|
Nieuws
Het virucide desinfectiemiddel: effectief tegen alle 18 virusfamilies. Het desinfectiemiddel voor in de landbouw. Virkon heeft een virucide, bactericide, fungicide en reinigende werking op alle materialen en oppervlakten.
Het ontsmettingsmiddel Virkon®S is opnieuw geëvalueerd door Wageningen Universiteit (CVI Lelystad)
1) om tegemoet te komen aan de nieuwe EU regelgeving voor Salmonella controle. Voor de test zijn de nieuwe EN1656 test protocollen gebruikt, waarin bevestigd werd dat Virkon ®S 1% en 0,5% bij een temperatuur van 10°C effectief is tegen de 5 door de EU aangewezen te controleren Salmonella typen. Deze 5 Salmonella typen kunnen problemen veroorzaken in de volksgezondheid nl: Salmonella enteritidis, Salmonella typhimurium, Salmonella virchov, Salmonella infantis en Salmonella hadar. In een eerder onderzoek (2003) met eenzelfde testprotocol heeft het ook de effectiviteit tegen Salmonella paratyphi B biovar. Java bewezen.
Door deze uitstekende resultaten is Virkon®S het aangewezen middel om in te zetten bij de Salmonella controle, zoals bewezen in deze EN testen, en bij de reductie van de potentiële infectieuze Salmonella super stammen.
2) Virkon®S als oxiderende desinfectant, wordt niet in verband gebracht met de beïnvloeding van het mechanisme van de bacterie of bacteriewand en de ontwikkeling van Salmonella resistente stammen door desinfectanten en antibiotica.
3) Voor een effectieve routine desinfectie, adviseren veterinaire en technisch deskundigen van DuPont, dat alle reiniging en desinfectie-procedures regelmatig moeten worden beoordeeld en indien nodig worden aangepast. Van algemeen veegschoon tot de moeilijk te bereiken plaatsen als kieren en naden, en bij de selectie van de juiste reinigingsmiddelen en desinfectie middelen, in de juiste doseringen en goed toegepast. Extra aandacht moet besteed worden rondom de stal en de materialen die naar buiten worden gebracht tijdens het reinigingsproces. Wanneer deze weer in de stal worden gebracht moet men voorkomen dat besmette materialen weer in de schone stal worden gebracht. Deze extra aandacht is ook nodig voor het watersysteem en voersysteem welke gemakkelijk vergeten worden.
Virkon S ® is een product van DuPont ™ en is wettelijk toepasbaar in Nederland en België.
Virkon®S kan ingezet worden tegen de schimmel, Batrachochytrium dendrobatidis, die de huidziekte chytridiomycose veroorzaakt bij amfibieën. Deze schimmel word o.a. verspreid door materialen die besmet zijn zoals: laarzen, netten en andere materialen die in het veld gebruikt worden. Door deze effectief te reinigen en ontsmetten kan men overdracht voorkomen.
Virkon® S effectief tegen veroorzaker van Q koorts. Ontsmettingsmiddel Virkon S is effectief gebleken tegen de bacterie die Q koorts kan veroorzaken ( Coxiela Burnetii ). Q koorts veroorzaker is een Gram-negatieve bacterie die zeer recistent is tegen diverse desinfectiemiddelen. Ook de lage buiten temperatuur tijdens het winterseizoen beinvloed de werking van vele desinfectia. Virkon® S is bevestigd effectief en ongevoelig voor een lage temperatuur.
Werking
Virkon S heeft een zeer breed werkingspectrum o.a. tegen:
Bacteriën: Staphylococcus aureus, Pseudomonas aeruginosa, Mycobacterium spp, (e.a. Mycobacterium tuberculosis, (3% conc.) Aeromonas, Bacillus, Bordetella, Erysipelothrix, Proteus, Escherichia coli, Pasteurella, Salmonella, Streptococcus, Taylorella, Treponema, Vibrio, Renibacterium, Klebsiella, Shigella, Neisseria, Clostridium, Haemophilus, Listeria, Yersinia en Campylobacter, en tegen de sporen van Bacillus cereus sporogenes en Bacillus subtilis.
Schimmels en gisten: Candida albicans, Absidia, Trichophyton en Aspergillus (2%)
Virussen: Para-influenza, Influenza bij vogels, BVD. EVA, Lassa Fever, Maedi-Visna, PRRS, dolheid en "snakehead" rhabovirus, RVF, TGE, rhinotracheitis bij kalkoenen, bovien corona, reovirus bij vogels, bovien rota, Gumboro, IPNV, IBR, bovien pseudocowpox, Marek, myxomatose, Auyesky, Parvovirus, Andeno bij vogels en honden, Bovien Polyma en CAV. Tegen de mycoplasmen M gallisepticum en M. hyorhinis.
Ingrediënten
- Potassium monopersulfaat (21.25%) e.a.
