van het immuunsysteem.
In levertraan bevindt zich dus veel vitamine A en D³. Deze vitamines zijn heel belangrijk voor de komende kweekperiode. Samen met calcium en fosfor zorgt vitamine D³ voor de groei van botten en veren. Verder is deze vitamine belangrijk voor het immuunsysteem en de afweer in het lichaam om ziekte te voorkomen. Nou is het niet zo, dat je een dag voor de koppeling levertraan geeft en dat dan alles geregeld is. Daar moet je echt veel eerder mee beginnen. Zodra de zon zich minder laat zien ( Oktober / November wordt het tijd voor het toevoegen van levertraan.
Gebruik.
Ik zou voorstellen om 5 ml over het voer te geven voor 20 duiven. Dit kunt u in de winter 1 tot 2 x per week doen. In de duivensport zien we meestal kleine flesjes levertraan. Dat is ook van belang, want levertraan kan snel oxideren en dan ben je verder van huis. De goede soorten levertraan worden volgens strikte voorschriften geproduceerd. De goede soorten bevatten vaak wel 1 miljoen tot 1,2 miljoen Internationale Eenheden (I.E.) aan Vitamine A en 95.000 tot 100.00 I.E. per mg. aan Vitamine D³.
Thee.
Je kunt ook een paar keer per week thee geven om het opschonen van de lever en de darmen te stimuleren. Meestal is duiventhee een kruidenmengeling die bestaat uit wel 20 verschillende kruiden, bladeren, wortels en bloesems. De samenstelling geschiedt vaak door ervaren mensen en kruidenexperts. Niet alle kruiden kun je namelijk ongestraft combineren. Er zijn kruiden die zelfs een giftige werking hebben als ze samen worden gekookt. Ga dus niet zelf aan het experimenteren. Een goede Thee stimuleert de donsrui en verbetert de stofwisseling.
Gebruiksaanwijzing:
Aan 1 liter water voegt u een volle eetlepel duiventhee toe. Deze laat je 3 minuten koken. Daarna de thee afdekken met een doek en deze 15 minuten laten trekken. Vervolgens door een zeef gieten en laten afkoelen. Tijdens de winterperiode kun je om de andere dag thee geven. Er zijn ook kant en klare theesoorten. Het voordeel daarvan is dat ieder kruid, blad, wortels en bloesem apart en op hun eigen tijd worden gekookt. Het ene kruid moet n.l. langer koken dan het andere. Daardoor krijg je een nog betere thee ter beschikking.
Roofvogels.
Dit fenomeen kennen we maar al te goed. Voor velen reden om de duiven niet los te laten in de winter. Maar in het voorjaar zijn de duiven na lang vast te hebben gezeten erg traag en zo raak je ook een aantal duiven kwijt aan de roofvogel. Het is dus maar waarvoor je kiest. Want regelmatig loslaten in de winter heeft meer voordelen. De duiven zullen dan veel minder last hebben van scheefvliegen in het voorjaar. Dat komt doordat ze een goede basisconditie hebben. Een groot voordeel dus voor het spelen van de eerste vluchten.
Kweekvoorbereiding
Bij een goede voorbereiding voor de kweek is het van belang om de duiven rank en slank te hebben. Dit bereik je met een goede rust of wintermengeling. Voer dan ook niet te veel. In de natuur is er ook geen overvloed! Ze moeten allemaal hongerig voor de deur staan als u gaat voeren. Laat de conditie van de duiven geruime tijd voor je wil koppelen controleren door een gespecialiseerd duivenarts. Alleen met gezonde en van nature vitale duiven kun je zonder problemen prachtige jongen kweken. Is het erg koud, dan kun je er een week voor de koppeling 1/3 deel kweekvoer bij doen. In deze periode kunt je regelmatig tarwekiemolie over het voer geven. In tarwekiemolie zit een flink deel Vitamine E. Dat noemt men de bevruchtingsvitamine. Ook kun je b.v. Vitamine E + Selenium over het voer geven. Dat bevordert de vruchtbaarheid. Daarna het voer afdrogen met een goede kwaliteit biergist of bakkersgist.
Op het hok
Goede mineralen zijn nu van groot belang. Ook grit met maagkiezel. Denk er ook aan tijdig bij te lichten!!!bv. van 6.00 tot 21.00 uur. Tijdens het drijven wat meer kweekvoer geven en grit in de kweekbakken leggen zodat de duivinnen de kans krijgen die tot zich te nemen. Van belang is mineralen met een goede calcium/fosfor verhouding te gebruiken. Daarbij moet het calcium altijd veel hoger zijn dan het fosfor. Alleen dan wordt de calcium door de duiven ook daadwerkelijk opgenomen. Het volgende artikel zal gericht zijn op de kweek zelf. Tot voor dan wens ik een ieder een fijne wintertijd toe.