- Wateroplosbaar poeder
Hoe te gebruiken
- Voor desinfectie van gebouwen en materiaal in landbouw en veeteelt
- Voor normaal gebruik 0.5% tot 1%
- Voor totaal desinfectie 1% (schoonmaken voor behandeling)
- Door bespuiting, besproeiing: ten minste 30 minuten, zonder spoeling na de ontsmetting
- Oplossing is stabiel ten minste 7 dagen
Schrob modderresten van de laarzen af, spuit af met Virkon®S, 5 minuten laten drogen en de materialen zijn weer klaar voor gebruik, eventueel nog naspoelen met leidingwater. Van open water af gebruiken (zie ook tekst op hygiene protocol, www.ravon.nl).
Concentratie
1% = 10 gram op 1 liter
Technische info
Virkon® S berust op een oxiderende werking en bestaat uit organische en anorganische zouten en breekt af naar zuurstof en zouten. De componenten zijn geclassificeerd als snel biologisch afbreekbaar volgens de standaard OECD en EU tests.
Invloed op de natuur
Uit Zwitsers onderzoek is gebleken dat het geen negatief effect heeft op zoöplankton en kikkervisjes. “Virkon® S appears to be an disinfectant that can beused against Bd with no detectable negative effects on tadpoles and zooplankton.” Bron: Amphibia-Reptilia 30(3):313-319 (2009)
Alternatieven
Lange tijd (>4 uur) volledig laten drogen van de veldmaterialen.
Als je dit gedrag ziet, dan betekent dat dat de duiven hun locatie en gewenste richting aan het bepalen zijn.
Er zijn verschillende suggesties/theorieën hoe duiven hun positie kunnen bepalen. Ze zouden aan de hand van verschillende geuraanwijzingen in de atmosfeer, en/of visueel a.d.h.v. landschapskenmerken, en/of magnetische signalen gebruiken om zich te oriënteren.
Wetenschappers ontdekten dat duiven zeker het magnetische veld van de aarde echt “voelen”, waardoor ze dus niet alleen hun positie op aarde maar ook richting kunnen detecteren. Dit wordt magnetoreceptie volgens het magnetische veld van de aarde genoemd (zie bv. https://en.wikipedia.org/wiki/Magnetoreception#In_homing_pigeons). Het precieze mechanisme hierachter moet echter nog verder ontrafeld worden.
Magnetische navigatie is mogelijk doordat duiven (maar natuurlijk ook vele andere gewervelde en ongewervelde dieren tot zelfs bacteriën) a.d.h.v. kleine magnetische deeltjes in hun snavel of brein (minuscule deeltjes van een ijzeroxide of magnetiet), de magnetische intensiteit en/of helling kunnen waarnemen op een locatie, waardoor positiebepaling mogelijk is. Daarnaast ‘voelen’ ze ook de magnetische vector wat – net zoals een kompas – hen toelaat richting te bepalen.
De specifieke magnetische omstandigheden van een bepaalde plek laat hen dus toe om te navigeren en hun weg te vinden.
Als duiven dus in cirkels boven een bepaalde plek aan het vliegen zijn, dan zou je kunnen zeggen dat ze hun ingebouwde kompas aan het afstellen en aan het aflezen zijn. Als dit eenmaal gebeurd is, weten ze waar ze zijn en waar ze naartoe moeten vliegen om naar een eerder gekende plek te vliegen.
Vraag.be
Vele verliezen bij jonge duiven... Het is dezer dagen een hot topic op de sociale media. Wildlossingen, de roofvogel, 5G stralingen,... Er zijn echter enkele wetmatigheden die je niet ongestraft naast je kan neerleggen!
Het is een onderwerp waar al heel wat inkt is over gevloeid. De zon, de geur, aardmagnetisme en noem maar op. Hoe een duif echter geheel precies haar weg terug kan vinden, daar zijn wetenschappers het nog altijd niet over eens. Feit is dat duiven soms makkelijk thuis kunnen komen en daar andere keren geheel niet in slagen of er toch de allergrootste moeite mee hebben.
De juiste weg
Net zoals bij mensen is het ook bij duiven zo dat de ene zich beter oriënteren kan dan de andere. Wij mensen hebben daar een feilloos kompas of gps-systeem voor bij de hand om te komen waar we willen zijn. U merkt misschien ook op dat hoe meer gebruik je daar van maakt, des te minder je eigen gevoel voor oriëntatie nog wel wil werken. Hoofdrekenen idem dito, onze hersenen worden wat dat betreft niet meer geoefend. Rekenmachientjes doen die dingen perfect voor ons, makkelijk zat dus.
Voor ons makkelijk, onze duifjes zijn echter op zichzelf aangewezen
Training
Zo ook bij onze duiven. Allemaal hebben ze een aangeboren oriëntatiesysteem. Bij de ene werkt dat misschien al beter dan de andere. Hoe beter de duif in conditie, des te beter, vlugger en makkelijker ze zich ook kan en zal oriënteren. Dat hangt zo een beetje samen. Bovendien kunnen we dat systeem ook nog oefenen. Het is niet altijd de duif die het snelst vliegt die eerst thuis aankomt, maar wel deze die de kortste weg naar huis kan vinden en daar komt een goed, en goed getraind, oriëntatievermogen best van pas.
De tijd die de duiven nodig hebben om zich te kunnen oriënteren is dus mede een waardemeter voor wat de algemene conditie en paraatheid betreft. Je kan dat goed merken wanneer je opleerkorven gebruikt die bovenaan open zijn. Wanneer je de korven uit de wagen haalt zijn de duiven eerst nog wat rumoerig. Op een bepaald ogenblik zitten ze allen muisstil met het kopje ietwat schuin omhoog gericht. Dat kan gedurende korte of langere tijd duren. Op een gegeven ogenblik beginnen ze terug rumoerig heen en weer te lopen wat meteen betekent dat ze hun positie bepaald hebben of dus met andere woorden, georiënteerd zijn en je ze los kan laten.
Open opleermanden laten zien wanneer de duiven georiënteerd zijn
Naarmate je ze daar meer op oefent, wordt de tijd die ze daar voor nodig hebben steeds korter en korter. U zal ook merken dat wanneer u altijd op dezelfde plaats gaat lossen, die tijd waarop ze zich georiënteerd hebben snel korter wordt omdat duiven zich nu eenmaal ook kunnen oriënteren op herkenningspunten.
Rijdt u bijvoorbeeld 40km van huis weg in vogelvlucht, moet u dat niet zo vaak herhalen alvorens de duiven het traject bij manier van spreken met de ogen toe afhaspelen. Ze hebben zich al vlug georiënteerd op de plaats waar je ze lost en vliegen vervolgens op herkenningspunten huiswaarts. Veel training van het oriëntatievermogen komt er dan niet meer bij kijken.
Oefening baart kunst
Er zijn duiven die het voortouw nemen en er zijn de volgers. Duiven zijn en blijven immers kladvliegers en kuddebeesten. De “volgers” kunnen we verplichten zelf hun weg te zoeken door onze duifjes één voor één te gaan lossen. Het kan dan best een tijdje duren alvorens ze thuis komen. Ze proberen zich bij bijvoorbeeld rondvliegende kladden jongen of oude duiven aan te sluiten maar zullen op het end hoe dan ook uiteindelijk altijd op zichzelf aangewezen zijn om het thuisfront te bereiken.
Nog meer oefening baart nog meer kunst
Om het vliegen op herkenningspunten nog meer uit te sluiten en zodoende hun aangeboren vermogen tot oriëntatie nog beter te trainen kunnen we ze telkens op een andere plaats gaan lossen. Dat hoeft helemaal niet in “de lijn” te zijn, integendeel, het mag gerust de klok rond. Ze zijn dan gewoon verplicht op oriëntatie en niet op herkenningspunten te vliegen.
Rechttoe rechtaan
Onderzoek heeft aangetoond dat duiven niet echt in rechte lijn huiswaarts vliegen. Ze doen dat in min of meer zig-zag lijn. Dat komt omdat ze telkens weer bij moeten sturen in hun oriëntatie. Hoe beter geoefend die oriëntatie is, des te sneller ze die ook bijsturen met als gevolg dat ze in een rechtere lijn en dus een korter traject huiswaarts vliegen. Als ze daarbij het laatste stuk op herkenningspunten rechttoe rechtaan naar het hok toe kunnen vliegen komt dat de snelheid alleen maar ten goede. Dat wordt dan een lange rechte sprint richting thuishaven. Motivatie is daarin ook niet onbelangrijk.
Opleren
Om duiven toe te laten degelijk hun training af te werken houden we best rekening met een paar zaken. Voor jonge duiven en hun eerste opleervluchtjes is het steeds en steeds weer nefast gebleken dat te doen bij oostenwind. Jaarse duiven hebben het daar al iets makkelijker mee terwijl dat bij oude ervaren duiven nog net iets makkelijker gaat. Goed ingevlogen of niet is eveneens een bepalende factor.
Een voordeel aan die oostenwind is dat je de windrichting makkelijk kan bepalen en al vlug kan beslissen al dan niet met de dieren op pad te trekken of op zijn minst toch de afstand aan te passen.
UV straling en inversie bijvoorbeeld zijn daarentegen zo van die boosdoeners die een enorme impact kunnen hebben op het goed of desastreus verlopen van vluchten of opleervluchten. Je ziet ze niet of moeilijk, maar ze zijn er soms wel, of juist niet, met alle gevolgen vandien.
Gelost in goede omstandigheden geeft het de diertjes meer vertrouwen
UV straling
UV straling komt van de zon. Hoe hoger de zon aan de hemel staat en hoe minder bewolking, des te sterker is de UV straling. Hoe meer en dikker het wolkenpak, hoe minder van die UV stralingen de aarde bereiken. Zowel bij een te lage UV straling als bij een te hoge hebben duiven het zeer moeilijk zich te oriënteren. De per dag voorspelde waardes, evenals als de reële waargenomen UV stralingen kan je vinden via deze link: KMI - Uv-index (meteo.be).
Bij een UV index van 2 of minder hebben duiven het zeer lastig zich goed te oriënteren. Dat is eveneens het geval wanneer de UV index hoger is dan 7. Opgelet, we spreken hier dan over jaarse of oude duiven met ervaring. Hebben we het over onervaren jonkies, dan liggen de meest comfortabele waardes tussen 2,5 en 5. Bij een UV-index lager dan 2,5 en hoger dan 5, blijven jonge onervaren duiven het best op het hok. We kunnen er maar rekening mee houden als we duiven willen gaan oplaten of mee op wedstrijd sturen.