Willem Mulder.
Mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Tel: +31 648 – 71 74 75.
De afgelopen 15 jaar hebben een honderdtal herstarters mijn pad gekruist. Negen van hen zijn aan het woord geweest in een column over dit onderwerp. Van deze 9 zijn er nog 8 actief, waarvan er drie redelijk tot zeer succesvol zijn. Dat is dus positief nieuws. Inmiddels ben ik toegekomen aan de laatste, afsluitende column over een herstarter. Zoals gebruikelijk neem ik met de hoofdpersoon van deze column de meest in het oog springende zaken door die in de voorgaande columns aan bod zijn gekomen. De hoofdpersoon voor deze afsluitende column is de 66 jarige Dik Brandsma uit Vollenhove. Hij heeft van zijn 14e tot en met zijn 20e jaar met postduiven gevlogen en is sinds het najaar 2023 weer begonnen. Dick is dus ruim 45 jaar zonder duiven geweest.
Bert Bloemert die ik in de 3e column over dit onderwerp aan het woord liet, gaf destijds aan dat hij met zijn jonge gezin en drukke werkzaamheden regelmatig in de knel met zijn tijd kwam, omdat hij soms op twee plaatsen tegelijk moest zijn. Dik geeft aan dat hij dit heel goed herkent en hem herinnert aan de periode waarin hij zelf besloot om met de duivensport te stoppen. Dik; ”Ik ben destijds gestopt omdat de duivensport voor mij niet meer te combineren was met mijn baan. Mijn vrouw had niets met duiven en zou dan ook niet bijspringen in de verzorging van de duiven, als ik vanwege mijn werk daar niet aan toe kon komen. Inmiddels ben ik met pensioen en heb nu alle tijd voor de duiven. Ik ben ook van mening dat je in deze hobby/sport er vol voor moet gaan en kun je dat niet, kun je beter een andere hobby kiezen.”
Duiven zijn bij Dik nooit echt helemaal uit beeld geweest. Zijn beide broers hebben duiven en Dik heeft altijd in zijn achterhoofd gehad dat hij ooit nog weer eens met de postduivensport zou beginnen als de gelegenheid daar voor zou zijn. Hoewel hij in zijn jeugdjaren niet in kampioensstijl vloog, zijn er toch herinneringen aan sommige mooie uitslagen als die van een jonge duivenvlucht vanuit Orleans. En het zien thuiskomen van de duiven van de vlucht, vooral na lang wachten, was voor Dik altijd genieten. Hij hoopt dat dit jaar weer te gaan mee maken en kijkt er nu al naar uit terwijl hij nog geen duif heeft losvliegen. Dik stelt zijn doelen vooralsnog niet zo hoog. “Eerst maar eens genieten van de verzorging van de duiven en wanneer we eenmaal aan het vliegen zijn gaan we pas over presteren nadenken. Natuurlijk hoop ik na verloop van tijd ook wel leuke resultaten te behalen. En dan zal ik gaandeweg de lat proberen wat hoger te leggen. Je moet wel altijd een uitdaging zoeken, dat houdt je scherp.”
John van de Wildenberg, de herstarter uit de eerste column, constateerde dat er de afgelopen jaren in de duivensport veel veranderd is. Dit werd beaamd door Leon Eerenstein in column 8. Beiden gaven eveneens aan dat de duivensport best complex is en op vele vragen vaak verschillende antwoorden worden gegeven. Tot diezelfde conclusie is Dik ook gekomen; “Er is veel meer specialisatie tegenwoordig met eigen spelmethodes, voedingssystemen, trainingen, enz. Vroeger speelde je gewoon alles en vaak ook met dezelfde duiven. Dat die tijd voorbij is en specialisatie bijna noodzakelijk is om mee te kunnen doen is me inmiddels wel duidelijk. Ik ga me toeleggen op de marathons en neem rustig de tijd om dat spelletje onder de knie te krijgen. Ik ben er inmiddels wel achter dat de verschillen in de verzorging v.w.b. training en voeding soms erg groot zijn. Zelfs tussen liefhebbers die voor dezelfde discipline hebben gekozen. De komende periode zal ik in de contacten met andere liefhebbers dan ook goed luisteren en observeren, om dan uiteindelijk zelf een plan te smeden en mijn eigen weg te gaan.”