Inversie
De meest voorkomende en dus belangrijkste waar wij duivenliefhebbers best rekening mee houden is de vochtige inversie.
Hier zien we duidelijk de inversielaag hangen
Onder normale omstandigheden wordt naarmate we hoger in de atmosfeer komen, de lucht alleen maar kouder. Bij inversie echter is het zo dat de temperatuur stijgt naarmate je hoger gaat. Die bovenste warmere luchtlaag houdt de onderste koudere lucht dan als het ware gevangen. Dat vormt een probleem wanneer het bijvoorbeeld ‘s nachts regent of er mist ontstaat door afkoeling van de lucht. Wanneer ‘s morgens de zon opkomt en er voor zorgt dat de aarde opwarmt doet die in feite die mist en/of regen verdampen.
Door de inversie werkt die bovenste warme luchtlaag als een soort “stop”, waardoor eigenlijk al dat vocht en vuil niet weg kan. Er vormt zich dan een egaal grijze laag van bewolking en het is die vochtlaag die voor de problemen zorgt.
De er in aanwezige watermoleculen breken namelijk de lichtstralen van de zon waardoor de duiven de stand van de zon verkeerd inschatten en zich daardoor verkeerd gaan oriënteren. Ook hier zijn het weer vooral jonge duiven die het daar meer nog dan oudere bijzonder moeilijk mee hebben.
De zonnestralen worden “gebroken” door het water waardoor de duiven een verkeerd optisch beeld van de stand van de zon verkrijgen en zich zodoende verkeerd oriënteren.
Voorzichtigheid is de moeder van...
Vroeg in het voorjaar kunnen vooral te lage UV waardes ons parten spelen in wedstrijden of voor het opleren de van duiven. Voor jonge duiven zijn oostenwind en inversie dan weer de grootste boosdoeners die zorgen voor massale verliezen. Enige voorzichtigheid is dus geboden. Vroeg kweken en alle zorg besteden aan die jonkies om ze dan op een manier te laten verloren gaan die had kunnen voorkomen worden. Dat kan niet echt de bedoeling zijn...
Eddy Noël
https://www.aidi.be/nl/artikels/136464/orientatie
Roofvogels en duiven Elke duivenliefhebber heeft wel eens duiven die niet terugkomen. De vogels vliegen verloren, geraken fysiek niet meer terug, raken een hoogspanningslijn tijdens een wedstrijdvlucht of worden gepakt door een roofvogel. Tenslotte blijkt uit tellingen dat de stand van slechtvalk tegenwoordig stabiel is, en dat sperwer en havik in grote delen van onze regio terug achteruit gaan. De achteruitgang van zangvogels en boerenlandvogels is daar wellicht de oorzaak van. |
Ecologie van roofvogels De meeste roofvogelsoorten zijn geen probleem, de algemene torenvalk en buizerd vangen geen duiven. Bij sperwers vangt het mannetje, dat een stuk kleiner is dan het vrouwtje, vooral zangvogels als mussen en merels. Vrouwtjes kunnen zeker een duif aan. In de broedperiode komt ze echter twee maanden bijna niet van het nest. Dat geldt in grote mate ook voor havik en slechtvalk. Daar jagen de mannetjes ook liever op kleinere prooien. Een houtduif is al snel te zwaar om naar het nest te dragen, maar een postduif is zeker haalbaar. Meer nog, postduiven stammen af van de rotsduif, een klifbroeder net als de slechtvalk. Ze komen dus van nature in hetzelfde habitat voor en duiven zijn dan ook een belangrijke voedselbron voor deze soort. Havik en slechtvalk zijn een stuk zeldzamer dan de andere drie, maar kunnen lokaal wel problemen vormen. Kennis over het gedrag en de levenscyclus van bijvoorbeeld de slechtvalk, kan heel wat schade voorkomen, vooral door het timen van lossen en wedstrijden, maar ook kleur van duiven. Qua jachtgedrag zal een slechtvalk vanuit hoogte en met verrassingseffect proberen zijn prooi te verschalken, want in rechte vlucht kunnen soorten als eenden en duiven een slechtvalk voorblijven. Om de prooi vanuit hoogte goed te zien, is het handig als die wat contrasteert met de ondergrond. Een witte duif zal altijd gekozen worden boven een grijze of bruine. Dat is ook bij wilde vogels het geval, een mannetjeseend loopt meer kans geslagen te worden dan een vrouwtje. Ook vogels die wat vreemder gedrag vertonen lokken een aanval uit, zoals baltsende vogels of vogels die duidelijk trager vliegen. Veel lastiger heeft een slechtvalk het met duiven in groepen. Dat is ook de reden waarom onderzoekers hebben vastgesteld dat bijna alle ringen die in een nest worden gevonden, van duiven zijn die niet uit de buurt komen. Een verloren gevlogen duif is een ideale prooi. Een groep snelle, trainende duiven is dat niet. Dat groeperen en bochten maken van duiven is een natuurlijke reflex, vergeet niet dat duiven en slechtvalken samen zijn geëvolueerd in berg- en klifgebieden.
Breng je duiven op tijd in conditie De hongerperiode en de balts vallen samen met het loslaten van duiven na de winter. Na de start van het nieuwe jaar loopt de ruiperiode af en worden duiven terug gelost, behoorlijk gevet en in slechte conditie. Dat is voor zo'n slechtvalk hetzelfde als een gedekte tafel. Duiven in goede conditie zijn lastiger te vangen, als een slechtvalk of havik moet kiezen weet hij het wel. Bovendien verloopt het opbouwen van de conditie na de winter traag als de duiven enkel in het weekend kunnen gelost worden, veel duivenliefhebbers werken in de week. De periode waarin de duiven een makkelijke prooi zijn, duurt dus lang. Vandaar deze aanbevelingen.Einde februari wordt het broedseizoen van roofvogels voorbereid, de mannetjes willen indruk maken op de vrouwtjes door prooien aan te brengen. In de winter zijn er bovendien een beperkt aantal extra sperwers en slechtvalken die uit het noorden naar hier trekken. Tegelijk is de stand op het einde van de winter van de wilde prooivogels het kleinst. Dit is dus het moment waarop duiven die lang binnen gezeten hebben het meest kwetsbaar zijn.
Jonge duiven Start geen winterkweek in gebieden met roofvogels als slechtvalk. Zorg dat de jonge duiven einde april tot zelfs mei. De roofvogels voederen dan weliswaar hun jongen, maar er zijn op dat moment heel veel prooien aanwezig in de vorm van kuikens van wilde vogels. Daar is ook de levenscyclus ook op afgestemd.
Dicht bij een nest slechtvalken? Hou ze binnen einde februari De twee laatste weken van februari en de eerste dagen van maart vangt een mannetje slechtvalk wat meer dan gewoonlijk. Woon je vlakbij een nestbak, zou je kunnen overwegen je duiven dan binnen te houden. Einde maart start de eifase, waarbij het vrouwtje niet meer van het nest komt. Er is nu nog enkel één dier per territorium dat jaagt. De hoeveelheid prooien dat gepakt wordt is nu het laagst. Dat zal veranderen einde april als de jongen uitkomen. Maar dan zijn er ook weer veel jonge wilde vogels.
Afweer Er is redelijk wat onderzoek gebeurt naar afweermiddelen, zoals balonnen met ogen en zelfs de duiven insmeren met onsmakelijke stoffen. Maar niets van die zaken blijkt te helpen.
Wedstrijden Aangezien de grootste verliezen van wedstrijdduiven het gevolg zijn van verloren vliegen. Uit onderzoek blijkt op weduwschap, duidelijk minder duiven verloren vliegen.
Bron https://www.internationalpigeonauctions.com/nieuws/roofvogelproblematie…(opent nieuw venster) https://www.rspb.org.uk/our-work/our-positions-and-casework/our-positio…(opent nieuw venster) https://www.rspb.org.uk/globalassets/downloads/documents/positions/spec…(opent nieuw venster) https://www.roofvogelszeeland.nl/images/publicaties/presentaties/Voedse…(opent nieuw venster) |
We hadden dit weekend de eerste midfondvlucht vanuit het Franse Pont St Maxence: 322 km. Dat het overal in Nederland een pittige vluchtje zou worden wist iedereen. De weersverwachting was daarover de hele week al duidelijk.
Voor de eerste keer 2 nachten mand, warm en een Noordoosten windje staat in de regel garant voor een pittige vlucht. We hadden onze hele ploeg mee maar waren 2 uitstekende duivinnen vergeten in te korven. Er waren gelukkig nog genoeg duiven mee (58) om een mooie uitslag neer te zetten.
De duiven trainden afgelopen week super en stonden er gewoon prima op, dus aan vertrouwen geen gebrek. De eerst getekende duiven aanwijzen was nog even een dingetje, de 1e getekende is altijd een broer van onze “539“ en die noemen we “Zegert”, de 2e getekende werd deze week onze overgewende doffer van Cees en Pascal (die laat al weken zijn kop goed zien). We hebben echter ook nog ons inziens een verschrikkelijke goede jaarling zitten.
Deze jaarling vloog op Melun als jonge duif de 1e in de kring. De eerste vlucht met een beetje afstand vloog hij gelijk steenvroeg ook op afdeling niveau. Deze doffer noemden we toen “Melun boy”. Het is een duif die altijd opvalt in en rond het hok. Hij traint soms in zijn eentje een halfuur langer dan de rest maar zit soms ook gewoon als eerste binnen.
Wij (Jochem en ik) zijn er echter van overtuigd dat het een superduif is. Tot nu toe had hij er nog maar weinig van terecht gebracht dit jaar. Wekelijks kwam hij te laat maar ik ben er van overtuigd dat hij die korte vluchtjes niet serieus neemt. Maar met dit weer 2 nachten mand en een beetje afstand vertrouwden we er op dat hij nu zijn klasse kon en zou laten zien. Dus werd hij uit het niets als 3e getekende op de lijst gezet. Gewoon een combinatie van de weersomstandigheden en een duif die iets extra’s kan.