Verschillende liefhebbers waaronder Jan Gosen uit column 9 en mensen die op de column met Jan reageerden, gaven aan dat de duivensport voor de werkende mens feitelijk eigenlijk wat teveel tijd vraagt. Dik realiseert zich dat beslist en dat is voor hem ook de reden geweest om te wachten met zijn herstart tot zijn pensioen. Dik; “Nu ik met pensioen ben, kan ik mij volledig op de duivensport richten en al mijn tijd en energie aan deze passie wijden. Ik realiseer me dat ik nog veel moet leren en uitzoeken en dat kost natuurlijk ook tijd. Maar gelukkig kan ik voor hulp ook altijd bij mijn broers aankloppen en daarnaast heb ik de-duivencoach.nl ingeschakeld om me voor de grootste fouten te behoeden.”
In steeds meer woonwijken wordt het moeilijk om met duiven te starten. En als het wel is toegestaan kunnen buren het de liefhebber soms erg moeilijk maken. Tom Engelmoer uit column 4 woont in een buurt waar nogal wat mensen wonen die een hekel aan duiven hebben en heeft verschillende aanvaringen met zijn buren gehad. Omdat Dik ook midden in een woonwijk woont vroeg ik hem naar zijn ervaringen. Dik; “Voordat het duivenhok werd geplaatst ben ik naar de buren gegaan om hen te informeren. En toen het hok er stond heb ik de buurman ook meegenomen het hok in, om hem een beetje erbij te betrekken. Maar het is nog even afwachten hoe ze gaan reageren als er eenmaal duiven losvliegen.”
Een punt wat door drie herstarters werd genoemd, namelijk door Tom Engelmoer (4), Jan de Jonge (6) en Alex Vister (7) is dat zij het erg frustrerend vinden om op te boksen tegen de commerciële liefhebbers die een groot aantal duiven inkorven en veel meer tijd en geld aan hun duiven kunnen besteden dan zij. Een reactie die ik destijds op de mail kreeg, was dat deze liefhebbers moesten leren om hun verlies te accepteren en genoegen moesten nemen met het sociaal contact in de vereniging en de verzorging en het thuis zien komen van hun duiven. En ook nog andere reacties in de trant van “Je kunt niet verder springen dan je stok lang is”. Ik vroeg Dik hoe hij hier tegen aankijkt. Dik; “Je moet inderdaad wel realistisch zijn en beseffen dat het soms een ongelijke strijd is. Het leven zit immers vol ongelijkheid. Maar mij zou het wel extra motiveren om nog beter mijn best te doen om die grote hokken af en toe voor te zitten. Maar op de marathons is de overmacht van grote hokken volgens mij wel veel minder dan op andere disciplines.”
Jan Gosen (9) benoemde dat de duivensport hem na een burn-out weer structuur in zijn leven bracht. Dik geeft desgevraagd aan dat het verzorgen van de duiven hem ook veel ontspanning geeft. Hij probeert ook een band met zijn duiven op te bouwen en geniet ervan als er een duif op zijn schouder gaat zitten. Dik; “Het gaat over passie en gevoel voor duiven. Dat heb je of heb je niet. Het moet als het ware ook een beetje in je bloed zitten. Dat is bij mij wel het geval. Natuurlijk zijn er liefhebbers die dit in een nog grotere mate dan ik hebben. Dat zijn de mensen met het zogenoemde fingerspitzengefühl. Dat zij ook meer uit hun duiven zullen weten te halen dan ik vind ik logisch en geen enkel probleem. Ik zal wel zien of mijn wensen uit zullen komen. Meer doen dan mijn best kan ik niet. Ooit een mooie uitslag draaien op Barcelona is een droom en ik ga mijn best doen om die te verwezenlijken.”
Tot slot geeft Dik aan dat hij het eens is met Jan van Keulen uit column 5, waarin deze aangeeft dat je om te slagen in de duivensport, sterk in je schoenen moet staan en hoe meer levenservaring je mee brengt, des te groter de kansen zijn dat je slaagt om aan de top te raken. Dik; “Ik denk dat het vooral ook belangrijk is om goed met tegenslagen om te kunnen omgaan en niet bij de pakken neer te gaan zitten als het niet gaat zoals je had gehoopt. Want wat ik inmiddels wel weet, dat net als in het gewone leven, ook in de duivensport dingen vaak heel anders gaan als dat je had verwacht.”