De duiven werden vroeg gelost (8.15 uur) en als ze 80 km per uur zouden vliegen moesten ze er rond 12.15 uur zijn. Rond die tijd waren Jochem en Pascal al aanwezig en zaten we gezellig aan de koffie toen plotseling Nico verscheen. Dat was een leuke verrassing want dat hadden we niet verwacht. Het hele spul was weer compleet.
Nico stelde de door ons verwachtte tijd wat bij en hij dacht dat de duiven tussen 12.30 uur en 12.45 uur zouden vallen. Toen het half een was geweest begon de spanning op te lopen en Jochem en ik liepen samen naar de waterkant en tuurde daar de lucht af.
Plotseling zie ik hoog boven de bomen (dus vanuit het Zuiden) een doffer aan komen steken. Met zijn vleugels stijl omhoog kwam hij recht naar beneden en viel op het dak van het hok net naast de valklep. Met mijn duivenstok gaf ik hem snel een zetje en hij sprong toen direct op het systeem. Ondertussen riep ik naar Jochem “Dat is ie hoor, jouw favoriet”.Jochem kon de duif niet goed zien en keek mij aan.”Echt is ie het?”vroeg hij toch nog met een beetje onzekere stem. En even later zag hij het zelf ook.
Dat was een geweldig moment en ook het mooie van de hele duivensport. Dat zo’n jaarling doffer waar je zoveel vertrouwen in hebt en dat je hem 3e getekende zet, er dan ook gewoon is. We moesten toen toch even wachten en dat overtuigde ons meer en meer dat hij wel weer eens kei vroeg kon zitten.
Dan komt er een jaarling duivinnetje uit het zuidwesten en valt als een bom op de valklep. Een dochter van “Wonderfee”, waarvan ik verwacht dat zij top 10 NPO kan gaan vliegen. Kort daarop valt een van mijn beste oude duivinnen die verleden jaar als jaarling 2 keer onze eerste was. De volgende is “ Zegert” (1e getekende) en die valt op een geweldige mooie manier recht op de valklep.
En zo valt de één na de ander prachtig mooi uit de warme lucht. We maken een mooie uitslag en er vliegen 42 duiven in de prijzen ( 58 mee) en missen nu nog één jaarling doffer. Onze “Melun boy” vliegt weer een absolute kop prijs en speelt nu weer de 1e in de regio tegen 2493 duiven. En in de afd. oost tegen 11.948 duiven wint hij de 14e plek en van het hele concours tegen 32.341 wint hij de 21e plaats. Een knappe prestatie van deze jonge favoriet. Nu al 2 keer een 1e in groot verband, dat kan “Deo Volente” nog wat worden. Hopelijk blijven we dit mooie zomerweer een poosje houden en kunnen we volgende week weer zo’n mooie midfondvlucht als vandaag vliegen.
Vertakkingen in de vorm van een ster-achtig figuur die meestal in de ondergrond kleur bij duiven met marathon bloed zien we altijd bij duiven die in de nacht thuiskomen of een deel hebben gevlogen. Voordat u begint over uitzonderingen, ja er zijn marathon duiven (de meesten zelfs) met een oog als net beschreven die niet in de nacht vliegen. Ja, natuurlijk! Als een duif niet de kwaliteit heeft, niet die motivatie, niet die gezondheid en niet die topverzorging dan kan een duif vier van die nachtogen hebben, zal hij nooit in de nacht vliegen. U weet dat ik de eerste was die over nacht ogen c.q. nachtvliegers schreef. Ik kreeg ooit eens wat nachtvliegers bij Gerard van Tuyl (Hellouw) in de handen, en naast een goede bouw, zeer zachte pluimen hadden die allen in meer of mindere mate een stervormige ondergrondkleur.
Later kwam ik tijdens een keuring bij Arjan Beens (Genemuiden) een paar duiven (van verschillende origine) tegen die het ook hadden, toen we later die prachtige nachtelijke aankomsten zagen bij Arjan werd het steeds duidelijker; er zijn duiven die in de nacht makkelijker vliegen c.q. hun weg weten te vinden. En kijk nu anno 2023 hoe vaak we de Arjan Beens en Gerard van Tuyl nazaten terug vinden in nachtvliegers. Maar het zat natuurlijk niet alleen in hun soort (het komt in meerdere rassen voor) maar in percentage wel veel meer bij de GvT en AB nakomelingen.
Nu kwamen er in 2021/2023 onderzoeken naar buiten (o.a. vanuit het Pigen lab) dat er een nieuw gen gevonden was (CRY1). Nu blijkt dat dit cryptochroom 1 gen wel degelijk verband te hebben met wedstrijdprestaties. Er blijkt dat vogels waaronder dus duiven met dit CRY1 gen gemakkelijker het aardmagnetisch veld waarnemen en dat dit gelinkt blijkt te zijn met eiwitten in het netvlies van het oog. In moeilijke woorden spreekt men over “Deze cryptochroom eiwitten zouden door een quantum fenomeen dienen als een vorm van magnetoreceptor naast functies in dag/nacht ritme en UV licht perceptie. En natuurlijk moet er verder onderzoek gedaan worden maar er blijkt een duidelijk verband te zijn tussen CRY1, de uiterlijke kenmerken in het oog en het in de nacht of donkere omstandigheden te kunnen oriënteren.
Recent wilde ik twee van mijn duiven op de foto laten zetten die bij een bevriend liefhebber in het zuiden van het land op de kweek zitten. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk. De postduivenfotografen bleken het zeer druk te hebben. En zo kwam mijn duivenvriend uiteindelijk bij Martin Kwakernaat terecht. Martin heeft in 2010 voor mij reclamemateriaal gemaakt toen ik met de-duivencoach.nl startte. Het wordt hoog tijd voor een nieuw ontwerp dus bracht ik Martin een bezoekje. En tevens was het een mooie gelegenheid om weer eens over een postduivenfotograaf te schrijven. De vorige column over dit onderwerp dateert al van 2016 met Henk Storm in de hoofdrol.
Martin is 54 jaar en al vanaf zijn 12e jaar bezig met fotografie. Op die leeftijd kreeg hij van zijn vader een spiegelreflex Nikon FM camera. Deze camera heeft hij nog steeds en maakt deel uit van zijn verzameling oude analoge Nikon Camera's. Sinds 1998 is Martin actief in de duivenfotografie. Martin heeft zelf ook nog een periode met duiven gespeeld maar sinds hij woonachtig is in ‘t Harde heeft hij geen duiven meer. Het ontbreekt hem daarvoor aan ruimte en aan tijd.
De duivenfotografie heeft hem praktisch over de hele wereld gebracht. Zo bezocht hij duivenliefhebbers in de meeste landen van Europa van noord (Finland) tot zuid (Italië) en van west (Ierland, Schotland) tot oost (Roemenië, Ukraine), vele Afrikaanse en Arabische landen, China, Japan en Amerika. Martin; “De duivenfotografie heeft me veel gebracht. Ik heb ontzettend veel gezien en veel vrienden gemaakt. Ik denk aan heel veel reizen en bezoeken met veel plezier terug, maar een bezoek dat veel indruk op me heeft gemaakt was niet zoals je misschien verwacht een bezoek aan een topliefhebber met hokken vol topduiven. Ik was namelijk gevraagd door een hoogbejaarde liefhebber die op korte termijn zou komen te overlijden. De hele sfeer maakte indruk op me al vanaf dat ik daar binnenkwam en hij aan tafel zat samen met z'n vrouw. Eerst aan de koffie met gebak omdat de fotograaf langskwam. Hij wilde heel graag nog een foto van zijn twee stamduiven. Ik heb die foto’s gemaakt waarbij zowel bij hem als bij mijzelf de tranen over de wangen liepen. De foto van het stamkoppel met een portretfoto van hem erin gemonteerd stond later op de kist. Dat vergeet je nooit. Een hele mooie ervaring en daarna een gevoel van nederigheid en dankbaarheid dat ik dat nog even heb kunnen doen. Dat moment is me 100% meer waard dan een foto van welke commerciële duif van zoveel duizend euro dan ook. Uiteraard heb ik ook verschillende beroemde duiven op de foto gezet zoals Mr. Blue, de New Laureaat, de Harry en nog veel meer die me nu even niet te binnen schieten.”
Fotografie is dus Martin zijn passie. Dat is niet beperkt tot alleen postduivenfotografie. Hij fotografeerde dus daarvoor al jaren van alles dat op zijn pad kwam en heeft zijn huidige kennis en vaardigheden opgedaan door veel te lezen en te verdiepen en uit te proberen. Martin; “Als beginnend fotograaf was Anton Corbijn voor mij het grote voorbeeld. Daar stak ik graag wat van op. We woonde in hetzelfde dorp, maar voordat ik enig besef had van hoe goed hij was, was hij al een icoon in de fotografie. Ik heb hem meerdere keren ontmoet, zijn rijen negatieven op de lichtbak zien liggen in de studio, shoots voor de cover van Joshua Tree van U2, albums van Depeche Mode, enz. Ik heb best veel van zijn ruwe werk en visie gezien eigenlijk, een machtige leerschool en fijne herinnering. Hij gaf me samen met z'n maat Wout de Jong ook de boost om te investeren in digitale fotografie. Bij het werk van zo’n vakman kom je als 'fotograafje' natuurlijk nooit in de buurt, maar het gaf me wel de spirit om mezelf verder te ontwikkelen. Zo heb ik de opleiding voor vakfotograaf gevolgd en ben ik extra gaan investeren in apparatuur. En toen heb ik de stap gemaakt naar fulltime professioneel fotograaf. Naast duiven mag ik ook graag portretteren. Meestal niet op een geplande shoot overigens. Vaak komt het voort uit de uitnodiging of het bezoek voor een shoot van een heel ander doel. Krijg je wel de sterkste foto's van overigens, geen vooraf geplande setting. Ik fotografeer met regelmaat ook portretten voor de plaatselijke ondernemers en gemeenten c.q.de lokale politiek.”
Wanneer je googelt op de naam Martin Kwakernaat is de kans groot dat je op de website komt van iemand die zich als Martin voor doet. Zo kun je dus op het verkeerde spoor worden gezet. Ik vroeg Martin hoe dit zit. Martin; “Die site is hartstikke nep! Iemand heeft indertijd mijn domein martinkwakernaat.nl overgenomen ergens in een land. Het IP adres verwijst naar Canada. Ik heb het al gerapporteerd als zijnde misbruik, maar het lijkt zinloos om hier actie op te ondernemen, dus laat maar gaan. Het domein martinkwakernaat.com is wel nog steeds in mijn bezit. Mijn website is https://4eyesstudio.nl/ "
Martin heeft de afgelopen jaren van alles gedaan en heel veel van de wereld gezien. Ik vroeg hem of er nog iets is wat hij nog graag eens zou willen doen. Martin; “Ik ben al sinds omstreeks 1986 een trouwe fan van Bruce Springsteen. Ik heb ooit het geluk gehad om één van zijn gitaren te kunnen kopen in New Jersey in 2007. Ik was destijds voor de duiven bij een klant in New York en had gehoord van de veiling waar deze gitaar geveild werd. Dus die gitaar koester ik, en bespeel ik ook af en toe. Ik kan wel wat gitaar spelen al zeg ik het zelf. Maar omdat ik die man en z'n enorme verzameling van muziek al zo lang verzamel en volg (heb hem 17 x live zien optreden) lijkt me het enorm gaaf om hem eens te mogen portretteren. Voor mij is hij een muziek icoon en als fotograaf bekeken een zeer krachtig fotomodel.”
Tot zover Martin Kwakernaat, een man met meerdere passies dan alleen duiven.
Probiotica is het geheime wapen van de 21ste eeuw. Vooral in de duivensport waar we steeds meer bewust zijn van de impact die antibiotica heeft. Het was eeuwen normaal dat we eerst allerlei ziektes afwachten om vervolgens de symptomen te gaan bestrijden. Nu is het andersom we gaan er steeds meer alles aan doen om allerlei ziektes te voorkomen.
Hoe helpt probiotica
Ik hoop dat je even de tijd hebt om dit artikel te lezen want Probiotica heeft een hele lijst met positieve effecten.
anti-bacteriële werking
anti-virale werking
anti-oxidant
remt schimmels
remt de groei van schimmels
remt ontstekingsreacties
stimuleert bloed doorstroming
stimuleert natuurlijke afweersysteem
herstelt vitaliteit
versterkt anti biotica
versterkt werking vitamine C
En geloof mij er zijn vast nog heel veel eigenschappen die ik niet heb opgeschreven.
Propolis en bacteriën
Een belangrijke eigenschap voor ons duivenmelkers werd ontdekt door Derevici. Zij ontdekte dat probiotica op een natuurlijke wijze streptococcen kon verjagen. En dat al in 1964 om maar aan te geven dat we al ruim vijftig jaar achterlopen. Nog voor streptoccen werd ontdekt bij duiven hadden wij eigenlijk al de oplossing in handen. Een oplossing die we niet als geneesmiddel mogen gebruiken maar wel als ondersteunend middel tegen allerlei bacteriën waar onze duiven last van kunnen hebben. Wist je trouwens dat staphylococcus heel makkelijk resistent kan worden tegen antibiotica maar niet tegen probiotica.
Propolis en virussen
Het is relatief eenvoudig om de werking van propolis aan te tonen in combinatie met bacteriën en schimmels. Reden hiervoor is dat je allerlei bacteriën en schimmels makkelijk kan kweken in schaaltjes op een voedingsbodempje. Maar met virussen is dat niet mogelijk. Dat betekent overigens niet dat je probiotica niet kan gebruiken tegen allerlei virussen. E. Coli is bijvoorbeeld zo een virus waar je probiotica tegen kan inzetten.
Propolis en het afweersysteem
Het natuurlijke afweersysteem tegen ongewenste indringers in het lichaam bestaat uit de witte bloedcellen en antistoffen. Bij gevaar voor het lichaam nemen deze witte bloedcellen toe en gaan het gevecht met bacteriën, schimmels en virussen aan. Help je het natuurlijke afweersysteem met probiotica dan nemen de witte bloedcellen vele malen meer toe dan wanneer je geen propolis gebruikt. Wist je trouwens dat in Rusland het gebruik van propolis wordt geadviseerd als dieren geneesmiddel door het ministerie van landbouw.
Probiotica en antibiotica
Het verschil tussen probiotica en antibiotica is dat probiotica de darmflora stimuleert en antibiotica dood de darmflora. Is het dan toch nodig om antibiotica te gebruiken. Weet dan dat probiotica de werking van antibiotica vele malen sterker maakt waardoor de dosis verminderd kan worden en daardoor minder schade toebrengt aan het darmstelsel van onze duifjes.
By Ome Willem / duivenhouden.com